Ministerie van Verkeer en Waterstaat

De overhandiging van het boek `Waterschap in Stedenland' van het hoogheemraadschap van Rijnland

Toespraak | 18-10-2006 | Leiden | Karla Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Ik vind het ontzettend leuk dat ik hier vandaag mag zijn. Want hoe vaak gebeurt het dat je een boek over een 750-jarige in ontvangst mag nemen? Toen het Hoogheemraadschap van Rijnland werd opgericht, was de Ridderzaal op het Binnenhof nog niet eens in aanbouw! Die werd in 1280 opgeleverd. Om maar even te illustreren met wat voor bestuurlijk monument wij te maken hebben.

Dit hoogheemraadschap staat natuurlijk niet alleen - er zijn in Nederland nog vele andere waterschappen die kunnen terugkijken op honderden jaren ervaring. `God schiep de wereld maar de waterschappen schiepen Holland', zou je kunnen zeggen. Maar veel belangrijker nog dan de rijke historie van de waterschappen, vind ik de rol die ze vandaag de dag vervullen. Waterschappen zijn echte doelorganisaties. En volgens mij functioneren ze prima. Daarom begrijp ik ook niet helemaal waarom sommige politici pleiten voor opheffing. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik niet opensta voor discussie. Het is volgens mij altijd goed om met elkaar van gedachten te wisselen. Als het beter kan is dat namelijk alleen maar mooi.

Voorstanders van opheffing verwachten dat we op die manier veel geld besparen, maar ik ben daar nog niet van overtuigd. Een goede waterhuishouding kost gewoon geld. Het maakt volgens mij niet veel uit of je dat door de ene of de andere instantie laat doen. Besparingen van 100 miljoen euro die ik al hoorden vallen, lijken me vooralsnog dan ook een beetje te positief gedacht. Het werk moet tóch gedaan worden.

De voorstanders van opheffing stellen dat Rijkswaterstaat of de provincies ook wel voor onze waterhuishouding kunnen zorgen. In theorie is dat misschien zo, maar ik zie een paar praktische bezwaren die echt niet zomaar even kunnen worden weggenomen.


· De wateropgaven en de oplossingen zijn gekoppeld aan de stroomgebieden. De provincies en Rijkswaterstaat kennen een heel andere gebiedsindeling. De indeling van de waterschappen sluit juist heel goed aan bij deze stroomgebieden.

· En verder vind ik het geen prettige gedachte dat de belangen van het water in handen liggen van een organisatie die misschien wel andere belangen moet laten prevaleren boven die van het water.

Water is een machtig element dat volgens mij gebaat is bij een eigen club om zijn belangen onvoorwaardelijk te behartigen. Als je die belangen in handen legt van bijvoorbeeld de provincies, loop je het risico dat - om maar een paar voorbeelden te noemen - woningbouw en bedrijvigheid voorrang op het water krijgen. Als je het waterbeheer bij Rijkswaterstaat onderbrengt, zal dit probleem wat minder spelen. Dan mis je alleen nog wel de regionale bestuurlijke aandacht.

Daarmee bedoel ik dus niet te zeggen dat we alles maar moeten laten zoals het is. Er zijn natuurlijk altijd dingen die beter kunnen. Zo kan ik mij voorstellen dat het nuttig is het publiek nog beter voor te lichten over het werk van de waterschappen, zodat er meer draagvlak ontstaat. Misschien kunt u met de andere waterschappen een imagocampagne op touw zetten. Want onbekend maakt nu eenmaal onbemind. En in zo'n klimaat kan het dus ook gebeuren dat politici opperen de waterschappen maar af te schaffen.

Van de duizenden waterschappen die er ooit waren zijn er nu nog 26 over. Misschien komen er nog een paar fusies maar verder zijn ze volgens mij helemaal bij de tijd. Dat geldt ook voor het hoogheemraadschap van Rijnland. Ik heb het boek waar het vandaag allemaal om draait al even mogen doorbladeren, en mij viel op dat er parallellen zijn tussen de problematiek van toen en die van tegenwoordig. Heel boeiend allemaal en ik zal het dan ook met plezier lezen.
Dank u wel.

Op dit moment zijn wij bezig met een onderzoek naar het gebruik van onze website. Wij verzoeken u vriendelijk aan dit onderzoek deel te nemen.