RWI: hoogopgeleide allochtonen lopen achterstand in
Raad voor werk en inkomen
RWI: hoogopgeleide allochtonen lopen achterstand op arbeidsmarkt in
Den Haag, 11 oktober 2006
Hoogopgeleide allochtonen maken een opvallende inhaalslag op de arbeidsmarkt. In 2003 was
de werkloosheid onder hoogopgeleide allochtonen ruim vier keer zo hoog als onder
hoogopgeleide autochtonen. In 2005 was dit gedaald naar een twee keer zo hoge
werkloosheid. Hoogopgeleide allochtonen lopen de nog bestaande achterstand op doordat
zij zich tijdens hun studie- en sollicitatiefase vaak anders ontplooien en
oriënteren dan autochtone hoogopgeleiden. De achterstand lijkt verder in mindere
mate veroorzaakt te worden door factoren die samenhangen met huidskleur of afkomst, maar
meer door opleiding en motivatie. Opmerkelijk in dit verband is dat allochtonen bij het
kiezen van een studierichting zich sterk laten leiden door het arbeidsmarktperspectief.
Dit kan echter ten koste gaan van de innerlijke motivatie voor en affiniteit met een
opleiding, wat weer tot uitval leidt.
Dit blijkt uit een onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) naar de
arbeidsmarktpositie van hoogopgeleide niet-westerse allochtonen. De RWI stelt dat de
recente inhaalslag niet alleen te danken is aan de verbeterde economische situatie. Er
lijkt ook sprake te zijn van een daadwerkelijk structurele verbetering.
Ondanks de halvering vindt de RWI de achterstand van hoogopgeleide allochtonen nog steeds
onnodig groot. Bovendien zijn zij op een aantrekkende arbeidsmarkt broodnodig. Vandaar
dat de RWI voorstellen doet om de positie van hoogopgeleide allochtonen op de
arbeidsmarkt verder te verbeteren. De RWI wijst er daarbij op dat het sowieso zeer
belangrijk is dat allochtonen een hogere opleiding (HBO of wetenschappelijk onderwijs)
volgen. Onder hoogopgeleiden is de achterstand van allochtonen op autochtonen namelijk
veel kleiner dan onder laagopgeleiden.
Kabinet en sociale partners hebben eind vorig jaar tijdens de Werktop de RWI verzocht de
problematiek van hoogopgeleide allochtonen op de arbeidsmarkt te onderzoeken en met
oplossingen te komen. De RWI heeft zijn advies en het achterliggende onderzoeksrapport
vandaag aan staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en aan de
voorzitters van Stichting van de Arbeid aangeboden.
Hoewel de achterstand van hoogopgeleide allochtonen de laatste jaren kleiner geworden is,
zijn zij vergeleken met autochtone hoogopgeleiden vaker werkloos, zoeken zij ook langer
naar werk en werken ze vaker onder hun opleidingsniveau. Uit het onderzoek blijkt dat
hier geen grote oorzaken achter schuilgaan, maar meer een samenspel van kleinere
factoren. De RWI wijst onder andere op de mindere taalbeheersing, de vaak bescheidener
opstelling van allochtonen tijdens sollicitatiegesprekken en op het feit dat zij minder
vaak relevante of perspectiefvolle stages volgen. Bovendien hebben zij meer moeite om
sowieso aan een stageplek te komen.
De sociaal-communicatieve achterstand komt ook doordat allochtonen minder meedoen in het
studentenleven en minder nevenactiviteiten verrichten. Daardoor hebben ze als starter op
de arbeidsmarkt een minder imposant CV en netwerk, evenals een mindere presentatie.
Opvallend in het RWI-onderzoek is dat allochtonen zélf aangeven dat huidskleur en
afkomst weliswaar een rol spelen in de beoordelingen tijdens sollicitaties, maar veel
minder dan de gekozen opleiding en motivatie. Positief is dat eenmaal op de werkvloer de
afkomst nog nauwelijks een rol speelt.
Om de positie van hoogopgeleide allochtonen op de arbeidsmarkt verder te verbeteren, stelt
de RWI een aantal maatregelen voor die betrekking hebben op zowel de studie- als de
sollicitatiefase. Omdat de arbeidsmarktpositie van hoogopgeleide allochtonen relatief
veel beter is dan die van laagopgeleide allochtonen, hamert de RWI er allereerst op dat
iedereen die dat kan ook daadwerkelijk een hogere opleiding gaat volgen en afmaakt.
De RWI wil verder de doorstroming naar hogere onderwijsvormen bevorderen (met name van MBO
naar HBO) en de studieuitval onder allochtonen in vooral het HBO bestrijden. Zo wil de
Raad een betere begeleiding en advisering van allochtone studenten tijdens het kiezen van
een opleiding of een stage. Allochtonen zouden ook actiever moeten zijn in
studentenverenigingen en andere gemengde netwerken. Ook zijn gerichte
arbeidsmarktvoorlichting en taal- en sollicitatietrainingen nog steeds nodig. De RWI
concludeert dat, zoals afgesproken op de Werktop, het nu aan FORUM, het Instituut voor
Multiculturele Ontwikkeling is om de voorstellen in de praktijk verder uit te werken.
De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten.
De RWI doet voorstellen aan de regering en andere partijen over het brede terrein van werk
en inkomen. Doel van deze voorstellen is een goed functionerende arbeidsmarkt te
bevorderen. Het vergroten van de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op
de reïntegratiemarkt behoort eveneens tot de kerntaken van de RWI.
---
Voor de redactie,