Nederlandse Vereniging van Journalisten
Klein succes voor beroepsorganisaties in procedure tegen Sanoma
(05 oktober 2006)
Uitgeefgigant Sanoma moet haar algemene voorwaardenregeling voor
freelancers aanpassen omdat een bepaling uit die voorwaarden
onredelijk bezwarend is. Dat oordeelde het Gerechtshof in Den Haag in
een arrest van 28 september 2006. De procedure werd in 2004 gestart
door vier beroepsorganisaties van freelancers: de Vereniging van
Schrijvers en Vertalers (VSenV), de Nederlandse Vereniging van
Journalisten (NVJ), de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO)
en de FotografenFederatie (FF). De organisaties maakten bezwaar tegen
de Sanoma-voorwaarden die het hergebruik van werk van freelance
auteurs regelen.
In de loop van de procedure wijzigde Sanoma de voorwaarden enkele
keren. Het Hof zag helaas geen ruimte om eerdere versies van de
regeling te toetsen, waardoor geen principiële uitspraak werd
verkregen over bijvoorbeeld de `syndication'-bepaling. Volgens deze
bepaling was het Sanoma toegestaan het werk van freelancers door te
verkopen aan derden, zonder dat de freelancers hiervoor een redelijke
vergoeding ontvingen.
Het succes van het arrest ligt in het oordeel van het Hof dat de
exclusiviteitstermijn van anderhalf jaar `een duidelijk nadeel voor de
freelance auteurs betekent', omdat de auteur gedurende die periode
zijn werk niet kan aanbieden aan derden. Een termijn van negen maanden
acht het Hof echter wel redelijk en Sanoma dient de voorwaarden op dit
punt aan te passen. Daarnaast stelt het Hof vast dat de freelancers
`tot op heden slechts in beperkte mate hebben geprofiteerd van de
toegenomen exploitatiemogelijkheden van hun werken' en constateert het
Hof dat een freelancer tegenover een uitgever een zwakke
onderhandelingspositie heeft en ook niet snel zal gaan procederen.
De vergoedingsregeling voor hergebruik acht het Hof echter niet
onredelijk bezwarend, ondanks het feit dat deze regeling in de
Sanoma-voorwaarden `niet transparant te noemen is'. Bovendien is niet
weersproken dat Sanoma met haar voorwaarden alle
exploitatiebevoegdheden naar zich toehaalt, zonder daar een
substantiële vergoeding voor te betalen. Volgens de regeling hebben
freelancers recht op een symbolische vergoeding voor hergebruik van
12,5% van EUR 7,50, wat neerkomt op EUR 0,94. Dat dit een bijzonder
laag bedrag is, blijkt uit een andere recente rechtszaak tussen een
schrijvend journalist en de Volkskrant. Daarin bepaalde het
Gerechtshof in Amsterdam dat voor hergebruik van een geschreven
artikel op internet een vergoeding van 20% van het oorspronkelijk
honorarium redelijk is.
De verkorting van de exclusiviteitstermijn van 18 naar 9 maanden kan
als een succes worden gezien, maar is onder omstandigheden nog steeds
onredelijk, bijvoorbeeld bij publicaties in dag- of weekbladen.
Daarnaast is het te betreuren dat er geen principiële uitspraak is
gedaan over de vergoedingsregeling. Van groot belang is echter dat de
positie van freelance auteurs door deze uitspraak versterkt is. Er is
een duidelijk signaal naar de uitgevers afgegeven dat zij rekening
moeten houden met de positie van freelance auteurs en niet zomaar
eenzijdige algemene voorwaarden kunnen opleggen.
De beroepsorganisaties beraden zich op de uitspraak en op mogelijke
vervolgstappen.
Reageren: freelance@nvj.nl Telefoon NVJ: 020 -67 66 77 1