Burgemeesters bezoeken leprapatiënten Suriname
De leprastichting
Amsterdam - Het Nederlands Burgemeesters Elftal (NBE) bezoekt op zaterdag 14 oktober
aanstaande het leprosarium De Estherhof in Paramaribo. Zij zullen die dag met de bewoners
praten en een rondleiding over het terrein krijgen. Dit bezoek is het hoogtepunt van een
reis naar Suriname.
De burgemeesters, die zelf de kosten voor hun reis betalen, spelen gedurende hun verblijf
twee wedstrijden , ondermeer een team van district-commissarissen in het Clarence Seedorf
Stadion. De opbrengst van deze wedstrijden komt ten goede aan de leprabestrijding en de
bewoners van de Estherhof.
Lepra in Suriname
Vaak denkt men dat lepra in Suriname niet meer voorkomt. Maar elk jaar worden er
tientallen slachtoffers van deze besmettelijke ziekte ontdekt. Volgens de WHO is lepra in
Suriname daarom een reëel volksgezondheidsprobleem en steunt de Leprastichting er
het nationale lepra-bestrijdingsprogramma.
De meeste slachtoffers van lepra worden in de dichtbevolkte kuststreek gevonden, maar ook
in de moeilijk toegankelijke binnenlanden. Ze worden voor hun behandeling ingeschreven in
de Centrale Polikliniek Tourtonnelaan, Dienst Dermatologie van het Ministerie van
Volksgezondheid te Paramaribo. In de wachtkamer een spandoek met de realistische slogan:
Elke vlek is een onderzoek waard. Drs. Leslie Sabajo, dermatoloog en waarnemend hoofd van
de Dienst Dermatologie, schetst de situatie: Elk jaar worden tussen de 40 en 50 gevallen
van lepra gevonden.
Hoop of hulp
Lepra is een sluipende, chronische ziekte. De incubatietijd is gemiddeld vijf jaar,
voordat de ziekte zich manifesteert. En al die tijd is er dus de kans dat ook anderen
besmet worden. Daarom is lepra niet zomaar een, twee, drie uit te roeien. Nog jaren lang
zullen nieuwe slachtoffers, soms zeer schrijnende gevallen, gevonden worden. De
voorlichting in Suriname heeft er wel voor gezorgd, dat het taboe op lepra grotendeels
verdwenen is. De mensen zijn zich er meer bewust van, dat een kleine vlek grote gevolgen
kan hebben. Maar naast training, is er nog veel te doen aan de verbetering van het
programma voor het opsporen en controleren van nieuwe patiënten.
Nederlands Burgemeesters Elftal
Het Nederlands Burgemeesters elftal staat officieel ingeschreven bij de KNVB en vormt een
bonte verzameling van burgemeesters uit het hele land. Zij spelen jaarlijks tien tot
twaalf wedstrijden ten bate van de Leprastichting. Vaste sponsors zijn Holland Casino,
Getronics/Pink Roccade en MMAC. Terwijl onder andere BMC, Bouwfonds Nederlandse Gemeenten
en NITT als wedstrijdsponsor optreden.. In de ruim zeventien jaar van zijn bestaan
bracht het Burgemeesterselftal zo euro 300.000 bijeen voor de leprabestrijding.
In 1988 heeft de burgemeester van toen Dwingeloo, thans Noordenveld, de heer J.H. van der
Laan, het initiatief genomen tot oprichting van het Nederlands Burgemeesters Elftal. Ex-
Burgemeester van Scheemda tevens ex-bestuurslid van de KNVB, de heer J.A. Leegwater, is
vanaf de oprichting de coach. Voorzitter is de heer Fons Jacobs, burgemeester van
Helmond. Het uitgangspunt van de burgemeesters is prettig en plezierig, maar
tegelijkertijd ook serieus, voetballen
Het Nederlands Burgemeesters Elftal speelt voornamelijk tegen Businessclubs van Betaald
Voetbal Organisaties, of als omlijsting van jubilea en evenementen. Dit gebeurt als
voorwedstrijd bij een wedstrijd van de ' Hoofdmacht' soms in het stadion soms op een
bijveld. Maar altijd met een tomeloze inzet. Het bedrag wat door de uitdager wordt
bijeengebracht (minimaal euro 1.500,--) wordt geschonken aan de Leprastichting.
Leprastichting
De Leprastichting, opgericht in 1967, staat voor een professionele bestrijding van lepra,
een ziekte die in ontwikkelingslanden meer dan 400.000 mensen per jaar treft.
De stichting steunt ruim 100 projecten in 21 ontwikkelingslanden. Deze steun bestaat onder
meer uit deskundige adviezen en projectbegeleiding, opleiding en financiële hulp. Een
aanzienlijk bedrag wordt besteed aan relevant wetenschappelijk onderzoek.
De Leprastichting wordt doorlopend geadviseerd door de lepra-artsen van het Koninklijk
Instituut voor de Tropen. een kleine efficiënte organisatie met ruim 100.000
donateurs, 19 bureaumedewerkers en een omzet van circa euro 8,5 miljoen.