oktober 2006 - -
Van Dijk: Toekomst van Europa ligt bij de Europese burger
Afgelopen week sprak de Tweede Kamer met minister-president Balkenende
en minister van Buitenlandse Zaken Bot over de staat van de Europese
Unie. Dit debat vindt jaarlijks plaats, in aanwezigheid van de
Nederlandse delegatieleiders van de aanverwante eurofracties uit
Brussel.
Namens het CDA in Europa was Camiel Eurlings bij dit debat aanwezig.
Namens de CDA Tweede Kamerfractie voerde Jan Jacob van Dijk het woord.
Het debat blikte terug op de afgelopen vier jaar, en keek vooruit naar
de toekomst van de Unie. Er is veel gebeurd: de EU is uitgebreid van
15 naar 25 lidstaten en de toetreding van twee landen is aanstaande.
Er zijn drie nieuwe kandidaatlidstaten: Turkije, Macedonië en
Kroatië. Het voorstel voor een Europese Grondwet werd door de
Nederlandse bevolking verworpen. Het referendum heeft in Nederland
voor een korte periode tot veel aandacht voor de Europese zaak geleid,
maar nog geen jaar daarna dreigt het debat over de Europese
onderwerpen weer te verstommen.
Hoe vergroten we het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor
Europese integratie?Dat was een van de centrale vragen in het debat.
CDA woordvoerder van Dijk: 'De burger is geïnteresseerd in de
praktische resultaten van Europese samenwerking. Vergroting van de
vrede en welvaart op het Europese continent: dat is het grootste
resultaat dat de Europese integratie heeft bereikt. Maar daarnaast
heeft de burger ook talloze andere voordelen van die Europese
integratie. Zonder Europese samenwerking was de Rijn niet zo schoon
geweest als nu het geval is. Was het pinnen in het buitenland nog
steeds een dure aangelegenheid geweest. Hadden we nog steeds te maken
met beperkingen op het meenemen van ons oude GSM-nummer naar een
nieuwe provider. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Europa heeft veel
invloed op ons leven en vaak is dat in ons voordeel geweest.' Maar op
sommige terreinen wordt ernstig betwijfeld of Europa zich wel met die
onderwerpen moet bezig houden. Er zijn zaken waar dat Europa zich
hier niet mee zou moeten bemoeien. Dat kunnen lidstaten zelf wel
regelen. Dit kan helpen het vertrouwen van de burger in Europa te
herwinnen. Ze doen alleen die zaken die uitsluitend op Europees niveau
geregeld moeten worden. Zodra een voorstel voldoet aan de eisen van
subsidiariteit en proportionaliteit moet de Kamer aan het werk
blijven.'
Tot slot werd er gesproken over de uitbreiding van de Unie. Hierbij
kwam de toetreding van Roemenië en Bulgarije ter sprake. Het CDA is
steeds tegen toetreding geweest, omdat deze landen nog niet aan alle
criteria hebben voldaan. Van Dijk: 'De discussie over Roemenië en
Bulgarije heeft een behoorlijke impact gehad. Niet alleen op de
instellingen, maar ook op de opvattingen van de burgers over de
Europese samenwerking. Burgers wantrouwen de toetreding van nieuwe
lidstaten, niet omdat ze de nieuwe lidstaten de deelname aan de EU
misgunnen, maar omdat ze het gevoel hebben dat niet alle toegetreden
landen voldaan hebben aan de gestelde criteria. Dat ondermijnt het
draagvlak onder de Europese bevolking. Alleen daarom al is het CDA
voorstander van strikte toepassing van de zogeheten
Kopenhagencriteria. Voor het CDA geldt dat deze criteria duidelijk
maken dat de EU meer is dan een louter sociaal-economisch
samenwerkingsverband tussen enkele lidstaten. De EU is een normen- en
waardengemeenschap. Landen die lid willen worden van de EU moeten een
democratische rechtsstaat zijn met respect voor minderheden en
grondrechten en een goed functionerend rechtssysteem. Indien landen
daar niet aan voldoen, kunnen wat ons betreft de onderhandelingen niet
beginnen, laat staan dat ze kunnen toetreden tot de EU. Het vergroten
van het grondgebied waar de Europese normen en waarden op van
toepassing zijn is een goed streven. Maar we willen het zorgvuldig
doen: landen moeten voldoen aan de criteria. Wij als EU willen hen
daarin steunen met alles wat in ons vermogen ligt, maar het voldoen
aan de criteria is wat ons betreft noodzakelijk. Dat versterkt het
draagvlak onder de huidige EU-bevolking, maar maakt tevens een goede
startpositie voor de nieuwe lidstaat mogelijk.'
---
CDA