Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Wilders over uitspraak van de voorzieningenrechter

Kamerstuk, 17-10-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2709672

17 oktober 2006

Antwoord van minister Hoogervorst, mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op de vragen van het Kamerlid Wilders (groep Wilders) over de uitspraak van de voorzieningenrechter dat de kosten van psychiatrische hulp aan illegalen moeten worden vergoed door de rijksoverheid (2050617150).

Vraag 1
Deelt u de mening dat het zeer ongewenst is dat de overheid dergelijke medische kosten betaalt ten behoeve van illegalen? Deelt u de vrees voor een enorme aanzuigende werking van illegalen nu bekend wordt dat de Nederlandse overheid ruimhartig de kosten van langdurige medische zorg voor illegalen voor haar rekening neemt en zo de facto een premie zet op illegaliteit? Deelt u voorts de mening dat illegalen waar mogelijk veel vaker dan nu het geval is meteen het land moeten worden uitgezet en verdere medische (waaronder Langdurige psychiatrische) behandeling in het eigen land van herkomst zouden moeten krijgen op kosten van dat land en dus niet op kosten van de Nederlandse belastingbetaler?
Zo ja, bent u bereid in het vervolg vaker conform te handelen; zo neen, waarom niet?

Antwoord 1
De Nederlandse overheid stelt zich op het standpunt dat vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf het land dienen te verlaten. Indien zij in Nederland een beroep doen op medische zorg dienen zij zelf de kosten van behandeling en medicijnen te betalen.
Alleen wanneer naar het oordeel van de arts sprake is van medisch noodzakelijke zorg en de patiënt niet in staat is de kosten te betalen, kan de zorgverlener in aanmerking komen voor compensatie van eventueel gederfde inkomsten. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat het Nederlandse beleid op het gebied van ziektekosten van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf de medische zorgconsumptie van deze groep zou stimuleren.

Vraag 2
Bent u bereid onmiddellijk in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Naar aanleiding van de uitspraak in het kort geding van de Stichting BAVO RNO Groep heeft de Staat een pro forma hoger beroep aangetekend om de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter open te houden. Met de landsadvocaat wordt nog overleg gevoerd over de perspectieven van een hoger beroep.