Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl
2513AA22XA

Contactpersoon Uw brief 2060700160 Doorkiesnummer Ons kenmerk SV/WV/06/80247 Datum 6 oktober 2006 Onderwerp Kamervragen van het lid Noorman-den Uyl

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Noorman-den Uyl (PvdA) over het overgangsrecht bij de nieuwe Werkloosheidswet (WW).

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Ons kenmerk SV/WV/06/80247


2060700160


1
Bent u ervan op de hoogte dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) mensen met een WW-uitkering informeert over de wijzigingen in de WW? 1)

Antwoord op vraag 1.
Ja.


2
Kunt u aangeven hoe dit zich verhoudt tot de passage in de Memorie van Toelichting bij de Wetswijziging van de WW 2) waarin staat: `Verder wordt een regeling voorgesteld waarmee voorkomen wordt dat werkhervatting tot kortere rechten leidt'?


3
Kunt u tevens toelichten waarom op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het volgende wordt vermeld: `Mocht een WW-gerechtigde werk vinden voordat de termijn van zijn WW-uitkering verstreken is, dan blijven de oude rechten gedurende vijf jaar gehandhaafd. Uitgangspunt is dat het aan het werk gaan geen nadelige gevolgen heeft voor de werknemer'?


4
Deelt u de mening dat mensen die vóór 1 oktober 2006 werkloos zijn geworden, een tijdelijke baan vinden en na 1 oktober 2006 opnieuw werkloos worden niet een korter recht op WW hebben? Zo neen, kunt u nader toelichten hoe dit zich verhoudt tot de tekst in de Memorie van Toelichting bij de Wetswijziging van de WW?

Antwoord op vragen 2, 3 en 4.
In de Wet wijziging WW-stelsel is een overgangsbepaling getroffen die ertoe leidt dat de duur van een nieuwe WW-uitkering na 1 oktober 2006 ten minste gelijk is aan de resterende duur van een WW-uitkering van vóór 1 oktober 2006, indien laatstgenoemde uitkering is geëindigd door het aanvaarden van een nieuwe baan (artikel 130o, tweede lid van de WW). Dit geldt overigens ook als de nieuwe baan is aangegaan voor onbepaalde duur. Met deze overgangsbepaling is invulling gegeven aan het uitgangspunt dat werkhervatting geen nadelige gevolgen dient te hebben voor bestaande WW-rechten.


5
Deelt u de mening dat de informatie die het UWV momenteel verstrekt aan mensen die nu een WW-uitkering hebben niet conform de bedoeling van de wetgever is en dat die ertoe zal leiden dat mensen niet snel een tijdelijke baan zullen accepteren, omdat zij dan hun oude rechten verliezen? Zo neen, kunt u dit toelichten?

---

Ons kenmerk SV/WV/06/80247


6
Deelt u de mening dat de tegenstrijdige berichtgeving op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en die van het UWV niet wenselijk is? Zo ja, wanneer worden die gelijkgetrokken?

Antwoord op de vragen 5 en 6.
De mailing met als titel "Wijzigingen in de WW voor u niet van toepassing" heeft tot doel om WW-gerechtigden in kennis te stellen van het feit dat de wijzigingen in de WW geen consequenties hebben voor hun bestaande WW-rechten. De mailing is beknopt, specifieke overgangsbepalingen worden er niet in beschreven. Voor meer uitgebreide en specifieke informatie over de wijzigingen in de WW verwijst de mailing naar de website van mijn ministerie. Deze website geeft de strekking van de overgangsregeling bij werkhervatting correct weer.


1) Berichtgeving van het UWV aan mensen met een WW-uitkering omtrent wijzigingen in de WW.

2) Kamerstukken 30 370, nr. 3, vergaderjaar 2005-2006


---