Gemeente Zwolle

Uit het krijt naar meer stabiliteit; Op weg naar een nieuwe aanpak van schuldhulpverlening


Datum uitgave: 17-10-2006
Steeds meer mensen doen een beroep op de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het aantal aanvragen voor een schuldregeling in Zwolle is gegroeid van 34.500 in 2003 naar 43.000 in 2005. de praktijk leert dat 60 procent van de aanvragen wordt afgewezen. De gemeente Zwolle wil dit percentage afwijzingen terugdringen en meer mensen helpen. Met de introductie van een aanpak die is gericht op het voorkomen van problematische schuldensituaties, wordt het streven naar een duurzame oplossing voorop gesteld.

De schuldhulpverlening was met name gericht op schuldsanering, sociale kredietverlening en budgetbeheer. Dit sloot echter onvoldoende aan op de behoefte van mensen met geldproblemen. In het vernieuwde beleid staat voortaan de financiële rust en stabiliteit van getroffen gezinnen voorop, zodat mensen niet verder in de problemen komen. Door middel van een zogeheten "stabiliteitsproject" wordt de primaire levensbehoefte van hulpvragers gewaarborgd.

Ook een problematische schuldensituatie is niet langer de voorwaarde om voor schuldhulpverlening in aanmerking te komen. Voortaan kan iedereen met een financieel probleem waar hij zelf niet uitkomt, aankloppen bij de afdeling Schuldhulpverlening. Hulpvragers worden net zo lang geholpen totdat het schuldprobleem en de achterliggende oorzaken zijn opgelost.

Samen met partners in de stad
In de vernieuwde schuldhulpverlening zal meer dan voorheen worden samengewerkt met hulpverlenende instellingen in de stad (zoals maatschappelijk werk, jeugdzorg, e.d.). Zij komen vaak vroegtijdig met de doelgroep in contact en kunnen dus in een vroeg stadium financiële problemen signaleren. Zij kunnen van groot belang zijn als doorverwijzers naar de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente. Om het netwerk met de partners te versterken wordt een accountmanager aangesteld.

Naar verwachting leidt de vernieuwde schuldhulpverlening ertoe dat meer mensen een beroep zullen doen op schuldhulpverlening. Vooral het aantal mensen dat in het budgetbeheer en de budgetbegeleiding terechtkomt, zal groeien. Ook zal de contractsduur van het budgetbeheer langer worden. In de vernieuwde aanpak zijn enige concrete maatregelen benoemd. Deze zijn:
* De invoering van een Budgetwinkel
Met een budgetwinkel kunnen doelgroepen laagdrempelig worden bereikt. Doel is om op een toegankelijke manier hulp te bieden bij het voorkomen en oplossen van financiële problemen. De budgetwinkel wordt gevestigd in het gemeentelijk informatiecentrum.
* Elk kind t¤lt mee
Er is een lesbrief gemaakt voor groep 8 van het basisonderwijs. Deze lesbrief heet "Elk kind t¤lt mee" en is erop gericht te voorkomen dat kinderen op jonge leeftijd in de problemen komen door hen te leren omgaan met geld en commerciële verleidingen.
* Geldwerk
Mensen die werkloos worden, krijgen veel te maken met een terugval van het inkomen. In het project "Geldwerk" krijgen mensen pro-actief budgetadviesgesprekken aangeboden en leren zij hiermee om te gaan. Het ontstaan van problematische schulden kan hiermee worden voorkomen.
* Hulp aan ondernemers
De schuldhulpverlening aan ondernemers vraagt om bijzondere aandacht. In de komende periode wordt vooral aandacht gegeven aan schuldhulpverlening van ex-zelfstandigen.
* Herinvoering van de sociale kredietverlening Met ingang van 2002 is in Zwolle de sociale kredietverlening afgeschaft. Met sociale kredietverlening kan echter worden voorkomen dat mensen in het "snelgeldcircuit" terechtkomen. Het sociale krediet wordt verleend voor het oplossen van schuldensituaties en de aanschaf van gebruiksgoederen.

Met deze besluiten is een uitbreiding van de formatie bij de afdeling Schuldhulpverlening gemoeid. De incidentele lasten worden gedragen door een extra bijdrage van het rijk. De structurele kosten komen ten laste van het werkdeel Wet Werk en Bijstand. Schulden zijn een belangrijke belemmering bij het aanvaarden van werk. Aanpak van schulden en preventie is vaak een eerste stap op weg naar reïntegratie.

Bron: afdeling Communicatie