Overschrijding financiële ruimte ziekenhuizen Voorhang aanwijzing ex WMG
Kamerstuk, 6-10-2006
De Voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018/20017
2500 EA DEN HAAG
MC/MO-2718285/ MC-2718282
6 oktober 2006
Gebleken is dat de groei van de ziekenhuiszorg en de daarmee
samenhangende uitgaven in 2005 hoger uitgevallen zijn dan was voorzien
en afgesproken. Bovendien zal deze overschrijding in 2006
gecontinueerd worden. De macrokosten zijn dus hoger dan in het
regeerakkoord was voorzien. Zonder maatregelen zullen ook in de
komende jaren de realisaties van de uitgaven boven de ramingen in het
budgettaire kader zorg uitkomen en bovendien structureel van aard
zijn. Gezien de doelstellingen van het kabinet moet deze
overschrijding worden ingelopen.
De voor de periode 2005 tot en met 2007 beschikbare financiële ruimte
is vastgelegd. In de Rijksbegroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport
voor 2007, Tweede Kamer 2006-2007, 30 800 XVI, nr. 2 (pag. 63) is
opgenomen dat er sprake is van een overschrijding van het beschikbare
macrokader van EUR 192 mln. in 2006.
Ophoging in 2007 van het budgettaire kader zorg voor de
ziekenhuissector zou leiden tot de vaststelling van een hoger
macro-prestatiebedrag en vraagt als gevolg van de 50%/50%-verdeling
een hogere bijdrage van de werkgevers, ook de werkgevers uit de
zorgsector, en een hogere nominale premie van de verzekerde.
Dit heeft een negatief effect op de betaalbaarheid van de zorg. Om
overschrijding van het collectieve uitgavenniveau te voorkomen is een
macrokorting bij de ziekenhuizen noodzakelijk. Dit is het enige
instrument dat in 2007 leidt tot een lagere prijs per produkt.
Dat neemt niet weg dat ik Zorgverzekeraars Nederland in het kader van
de geconstateerde overschrijding bij de ziekenhuizen heb aangekondigd
dat ik in een situatie waarin de collectieve onderhandelingen over het
grootste deel van het ziekenhuisbudget worden afgebouwd en individuele
zorgverzekeraars in staat worden gesteld om over de prijs van een
groot deel van de ziekenhuisproductie te onderhandelen, de ex-post
compensatie-mechanismen in het systeem van risicoverevening (versneld)
zal afbouwen. Mijn voornemen is hiermee in 2008 een begin te maken.
Aangezien ik verplicht ben om binnen het wettelijke kader de
toegankelijkheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid van de curatieve
zorg te garanderen en deze onder druk komen te staan, ben ik
genoodzaakt een maatregel te nemen ten aanzien van de geconstateerde
overschrijding. Deze maatregel heeft betrekking op de algemene en
categorale ziekenhuizen en de universitair medische centra.
Uitgangspunt is de kostenontwikkeling weer in lijn te brengen met de
financiële macroruimte die beschikbaar is, het zogenaamde budgettaire
kader zorg.
Aanwijzing ex WMG
Ik ben voornemens op de voet van artikel 7, eerste lid, aanhef en
onder c van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) een aanwijzing
te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit hierna te noemen NZa.
Ik informeer u hierbij, op grond van artikel 8 van de WMG, over de
zakelijke inhoud van mijn voornemen tot het geven van deze aanwijzing.
Overeenkomstig genoemd artikel zal tot het geven van de aanwijzing
niet eerder worden overgegaan dan nadat dertig dagen verstreken zijn
na verzending van deze brief.
Zakelijke inhoud aanwijzing
De groei van de ziekenhuiszorg en daarmee gepaard gaande uitgaven
hadden er in 2004 al toe geleid dat ik afspraken heb gemaakt met
partijen over de stijgende kosten. Dit is gebeurd in het door NVZ, ZN
en VWS gesloten prestatiecontract getiteld "Groei door doelmatigheid,
prestatiecontract 2004-2007" d.d. 6 juli 2004 en het door NFU, ZN en
VWS gesloten convenant getiteld "Afspraken VWS, NFU en ZN over het
accommoderen van sterk gestegen zorguitgaven" met NFU-nummer 043183
d.d. 6 oktober 2004.
Kern van de afspraken in het prestatiecontract en convenant is dat de
noodzakelijke volumeontwikkeling binnen de beschikbare ruimte van het
Budgettair Kader Zorg kan worden gerealiseerd. In het kader van het
prestatiecontract/convenant waren partijen reeds in 2004
overeengekomen om gedurende de looptijd van het
prestatiecontract/convenant (2004 tot en met 2007) een macrokorting
van EUR 120 miljoen in 2005 en EUR 240 miljoen structureel vanaf 2006
te realiseren. Om deze afspraken te effectueren is er door mij op
grond van artikel 13 van de toenmalige Wet tarieven gezondheidszorg
een aanwijzing gegeven (Staatscourant 28 april 2005, nr. 82 / pag.
21).
Het structurele kortingsbedrag van EUR 240 miljoen is verdeeld over de
sector academische ziekenhuizen enerzijds en de sector algemene en
categorale ziekenhuizen anderzijds waarvan een bedrag van EUR 49,2
miljoen voor de sector academische ziekenhuizen en een bedrag van EUR
190,8 miljoen voor de sector algemene en categorale ziekenhuizen
In genoemde documenten is tevens afgesproken dat wanneer de
zorguitgaven de beschikbare ruimte overstijgen, partijen, uitgaande
van ieders verplichtingen, verantwoordelijk zijn voor het realiseren
van een oplossing.
De kostenontwikkeling is door mij gemonitord. In november 2005 zijn
partijen door mij schriftelijk geïnformeerd over het feit dat zich in
2005 een overschrijding voordeed. Sindsdien heb ik partijen periodiek
gerapporteerd over de financiële ontwikkelingen en heb ik over de
kostenontwikkeling en de te nemen maatregelen herhaaldelijk overleg
gevoerd met partijen. Ik heb partijen in de afgelopen tijd de
mogelijkheid gegeven om met oplossingen te komen.
Uit de cijfers van NZa blijkt dat zich in 2005 een kostenontwikkeling
heeft voorgedaan die heeft geleid tot een overschrijding van EUR 234
miljoen ten opzichte van de beschikbare ruimte. Op grond van de
geconstateerde kostenontwikkeling doet zich in 2006 een overschrijding
voor van EUR 192 miljoen.
Half augustus heb ik partijen een laatste kans gegeven. Partijen zijn
uitgenodigd daartoe zelf met voorstellen te komen. Helaas heeft dit
niet tot adequate oplossingen geleid.
Teneinde de kostenontwikkeling zich weer binnen de beschikbare
financiële ruimte te laten bewegen, is een maatregel noodzakelijk ter
grootte van structureel EUR 192 miljoen vanaf 2007. Bovendien, indien
blijkt dat de kostenontwikkeling zich zodanig voortzet dat deze leidt
tot een verdere overschrijding in 2007 van naar verwachting EUR 291
miljoen, kondig ik hierbij aan dat ik per 1 juli 2007 alsnog
additionele maatregelen zal nemen om de overschrijding 2007 nog in het
zelfde jaar te compenseren. Daarbij kan worden opgemerkt dat
additionele maatregelen met betrekking tot 2007 niet noodzakelijk zijn
indien partijen bij het maken van de verdere budgetafspraken voor 2006
en 2007 er zelf in slagen de kostenontwikkeling weer in lijn te
brengen met de financiële kaders die beschikbaar zijn. Ik neem een
dergelijke additionele maatregel niet in deze aanwijzing op.
a. Totale kortingsbedrag
De huidige overschrijding van EUR 192 miljoen in 2006 is gebaseerd op
de over 2005 geconstateerde kostenontwikkeling en voortzetting daarvan
in 2006. Daarbij wordt de macrokorting geëffectueerd vanaf 2007. Zowel
de oorzaak van de overschrijding als de te nemen kortingsmaatregel
voltrekken bevinden zich derhalve binnen de looptijd van het
prestatiecontract/convenant.
b. Toedeling van het bedrag per sector naar het microniveau van de
individuele instelling
Ten aanzien van de wijze van toedeling van het kortingsbedrag per
sector naar het microniveau van de individuele instelling, zal naar
verwachting een ander uitgangspunt worden gehanteerd dan bij het
uitwerken van de macrokortingsbedragen uit het
prestatiecontract/convenant.
Met ingang van 1 oktober is namelijk de WMG in werking getreden.
Hiermee is ook de Nederlandse Zorgautoriteit een feit. De NZa krijgt
een andere rol dan het College tarieven gezondheidszorg had, ook op
het terrein van de bekostiging. De NZa heeft de ruimte om zelf te
bepalen hoe de macrokorting plaats zal vinden; vanzelfsprekend zal de
NZa zorgdragen voor een juridisch houdbare uitwerking. Voor mij is van
belang dat de totale macrokorting wordt geëffectueerd. Ik zal dan ook
in de definitieve aanwijzing niet exact voorschrijven hoe de korting
exact moet worden geëffectueerd.
Mocht de NZa niet tijdig een dergelijke kortingswijze kunnen
ontwikkelen, dan bestaat altijd de mogelijkheid om terug te vallen op
een kortingswijze conform de aanwijzing van 28 april 2005.
c. Indexering
De kortingsbedragen zijn onderhevig aan nominale aanpassingen
(indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar
2007.
Een afschrift van deze brief stuur ik aan NZa, NVZ, NFU en ZN.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport