Openbaar Ministerie

OM publiceert meerjarenplan âPerspectief op 2010â

17 oktober 2006

Het openbaar ministerie (OM) zal de komende jaren de nadruk leggen op zes themaâs: fraude, cybercriminaliteit, ontneming/afnemen van door misdaad verkregen gelden, internationale samenwerking, criminele allochtone jongeren en discriminatie. Daarnaast zullen onderwerpen als jeugddelinquentie, veelplegers, geweld, terrorisme, hennepteelt en georganiseerde misdaad (waaronder mensenhandel in het bijzonder) onverminderd de aandacht van het OM krijgen.

Dat staat in het vandaag verschenen Perspectief op 2010, het meerjarenplan van het OM. In het meerjarenplan worden de keuzes en aandachtspunten in beleid en uitvoering van het OM voor de komende vier jaar aangegeven. âVerbinding met de samenlevingâ is het centrale thema van het meerjarenplan. Of het nu gaat om de prioriteiten bij de misdaadbestrijding, de communicatie over strafzaken of de keuze voor de meest effectieve reactie op een strafbaar feit: steeds dient het OM actief de dialoog met de samenleving en de burger te zoeken.

Perspectief op 2010
betekent geen radicale breuk met het verleden. Daar is geen reden toe. De kwaliteit van de strafrechtelijke handhaving is de afgelopen jaren onmiskenbaar verbeterd. De investeringen uit het verleden werpen nog steeds hun vruchten af. Het totale criminaliteitsniveau is al geruime tijd aan het dalen, ook waar het ernstige delicten als moord en overvallen betreft. Bovendien dalen ook de onveiligheidsgevoelens onder burgers.

Die positieve trends zijn voor het OM geen reden om pas op de plaats te maken, maar juist reden om de lat hoger te leggen.

Het OM stelt zich ten doel om bij een aantal bestaande prioriteiten een verdiepingsslag te maken. Zo wil het OM de succesvolle aanpak van veelplegers uitbreiden naar de probleemgroep van systematische overlastveroorzaker. Bij de strijd tegen de hennepteelt wordt de komende jaren veel nadrukkelijker werk gemaakt van het oprollen van de achterliggende criminele organisaties. In het kader van een nieuwe aanpak van de georganiseerde misdaad wordt op het terrein van de mensenhandel een project gestart met een samenhangende, programmatische aanpak.

Daarnaast zal het OM in het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen de komende jaren prioriteit leggen bij de zes bovengenoemde themaâs: fraude, cybercriminaliteit, ontneming, internationale samenwerking, criminele allochtone jongeren en discriminatie.

Samenvatting Perspectief op 2010

Fraude

Door ontwikkelingen in de maatschappij en de technologie zoals individualisering, virtualisering en internationalisering is de gelegenheidsstructuur voor fraude in een snel tempo aan het veranderen. Niet alleen bij fraude tussen burger en overheid (verticale fraude) zoals bij inkomensafhankelijke regelingen als zorgtoeslag, huursubsidie en inkomstenbelasting; ook bij fraude tussen burgers onderling (horizontale fraude) zoals fraude met creditcards, boekhoudfraude, verzekeringsfraude of faillissementsfraude.

Omdat dit terrein zo aan verandering onderhevig is, zal het OM alle zeilen moeten bijzetten om bij te blijven. Dat houdt in dat de capaciteit moet toenemen, dat de expertise om de vaak ingewikkelde fraudes goed te behandelen vergroot wordt en dat fraudebestrijding een effectieve organisatie krijgt. In dit verband bekijkt het OM of een verdere coördinatie van de fraudebestrijding bij het Functioneel Parket moet plaatsvinden. De verticale fraude is daar al belegd vanwege de unieke relatie met de bijzondere opsporingsdiensten. Het coördineren van de horizontale fraude door het Functioneel Parket zou het totale fraudeterrein meer binnen het gezichtsveld van één parket brengen.

Cybercriminaliteit

De ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechniek leiden tot nieuwe vormen van al dan niet georganiseerde criminaliteit. Te denken valt bijvoorbeeld aan het afpersen van bedrijven door het dreigen met het platleggen van computernetwerken, nieuwe vormen van bedrog en identiteitsfraude, het onbevoegd kopiëren van gegevens of het omkopen of bedreigen van medewerkers om toegang te krijgen tot beveiligde computersystemen. Oude vormen van criminaliteit zoals kinderpornografie en terrorisme hebben door de ICT-ontwikkelingen nieuwe verschijningsvormen gekregen. Tegelijkertijd ontstaat er een grotere afhankelijkheid en dus kwetsbaarheid van sectoren als geheel, zoals het financieel-economisch verkeer en de ICT-sector. De komende jaren gaan het OM en de politie gericht investeren in de aanpak van cybercriminaliteit om te waarborgen dat voldoende capaciteit en deskundigheid voorhanden is.

Ontneming

Ook al is ontneming van door misdaad verkregen voordeel vaak complex, toch moet worden erkend dat de bestaande mogelijkheden tot ontneming nog onvoldoende worden benut. Het OM gaat de aanpak van grote ontnemingszaken daarom verder specialiseren. Enerzijds door naast de officier van justitie die de hoofdzaak behandelt van meet af aan een ontnemingsofficier te plaatsen die tot taak heeft tijdig het strafrechtelijk financieel onderzoek te starten. Anderzijds door het inzetten van zogenoemde vermogenstraceerders, die gedurende het opsporingsonderzoek en tijdens het executietraject de vermogenspositie van de verdachte zo goed mogelijk in kaart brengen en blijven volgen. Op die manier wordt gewaarborgd dat ontnemingsmaatregelen zoveel mogelijk worden gedekt door goederen en tegoeden waarop beslag is gelegd.

Internationale samenwerking

De criminaliteit en de aanpak ervan wordt steeds internationaler. Dat vereist van het OM dat het sterkere banden aangaat over de grenzen heen. De samenwerking en wederzijdse bijstand in de aanpak van criminaliteit zal tot betere prestaties moeten leiden. Ook zal het OM meer investeren in deskundigheid om goed om te kunnen gaan met internationale regelgeving. Er wordt gewerkt aan een vernieuwing en uitbreiding van opleidingen op het gebied van internationale rechtshulp en het internationaal recht.

Door de internationalisering zal het steeds vaker nodig blijken om buitenlandse collegae in te schakelen om het eigen onderzoek met succes uit te kunnen voeren. Daarnaast zal het vaker voorkomen dat een bijdrage wordt gevraagd van Nederland in de aanpak van transnationale criminaliteit, ook als het Nederlandse belang daarbij beperkt is. Dit betekent dat dergelijke supranationale belangen een grotere plaats zullen krijgen in de prioriteitstelling.

Aanpak van criminele jonge allochtonen

Het aantal jongeren van allochtone herkomst zal, gelet op demografische ontwikkelingen, de komende jaren toenemen. Bij enkele subgroepen daarbinnen blijft de integratie in de Nederlandse samenleving stelselmatig achter. Een minderheid van Marokkaanse en Antilliaanse jongeren baart grote zorgen door hun criminele betrokkenheid. Door het achterblijven van integratie dient zich een persistent probleem van delinquentie aan, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Dit probleem houdt verband met een combinatie van sociaal-economische factoren (school, werk, inkomen) en culturele elementen (opvoeding, waarden) waarbij de concentratie in wijken van grote steden een versterkend element vormt.

Dit vraagt om een aanpak waarbij de betrokken overheden een brede, op integratie gerichte aanpak volgen. Het strafrecht ondersteunt dit streven door gericht op te treden tegen criminaliteit. Vooral bij het ontstaan van delinquentie moet alert worden ingegrepen, waarbij het accent ligt op het met âdwang en drangâ vormen en bestendigen van bindingen met de conventionele samenleving. Bij persistente delinquentie ligt de nadruk op stevig optreden. Hierin volgt het OM de algemene benadering van selectie en differentiatie, zij het dat ook specifieke culturele elementen meespelen bij de toepassing van dit beleid op allochtone groepen.

Discriminatie

Voorwaarde voor het kunnen integreren van minderheden is dat er voldoende mogelijkheid bestaat voor participatie in de samenleving. Het is dan belangrijk op te treden tegen discriminatie die deze participatie bemoeilijkt, zoals wanneer de toegang tot de arbeidsmarkt wordt belemmerd. Maar evenzeer is optreden vereist als minderheden zich zélf schuldig maken aan discriminatie. Nu de samenleving tendeert naar een grotere culturele verscheidenheid, is het zaak des te meer alert te zijn op de bescherming van bevolkingsgroepen tegen discriminatie. Het OM zal hier, uiteraard samen met de politie en andere partners, een sterker accent op leggen. Op de elf inmiddels gevormde regioparketten komen steunpunten discriminatie. Officieren van justitie en beleidsmedewerkers krijgen een specifieke opleiding om dergelijke discriminatiezaken adequaat te kunnen behandelen.

Positie OM

Het OM heeft aandacht voor de bredere maatschappelijk context waarin de criminaliteit plaatsvindt. Dat is nodig om te weten welke interventies effectief zijn en dus bijdragen aan de veiligheid in de samenleving. Hoe meer de strafrechtelijke interventie is ingebed in andere maatregelen, hoe groter het effect. De effectiviteit van het optreden van het OM is dus in sterke mate mede gebonden aan het optreden van anderen. De samenwerking met andere partijen op bestuurlijk en operationeel niveau is van groot belang. Het OM gelooft in een gezamenlijk oriëntatie, maar niet in gemeenschappelijke verantwoordelijkheden. Bij de samenwerking hanteert het OM het uitgangspunt: geen bevoegdheid, geen verantwoordelijkheid.

Communicatie

Het OM wil actiever gaan voorlichten over haar werkzaamheden. De behoefte aan meer en snellere informatieverschaffing over misdrijven en strafzaken is versterkt door veranderingen in het medialandschap. Aan de samenleving zal daarom uitgebreider en sneller uitleg moeten worden gegeven over misdrijven die onderwerp vormen van publieke discussie. Vanzelfsprekend voor zover onderzoeks- en privacybelangen niet worden geschaad. Zo wordt duidelijk gemaakt wat het OM beweegt bij de beslissingen die het neemt. Het sleutelbegrip is hier âzakelijke toelichtingâ. De discussie tussen OM en raadsman zal zich in de rechtszaal moeten blijven afspelen. Ook zal veel aandacht worden geschonken aan de directe communicatie met burgers opdat ook daarin de motieven voor gemaakte keuzes goed voor het voetlicht komen.

Behandeling van strafzaken en tenuitvoerlegging van straffen

Per jaar behandelt het OM ruim een miljoen strafzaken. Dat loopt van complexe moordzaken tot lichte verkeersovertredingen. Bij de behandeling van zaken gaat het om het vinden van evenwicht tussen snelheid en zorgvuldigheid, tussen standaardisering en maatwerk. Het onderscheid tussen standaard- en maatwerkzaken, ieder met een eigen proces van behandeling en een eigen invulling van snelheid en zorgvuldigheid, vormt de grondslag van lopende reorganisatie van het OM: Het OM Verandert, die in de komende jaren verder zijn beslag zal krijgen.

Ook de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke interventies varieert van zaaksgerichte standaardproductie tot integrale, persoonsgerichte executie. Deze steeds complexere executietaak stelt hoge eisen aan de organisatie van het OM en aan de ondersteunende automatisering. Dit vraagt om een nieuwe investering. De parketten zullen de uitvoering van de executietaak concentreren in een afzonderlijk afdeling, opdat interne versnippering van expertise wordt tegengaan. Op centraal niveau is verbeterde automatisering noodzakelijk, zodat zicht op het totaal aantal te executeren sancties bestaat en betere sturing mogelijk is. Op den duur kan daardoor het aantal niet of te laat geëxecuteerde sancties worden teruggedrongen. Onderzoek moet uitwijzen of bundeling van executietaken bij bijvoorbeeld het Centraal Justitieel Incasso Bureau op de lange termijn een optie is. Verklaar jargon