Kerkinactie en ICCO: Strenge winter is nieuwe ramp voor Pakistan
Kerkinactie
Persbericht
Utrecht, 5 oktober 2006
1 jaar na de aardbeving in Pakistan
'Strenge winter is nieuwe humanitaire ramp'
'Een strenge winter betekent een nieuwe humanitaire ramp in Pakistan. De naderende winter
is een tikkende tijdbom voor de overlevenden van de aardbeving,' aldus noodhulpmedewerker
Jacqueline van Dijck van Kerkinactie en ICCO. Zij is op dit moment op bezoek in het
noordwesten van Pakistan dat precies een jaar geleden werd getroffen door een
verwoestende aardbeving.
Een jaar na de aardbeving in Pakistan hebben 3500.000 mensen nog altijd geen
winterbestendig huis. De winter, die in november begint, kan een nieuwe ramp betekenen
voor deze mensen. Het is voor hulporganisaties niet mogelijk te helpen met het bouwen van
huizen, omdat de overheid dit als haar taak beschouwt.
Hulporganisaties ter plaatse, zoals Church World Service, bereiden zich voor op een nieuwe
noodsituatie. Zij hebben pakketten met voedsel en stutmaterialen zoals ijzeren palen,
golfplaten en zeil klaar staan voor 5.000 families. Zij krijgen hiervoor steun van
Kerkinactie en ICCO.
'Het is goed dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt. Maar de keerzijde is dat ze
traag werkt. Intussen stijgen de prijzen van bouwmaterialen, waardoor ze onbetaalbaar
raken', zegt Van Dijck. Kerkinactie en ICCO steunen tegelijkertijd organisaties ter
plaatse met het trainen van bouwvakkers. Daarnaast richten ze zich op wederopbouw door
het bieden van o.a. trainingen aan leraren en kleine ondernemers, ondersteuning van
nieuwe bedrijfjes en psychosociale gezondheidszorg. Een belangrijk onderdeel in alle
hulpprogramma's is rampenmanagement, zodat gemeenschappen beter zijn voorbereid zijn op
eventuele toekomstige rampen.
Op 8 oktober 2005 kwamen bij de aardbeving in India en Pakistan 80.000 mensen om. Meer dan
3 miljoen mensen werden dakloos. Kerkinactie en ICCO ontvingen ruim 6 miljoen euro uit de
Nationale Actie van de SHO en rechtstreekse giften van particulieren. Daarvan ging twee
miljoen naar noodhulp, waaronder voedsel, medische zorg, tenten en gereedschap. Het
overige geld is voor wederopbouw.