CWI verleent werkvergunningen volgens regels maar mist fraudealertheid
CWI controleert per jaar ongeveer 50.000 aanvragen voor
werkvergunningen op volledigheid en juistheid van gegevens. Deze
wettelijke taak vervult CWI naar behoren. Vrijwel alle aanvragen
worden op tijd behandeld. Maar CWI laat met haar aanpak kansen liggen
waar het gaat om het voorkómen van fraude en uitbuiting. Dit
constateert de Inspectie Werk en Inkomen in het vandaag verschenen
rapport Vreemdelingen aan het werk.
CWI zorgt weliswaar voor een snelle beoordeling van de aanvragen, maar
besteedt te weinig tijd om de aanvragen diepgaander op inhoudelijke
juistheid te toetsen. Uit dossieronderzoek en interviews van de
inspectie blijkt dat CWI medewerkers bij de beoordeling vaak weinig
alert zijn op fraude. Ze gaan er vanuit dat werkgevers gegevens
waarheidsgetrouw aanleveren. Dat speelt bijvoorbeeld bij de
beoordeling van aanvragen voor stages, waar CWI de stageprogramma's
slechts marginaal beoordeelt.
Ook is gebleken dat kopieën van identiteitsbewijzen in de dossiers van
CWI vaak onduidelijk zijn, waardoor de pasfoto niet meer is te zien.
Aan de hand van zo'n kopie controleert CWI de personalia van een
vreemdeling. Betere controle en fraudealertheid zouden tot meer tips
aan controlediensten over bijvoorbeeld paspoortfraude kunnen leiden.
CWI is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet arbeid
vreemdelingen. CWI moet er op letten of de vreemdeling het juiste loon
ontvangt, of de woonomstandigheden goed zijn, of de vreemdeling over
de juiste verblijfsstatus beschikt, en of de vacature niet door aanbod
vanuit de EER vervuld kan worden. Het beleid is onder meer gericht op
het voorkómen van oneigenlijk gebruik en fraude. Daarbij is
samenwerking met AI, SIOD, IND en met gemeenten van belang. In de
samenwerking tussen CWI, AI en SIOD blijven mogelijkheden voor het
bestrijden van fraude onbenut. Momenteel werken ze aan een convenant
om de samenwerking vorm te geven.
CWI verstrekt werkvergunningen aan werkgevers die mensen van buiten de
Europese Economische Ruimte of uit de 'nieuwe lidstaten van de EU' in
dienst willen nemen. Per 1 juni 2006 zijn de regels voor vergunningen
in bepaalde sectoren versoepeld. Goede huisvesting en marktconform
loon blijven wel belangrijke voorwaarden.
De EER bestaat uit de EU plus IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. De
nieuwe lidstaten van de EU zijn Polen, Slowakije, Tsjechië, Estland,
Letland, Litouwen, Hongarije en Slovenië. Met ingang van 1 januari
2007 is naar verwachting voor werknemers uit deze landen geen
vergunning meer nodig. Dan resteren per jaar naar schatting nog 25.000
aanvragen
persbericht IWI, 16 oktober 2006
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Inspectie Werk en Inkomen