DEPRESSIE BIJ BINNENKOMST IN HET VERPLEEGHUIS: STANDAARD SCREENEN
ZINVOL?
Depressies komen bij verpleeghuisbewoners veel vaker voor dan bij
thuiswonende ouderen. De meeste depressies zijn echter al voor of rond
opname in het verpleeghuis ontstaan. Mogelijke verklaringen zijn
verlies van zelfstandigheid en de dreiging van verpleeghuisopname.
Vooral minder ernstige depressies bij opname herstellen zich gedurende
het verpleeghuisverblijf. Opvallend is dat er weinig nieuwe depressies
ontstaan. Dit zijn de conclusies van de promotieonderzoeken van Lineke
Jongenelis en Martin Smalbrugge van het VU medisch centrum. De
onderzoekers pleiten voor een standaard screening op depressie bij
opname van ouderen in verpleeghuizen.
De resultaten van het onderzoek van Jongenelis en Smalbrugge zijn het
uitgangspunt voor het symposium Depressie in verpleeghuizen dat op 19
oktober in Amsterdam wordt gehouden. Centraal op dit symposium staat
de vraag of het zinvol is om standaard op depressie te screenen bij
opname in een verpleeghuis. Tegengestelde standpunten hierover zullen
voor het voetlicht komen, onder meer verwoord door verpleeghuisarts en
publicist Bert Keizer. Ook zullen diagnostiek en
behandelingsmogelijkheden van depressie bij ouderen worden toegelicht,
aan de hand van het recent door het Trimbos Instituut ontwikkelde
Addendum Ouderen bij de multidisciplinaire richtlijn depressie.
Gerenommeerde sprekers vanuit de praktijk en het wetenschappelijk
onderzoek zullen hierop reageren. Tenslotte zal Anja Jonker vanuit het
Ministerie van VWS een reactie geven over de betekenis voor het
overheidsbeleid.
De resultaten van de onderzoeken van Jongenelis en Smalbrugge zijn
gebaseerd op de AGED (Amsterdam Groningen Elderly Depression) studie,
een onderzoek van het VU medisch centrum in samenwerking met de
Universiteit Groningen.
Noot voor de redactie,
Vrije Universiteit Amsterdam