Unicef
DR Congo demobiliseert te weinig kindsoldaten
11 oktober 2006, Londen/Den Haag - De regering van de Democratische
Republiek Congo doet te weinig om de duizenden kindsoldaten in het
land te demobiliseren en in de samenleving te integreren. Dit schrijft
de mensenrechtenorganisatie Amnesty International in een woensdag
gepresenteerd rapport.
Een voormalige kindsoldaat in de Democratische Republiek Congo.
Foto: Unicef/HQ05-1248/LeMoyne
In de Democratische Republiek Congo werd in 2003 een vredesakkoord
gesloten dat een eind moest maken aan een jarenlange oorlog die al aan
zo'n 4 miljoen mensen het leven heeft gekost. De overgangsregering
kreeg zo'n 200 miljoen dollar van de internationale gemeenschap om
zo'n 150.000 strijders, onder wie 30.000 kindsoldaten, op te nemen in
programma's van ontwapening, demobilisatie en re-integratie.
Desondanks zijn 11.000 van die kinderen óf nog steeds bij de gewapende
groepen óf worden vermist, aldus Amnesty. De enige verdachte tot nu
toe in handen van het Internationaal Strafhof, Thomas Lubanga, wordt
verdacht van het ronselen en inzetten van kindsoldaten.
Unicef over de DR Congo
In het Unicef-rapport 'Child Alert: Democratic Republic of Congo'
beschrijft de Britse journalist Martin Bell wat voor effect oorlog en
geweld op Congolese kinderen en hun families hebben. Dagelijks sterven
1.200 mensen als een direct of indirect gevolg van gewapende
conflicten. Meer dan de helft van hen zijn kinderen. Die indirecte
gevolgen zijn bijvoorbeeld ziekte en ondervoeding. De bevolking in
Oost-Congo leeft voortdurend in onveiligheid; mensen slaan geregeld op
de vlucht voor het geweld en hebben geen toegang tot hulp.
Meer over het Unicef-rapport
over de DR Congo
Bron: ANP en Unicef