Kosten vergrijzing gedekt door overlijden Babyboomers
Van denderen
PERSBERICHT
Amsterdam, 11 oktober 2006
Kosten vergrijzing gedekt door overlijden Babyboomers
Uit berekeningen in economisch statistische berichten (ESB, 4494) door marktanalist Misha
van Denderen blijkt dat de kosten van de vergrijzing grotendeels worden gedekt door de
successierechten op de nalatenschappen van welvarende Babyboomers.
Volgens het CPB loopt de staatsschuld vanwege de vergrijzing vanaf 2040 ernstig uit de
hand. Het CPB adviseert daarom 11 miljard euro aan besparingen op de rijksbegroting door
te voeren. Uit de recente berekening door Misha van Denderen blijkt echter dat de sterk
stijgende belastinginkomsten uit successierechten al een groot deel van de kosten van de
vergrijzing dekken.
De inkomsten uit successierechten stijgen van 1,7 miljard euro in 2005 naar 5,0 miljard in
2040. In de jaren daarna neemt dit bedrag nog verder toe. Er zijn 3 ontwikkelingen die aan
deze stijging bijdragen. Ten eerste heeft de omvangrijke generatie babyboomers niet het
eeuwige leven, waardoor het aantal sterfgevallen de komende decennia toeneemt. Ten tweede
laten deze toekomstige erflaters een groter vermogen na. Ten derde zijn er steeds meer
erflaters zonder kinderen waardoor erfenissen bij verre familie of derden terecht komen.
Voor die erfenissen geldt een hoger belastingtarief.
Als de extra inkomsten uit successierechten gebruikt worden voor aflossing van de
staatsschuld, dan komt de staatsschuld in 2040 en daarna lager uit dan volgens de
prognose van het CPB. Het advies om 11 miljard op de begroting te besparen is daardoor
achterhaald. Een besparing van 2,3 miljard blijkt al voldoende om de staatsschuld onder
de in het Verdrag van Maastricht overeengekomen grens van 60% van het bbp te houden.
TOELICHTING
1. Aantal sterfgevallen neemt toe
Het aantal sterfgevallen stijgt van 143.000 in 2005 naar een top van 226.000 in 2047. Het
aantal erflaters neemt navenant toe. De successierechten leveren hierdoor 1,55 maal meer
op in 2040 dan in 2005.
2. Omvang erfenissen neemt toe
De mensen die in 2005 overleden, waren gemiddeld ruim voor de oorlog geboren. Zij begonnen
in de jaren van wederopbouw met werken, waren gemiddeld laag opgeleid en hadden gedurende
de eerste 15 jaar van hun werkzame leven een laag inkomen. Pas na de loongolf in de jaren
zestig begon hun inkomen toe te nemen. Dat ligt anders voor de mensen die in de komende
decennia komen te overlijden. Zij begonnen hun loopbaan na de loongolf van de jaren
zestig, waardoor ze een hoger startinkomen hadden. Bovendien waren ze beter opgeleid en
verdienden ook daardoor meer. Het gevolg is dat ze een groter vermogen hebben kunnen
opbouwen en gemiddeld hogere erfenissen nalaten. De successierechten leveren hierdoor
1,83 maal meer op in 2040 dan in 2005.
3. Meer erflaters zonder kinderen
De tarieven van successierecht bij erfenissen aan verre familie of derden zijn twee- tot
vijfmaal hoger dan de tarieven bij erfenissen aan kinderen of aan de levenspartner. Door
het afnemende kindertal in de tweede helft van de vorige eeuw, zullen er de komende
decennia meer mensen komen te overlijden die tijdens hun leven kinderloos zijn gebleven.
Vanwege het hogere tarief op hun nalatenschappen, leveren de successierechten 1,04 maal
meer op in 2040 dan in 2005.
Zie voor de gedetailleerde berekening ESB, 22 september 2006, nr. 4994, 'Successierechten
dekken groot deel kosten vergrijzing', misha van denderen (filosoof en marktanalist)