Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De canon van Nederland: vijftig vensters op toen en nu
Persbericht | 16-10-2006
De kern van de canon van Nederland bestaat uit vijftig onderwerpen
(vensters) uit de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De onderwerpen
variëren van de hunebedden en Willem van Oranje tot de grondwet en de
gasbel. De canon moet leiden tot meer kader en verdieping van de
kennis over ons verleden. Het wordt geen nieuw schoolvak en past
binnen de bestaande kerndoelen, datgene wat leerlingen moeten kennen
en kunnen. En vooral moet de canon fungeren als inspirerend fundament.
De docent is de sleutel voor een succesvolle aanpak: daarom moet er
meer aandacht voor vakinhoud komen op de lerarenopleidingen en is het
van belang nascholing te organiseren voor docenten.
Dat zijn enkele van de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport van
de canoncommissie onder voorzitterschap van Frits van Oostrom. Hij
heeft het eindrapport vanmiddag overhandigd aan minister Maria van der
Hoeven, die een jaar geleden de opdracht gaf voor het opstellen van
dit advies.
Reactie kabinet
De minister spreekt haar waardering uit voor het werk van de
commissie. Het kabinet geeft geen oordeel over het voorstel van de
vijftig vensters. Dat is de verantwoordelijkheid van de commissie en
nadrukkelijk niet de taak of verantwoordelijkheid van het kabinet. Het
kabinet kan zich vinden in de analyse van de waarde van een canon voor
de samenleving. Daarom wordt het voorstel nu aangeboden aan het
onderwijs en de culturele instellingen en ook breder beschikbaar
gesteld, met als doel respons uit de samenleving te krijgen. Daarvoor
wil het kabinet zes maanden uittrekken.
Het kabinet neemt de uitnodiging van de commissie aan om daarna een
reactie op hoofdlijnen te ontvangen, zowel op alle commentaren uit de
samenleving als op de beleidsreactie van het kabinet. Dan kan ook een
standpunt bepaald worden over de termijn van de herijking van de
canon. Het kabinet neemt enkele praktische aanbevelingen (website en
schooltelevisie) direct over, maar laat een beslissing over de andere
aanbevelingen over aan een volgend kabinet dat bij zijn definitieve
reactie zijn voordeel kan doen met de respons uit de samenleving.
Analyse commissie
In haar analyse concludeert de commissie dat klachten over een gebrek
aan historische kennis van alle tijden is. Maar zij stelt ook dat de
lestijd voor geschiedenis en cultuur, zowel in het onderwijs als in de
opleiding van onderwijzers, lijkt afgenomen. Dat de programma's en
schoolboeken uitpuilen van stof en taken. En dat het evenwicht tussen
kennis en vaardigheden soms uit het oog wordt verloren. Met als gevolg
dat leerlingen veel van weinig weten, diffuse kennis hebben. Het
werken met de voorgestelde canon en de daarbij behorende aanbevelingen
kunnen deze ontwikkeling keren, aldus de commissie. De canon moet
overigens niet versmald worden tot nationale identiteit, beklemtoont
de commissie in haar advies. Wel kan de canon bijdragen aan
burgerschap, aangezien het een canon is van alle Nederlanders, `het
verhaal van het land dat wij gezamenlijk bewonen'.
De basis voor een goede kennis over de Nederlandse geschiedenis en
cultuur ligt in het onderwijs. De commissie heeft doelbewust gekozen
voor een open, geïntegreerde, levende canon die qua onderwerpen
beperkt van omvang is en die zich uitstrekt over diverse vakken als
aardrijkskunde, geschiedenis, Nederlands, kunstvakken en Mens en
Samenleving. Zij ziet de canon liever op termijn uitgebreid dan dat
zij `het risico zou lopen het onderwijs te overvoeren'. Het fundament
voor de canon moet gelegd worden in zes of zeven jaar tijd, in de
hogere groepen van het basisonderwijs en de eerste klassen van het
voortgezet onderwijs. Zo passeert de canon twee keer de revue,
waarbij in het voortgezet onderwijs verbreding en verdieping centraal
staan.
En toen.nu
Voor de vorm en de presentatie van de canon komt de commissie met een
aantal aanbevelingen. Zij bepleit het ontwerpen van een grote
wandkaart voor alle scholen waarin de vijftig vensters op een
tijdslijn staat afgebeeld. Daarnaast wordt er vanaf vandaag een
website opengesteld (www.entoen.nu) , met legio vertakkingen en
verwijzingen vanuit de canon. De commissie ziet de canon als een
voortdurend gesprek, hetgeen inhoudt dat bezoekers zelf bijdragen
kunnen plaatsen, zodat de site een levendig geheel wordt. Verder is
de commissie groot voorstander van meer excursies, die aansluiten bij
de onderwerpen van de canon. Zij ziet ook mogelijkheden voor meer
`gasten in de klas': mensen die in de klas verhalen over hun
ervaringen, bijvoorbeeld over de Tweede Wereldoorlog of de rolvan de
haven van Rotterdam. De commissie pleit mede in dat licht ook voor een
lokale canon, om het erfgoed om de hoek van de school niet uit het oog
te verliezen.
De commissie is het afgelopen jaar zeer regelmatig benaderd door
mensen met uiteenlopende initiatieven om (aspecten van) de canon over
het voetlicht te brengen. Zij stelt daarom voor een nieuw fonds,
overeenkomstig het Fonds voor de Letteren en het Nederlands Fonds
voor de Film, in het leven te roepen om deze initiatieven een kans te
geven. Het fonds zou Willem van Oranjefonds moeten gaan heten. Verder
zou de commissie graag zien dat de ANWB zich buigt `over een
aansprekende, en niet al te benauwde, Nederlandse pendant' van de
bewegwijzering in ons omringende landen, die verwijzen naar
belangrijke gebeurtenissen, figuren of monumenten in de regio.
Voor meer informatie over het advies: secretaris van de
canoncommissie, Hubert Slings, 06-49616866
Voor meer informatie over de beleidsreactie van minister Van der
Hoeven: Hans van den Broek, 06-15038225
Meer informatie:
* advies en beleidsreactie (97kB)
* website www.entoen.nu
Laatst bijgewerkt 16-10-2006 pijl naar boven
---
Ministerie van OCW | Rijnstraat 50 | Postbus 16375 | 2500 BJ Den Haag
T: 070 412 34 56 | F: 070 412 34 50 | E: ocwinfo@postbus51.nl