KPMG


Middenbedrijf beschermt nieuwe vindingen onvoldoende

3 oktober 2006

Kleine en middelgrote bedrijven in Europa beschermen nieuwe vindingen onvoldoende tegen duplicering door de concurrentie.

Hoewel een ruime meerderheid van de bedrijven zich intensief met onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten bezig houdt, worden de nieuwe vindingen nauwelijks beschermd door middel van patenten en handelsmerken. Hoewel bijna 70% van de ondernemingen het patent een zeer belangrijk middel vindt bij het beschermen van nieuwe ideeën, vraagt niet meer dan 40% daadwerkelijk een dergelijke bescherming aan. Dit blijkt uit Europees onderzoek van KPMG en Microsoft onder 500 middelgrote ondernemingen naar de wijze waarop zij omgaan met de bescherming van nieuwe vindingen. De meeste bedrijven denken hun vindingen vooral te beschermen door het als vertrouwelijk of geheim aan te merken. Voor de bescherming van hun vindingen blijken de bedrijven overigens in beperkte mate een onafhankelijke partij in te schakelen. Ook voor de ontwikkeling van nieuwe producten doen de ondernemingen nauwelijks een beroep op externe deskundigheid. Slechts 35% van de ondernemingen huurt expertise in om vorm te geven aan innovatie, de meerderheid geeft er de voorkeur aan om de ontwikkeling van nieuwe producten binnen de eigen organisatie te realiseren.

Gezien het feit dat innovatie de basis vormt voor succesvol ondernemerschap en het onderwerp bij veel middelgrote bedrijven hoog op de agenda staat, baart de geringe aandacht voor bescherming grote zorgen, zegt Bob Crouwel van KPMG. Crouwel: De bedrijven waar het om gaat zijn in het algemeen de kleinere ondernemingen in Europa die elke euro moeten omdraaien. Zij kunnen het zich dan ook niet veroorloven om het concurrentievoordeel dat zij door middel van onderzoek & ontwikkeling realiseren in de waagschaal te leggen. Het verbaast dan ook dat de bedrijven niet meer prioriteit geven aan het zo goed mogelijk beschermen van hun intellectuele eigendommen. En nu China zich steeds meer als handelspartner opwerpt voor Europese ondernemingen, zouden de bedrijven hun eigendommen nog strenger moeten bewaken. Het gebrek aan respect bij ondernemingen in deze opkomende markten voor vindingen van anderen is evident. Bedrijven zonder waterdichte bescherming van hun eigendommen lopen dan ook een groter risico blootgesteld te worden aan concurrentie van deze landen dan zij ooit in het thuisland gewend waren.

Uit het onderzoek van KPMG en Microsoft blijkt voorts dat de bedrijven voor het doen van onderzoek en ontwikkeling nauwelijks een beroep doen op externe financiering. Crouwel: Hoewel de ondernemingen voor de financiering gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld belastingaftrek, gesubsidieerde leningen en toelagen, doet minder dan de helft van de bedrijven hierop een beroep. Van de onderzochte landen maken alleen Nederlandse bedrijven relatief vaker gebruik van de toelagen die door de rijksoverheid worden verstrekt. Daarnaast doet één op drie bedrijven een beroep op de mogelijkheid tot belastingvermindering. Overigens spelen private equity huizen nauwelijks een rol bij de financiering van nieuwe vindingen bij Nederlandse bedrijven. Andere landen in Europa blijken in beperkte mate durfkapitaal in te zetten voor onderzoek & ontwikkeling.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039

© 2006 KPMG Holding N.V., registered with the trade register in the Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability company and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All rights reserved.