IP/06/1300
Brussel, 3 oktober 2006
377 miljoen euro aan heffingen voor overschrijding van melkquota
Volgens een voorlopige berekening van de Europese Commissie op basis van de
jaarlijkse aangiften van de lidstaten, zullen deze laatste heffingen voor
een totaalbedrag van 377 miljoen euro moeten betalen wegens overschrijding
van hun melkproductiequota voor het quotajaar 2005/06 (april - maart). Vorig
jaar bedroeg de totale heffing 355 miljoen euro. Negen lidstaten (Tsjechië,
Duitsland, Spanje, Italië, Cyprus, Luxemburg, Oostenrijk, Polen en Portugal)
hebben hun leveringsquota overschreden met in totaal 1.217.000 ton, wat
resulteert in een heffing van 376 miljoen euro. Drie van die lidstaten -
Italië, Polen en Duitsland, nemen meer dan 90% van de heffing voor hun
rekening. De heffing voor Polen, die voorlopig op 91 miljoen is vastgesteld,
zal wellicht aanzienlijk lager uitvallen door de omzetting van
niet-toegewezen quota voor rechtstreekse verkoop in leverinsquota^ . Wat
de rechtstreekse verkoop aan consumenten betreft, waarvoor het totale quotum
2 miljoen ton bedraagt, hebben alleen Spanje en Nederland overschrijdingen
gemeld van in totaal 2.600 ton, wat resulteert in een heffing bij
rechtstreekse verkoop van 0,8 miljoen euro.
Voor de periode 2005/06 bedroeg het totale quotum voor leveringen aan
zuivelfabrieken 135,5 miljoen ton. Dit is opgesplitst in 880.387
individuele quota voor de hele Europese Unie (EUR-25). Voor de
rechtstreekse verkoop aan consumenten is er een apart quotum van 2
miljoen ton, dat is opgesplitst in 107.000 individuele quota.
In 16 lidstaten zijn de producenten geen heffing voor leveringen
verschuldigd omdat de nationale referentiehoeveelheden niet zijn
overschreden. In vier van deze lidstaten zijn in de periode 2004/05
heffingen betaald (België, Denemarken, Ierland en Nederland), in zeven
andere, die in 2004 zijn toegetreden, is sinds de toetreding geen
enkele heffing betaald (Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta,
Slovenië en Slowakije).
Hoe werkt het systeem?
Met het oog op een evenwicht tussen vraag en aanbod en de beperking
van overschotten wordt koemelk in de Europese unie op de markt
gebracht op basis van quota. Elke lidstaat ontvangt twee
referentiehoeveelheden ("quota"): een voor leveringen aan
zuivelfabrieken en een voor rechtstreekse verkoop aan consumenten.
Deze hoeveelheden worden in elke lidstaat verdeeld over de producenten
(individuele quota). Wordt het nationale quotum overschreden, dan is
in de betrokken lidstaat een heffing verschuldigd door producenten die
hiertoe hebben bijgedragen. Deze heffing moet door producenten van
koemelk worden betaald voor alle hoeveelheden melk of melkequivalent
die in een periode van 12 maanden (van 1 april tot en met 31 maart)
boven het quotum op de markt worden gebracht. Niet-gebruikte quota
mogen opnieuw worden toegewezen aan andere producenten in dezelfde
lidstaat. Vóór 1 september van elk jaar moeten de lidstaten de
Commissie in kennis stellen van de resultaten van de toepassing van de
melkquotaregeling in de voorgaande periode. Deze kennisgeving gebeurt
in de vorm van een vragenlijst die alle voor de berekening van de
heffing noodzakelijke gegevens bevat. De heffing bedraagt 0,3091
euro/kg overschrijding.
Bijlage 1: Voorlopige cijfers voor 2005/06
Bijlage 2: Cijfers voor 2004/05
---
Krachtens Verordening (EG) nr. 1406/2006 biedt de Raad alle nieuwe
lidstaten de mogelijkheid om niet-toegewezen quota voor rechtstreekse
verkoop aan het eind van de periode 2005/2006 om te zetten in
leveringsquota.
European Union