Ministerie van Algemene Zaken



29-09-2006, Gesprek met de minister-president, N1, 18.40 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER ZIJN ROL TIJDENS DE ALGEMENE POLITIEKE BESCHOUWINGEN, HET CHINESE JONGETJE HUI EN EEN TWEEDE KERNCENTRALE


VAN DE GRAAF:
De algemene beschouwingen zijn achter de rug. Oppositieleider Bos heeft het een flutdebat genoemd. Wat vond u het?


BALKENENDE:
Ik vond het een goed en pittig debat en waarom? We zijn een minderheidskabinet. We hebben moeilijke jaren gehad, maar op het ogenblik staan we er veel beter voor. En als ik nog eens terugkijk hoe het debat is geweest en welke moties er zijn ingediend, dan merk ik dat er feitelijk brede steun was voor het beleid van het kabinet. Ik heb van de kant van de PvdA bijvoorbeeld geen tegenbegroting gezien. Een hele hoop moties zijn afgewezen.


VAN DE GRAAF:
Op Prinsjesdag was hij er al, vorig jaar.


BALKENENDE:
Dat was een wat anders, vandaar geen tegenbegroting. En toch behoorlijk wat steun voor de lijn van het kabinet. Nou, dan ben ik tevreden.


VAN DE GRAAF:
Maar de oppositie had zo graag ook iets meer van u als leider van het CDA willen horen en dat hebt u echt vertikt. Tot het laatste moment.


BALKENENDE:
Moet u zich eens voorstellen als ik bij dat debat nu eens had gezegd van: dan sta je in vak K, waar de ministers zitten, en dan ga je je daar opstellen als politiek leider van het CDA. Ik had vandaag de krantenkoppen wel eens willen zien. Dan zou het zijn geweest: premier misbruikt positie om hier politiek van zijn eigen partij te bedrijven.


VAN DE GRAAF:
Aan de andere kant, de verkiezingen zijn in zicht. We weten allemaal dat het over zeven, acht weken weer met z'n allen moeten gaan praten. Had u niet een middenweg kunnen bewandelen?


BALKENENDE:
Mag ik u een vraag stellen? U als journalist. Als ik daar nu gewoon het partijpolitieke spel had gespeeld namens mijn partij, wat zou u dan hebben gezegd als journalist? U had gezegd: dat geeft geen pas. Ik heb gisteren heel duidelijk willen zeggen, woensdag ook al: ik sta daar als premier, als vertegenwoordiger van het kabinet. Dan moet je ook niet die dingen gaan vermengen met elkaar. Ik begrijp die ophef die ineens wordt gemaakt ook niet, want u heeft de aanduiding van de heer Bos nu gegeven. Je hoort juist bij de algemene politieke beschouwingen te spreken over datgene wat in het belang van Nederland is, wat gedaan moet worden, wat de visie voor het komend jaar is. En bovendien, de debatten in het kader van de verkiezingscampagne, die komen allemaal nog.


VAN DE GRAAF:
Want wat gaat er nu gebeuren met ingang van vandaag of morgen? U blijft minister-president van alle Nederlanders tot er verkiezingen zijn geweest en nog wel een tijdje daarna ook. Toch zal u zich moeten gaan profileren als CDA-leider met het CDA-programma, dat op onderdelen afwijkt van wat nu het kabinetsbeleid is.


BALKENENDE:
Het is zo dat ik natuurlijk missionair minister-president blijf tot de dag van de verkiezingen. Daarna worden we demissionair. En daar ga ik ook gewoon mee door. Alleen ik zal wel steeds duidelijk aangeven wanneer ik spreek als minister-president en wanneer ik spreek als politiek leider van het CDA.


VAN DE GRAAF:
U gaat het er bij zeggen?


BALKENENDE:
Nou, dat zal wel duidelijk zijn. Je hebt bijeenkomsten. Je hebt verkiezingsbijeenkomsten. Je hebt lijsttrekkersdebatten. Dan is het wel duidelijk in welke hoedanigheid je spreekt.


VAN DE GRAAF:
Hier zit u in ieder geval als minister-president. In die hoedanigheid stel ik u een vraag over een jongetje van 8, die zit in de vreemdelingebewaring in Zeist, samen met zijn moeder. Vindt het kabinet dat een acceptabele situatie?


BALKENENDE:
Ik geloof dat elk weldenkend mens liever niet heeft dat kinderen zo zijn gehuisvest. Dat doet gewoon pijn. Mij ook. Dit jongetje heeft veel publiciteit gekregen. Dat begrijp ik, want hij zit daar en je zou liever hebben dat het niet nodig was. Ik moet wat terughoudend zijn, want u weet ook dat deze zaak voor de rechter is. De moeder heeft beroep aangetekend bij de vreemdelingenrechter in Zutphen, meen ik, dus ik kan niet te veel op de zaken zelf in gaan, maar op zichzelf heb je natuurlijk liever niet dat kinderen zo worden bewaakt. Nu is het wel zo dat er sinds juli een nieuwe beleidslijn is en die houdt eigenlijk dit in: als er sprake is van een tweeoudergezin en er zijn kinderen, dan, als er sprake moet zijn van inbewaringstelling, kan worden gezegd: alleen het hoofd van het gezin wordt dan in bewaring gesteld en de anderen mogen dan elders verblijven.


VAN DE GRAAF:
Met hun kinderen.


BALKENENDE:
Ja. Als er sprake is van een eenoudergezin, dan zal het zo zijn dat die ouder in bewaring moet worden gesteld en het kind mag dan ook elders verblijven. Bij een voogd of bij een andere familie. Waarom is daar voor gekozen? Om juist die moeilijke situatie te voorkomen waar u op doelt. En in algemene zin geldt dat je natuurlijk liever hebt dat mensen gewoon meewerken aan de terugkeer en dat het niet nodig is. De inbewaringstelling is echt een laatste middel dat je natuurlijk liever niet toepast.


VAN DE GRAAF:
Ik kom zo terug op de positie van die moeder, maar eerst nog een keer: het kind krijgt niet of nauwelijks onderwijs, hij komt anderhalf uur per dag buiten, hij heeft een beperking van zijn bewegingsvrijheid, hij wordt bedreigd in zijn ontwikkeling. Vindt het kabinet dat een acceptabele situatie?


BALKENENDE:
U moet even onderscheid maken tussen de algemene lijn die ik net uitgelegd heb en de concrete situatie. Ik weet niets van wat in deze situatie heeft gespeeld, van de afweging van de moeder om te zeggen: het kind blijft bij mij. De zaak is voor de rechter, dus ik moet daar echt terughoudend in zijn.


VAN DE GRAAF:
De moeder heeft een standpunt ingenomen. Dat is duidelijk. Daar wilt u niet in treden, maar we hebben met z'n allen als samenleving ook een verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld als we vinden dat die moeder iets doet waarvan wij vinden dat het onacceptabel is, dan komt gewoon de kinderbescherming. En die zegt: u kunt willen wat u wil, maar wij als land hebben een kinderbescherming. Wij overrulen de moeder, dus daarom nog een keer die vraag: vinden wij het acceptabel?


BALKENENDE:
Je hebt altijd zorg voor kinderen, dat begrijp ik heel goed, en dit soort situaties heb je liever niet. Alleen, er kan sprake zijn van het feit dat iemand terugmoet naar het land van herkomst. Dat er sprake moet zijn van terugkeer. Dat hangt samen ook met het feit dat men bijvoorbeeld illegaal in Nederland is en dan kan er een moment komen dat je zegt: als alle andere middelen niet werken, dan kom je een keer uit bij inbewaringstelling. Hoe erg dat ook is. Maar het is wel een laatste middel dat je misschien een keer moet hanteren.


VAN DE GRAAF:
Dat snap ik voor de moeder. Maar nu het kind.


BALKENENDE:
Dan komen we bij het kind en dat is ook precies de reden geweest waarom ook is gezegd: er is al de mogelijkheid sinds juli dat het kind elders wordt ondergebracht. Moeder kiest er niet voor. Dat is dan ook een verantwoordelijkheid van de moeder zelf. Want ook de moeder kan de afweging maken: wat is nu het beste voor mijn kind. Ook wat die zaken betreft waar u op doelt: het zien van vriendjes, hebben van onderwijs.


VAN DE GRAAF:
Tenzij u zegt: wij vinden dat geen goede beslissing van die moeder. Die beslissing nemen we als Staat der Nederlanden de hele dag. Er zijn allemaal ouders die dingen doen die we niet goed vinden en dan zeggen we: we sturen de kinderbescherming op je af, we gaan naar de kinderrechter. Misschien krijg je een ondertoezichtstelling.


BALKENENDE:
Maar het is toch een verschil tussen de inbewaringstelling van mensen die eigenlijk weer terug moeten naar het land van herkomst, omdat ze illegaal zijn en hier niet langer mogen blijven, en mensen die regulier in Nederland zijn. Als je regulier in Nederland blijft, dan heb je inderdaad de instrumenten waar u op doelt, maar dit is natuurlijk iets anders dan de mensen die gewoon in Nederland altijd mogen zijn.


VAN DE GRAAF:
U vindt dat in dit geval de kinderbescherming er niets mee te maken heeft?


BALKENENDE:
Ik heb net gezegd: het is een individuele situatie, ik moet daar echt terughoudend in zijn. Ik heb aangegeven dat er ook mogelijkheden zijn dat een kind ergens anders wordt ondergebracht, maar dat is ook afhankelijk van wat de ouder zelf dan ook daar van vindt. Voor de rest vind ik het natuurlijk een hele nare toestand, want ik denk met u net zo goed aan dat jongetje Hui en je zou ook liever zien dat het niet gebeurt.


VAN DE GRAAF:
Het gaat om twaalf gevallen in Nederland. Gelukkig een zeer overzichtelijk getal. Is het nou echt ondenkbaar dat we die mensen, als ze dan moeten worden opgesloten, met z'n twaalven bij elkaar stoppen en een klein deurtje maken, waar die kinderen van 8 in en uit kunnen lopen terwijl hun ouders in die vreemdelingenbewaring blijven?


BALKENENDE:
Ik kan natuurlijk de precieze zaken niet overzien. We hebben vaak te maken met kinderen met heel verschillende achtergronden, die misschien elkaars taal niet eens kunnen spreken. Daar moet je ook rekening mee houden. Daar waar sprake is van verbetering: ik vind dat je je ogen nooit moet sluiten. Maar ik vind het nu wat te snel om te zeggen: we zouden dat direct moeten doen. Op zichzelf kan ik me de gedachte die u naar voren brengt wel voorstellen.


VAN DE GRAAF:
Een laatste onderwerp. Staatssecretaris Van Geel heeft een brief gestuurd waarin hij iets zegt over de voorwaarden waaronder in de toekomst mogelijk een tweede kernenergiecentrale in Nederland zou kunnen worden gebouwd. Hoort dat bij een minderheidskabinet in z'n nadagen?


BALKENENDE:
Het is natuurlijk ook niet zo dat er een besluit wordt genomen over een tweede kerncentrale. Misschien goed om het uit te leggen. Het is zo dat de huidige wetgeving in Nederland het mogelijk maakt dat er andere kerncentrales worden gebouwd. Dat is het juridisch kader. Vandaag is nog eens gezegd door middel van een brief dat, als het zover zou komen, je heel goed moet kijken naar de eisen waaraan zo'n centrale zou moeten voldoen. En wat nu in de brief staat is dat, als je het zou doen, je de nieuwste inzichten moet benutten wat betreft de techniek. Het moet een centrale zijn die direct kan worden ontmanteld als hij niet meer wordt gebruikt en er moet een politiek besluit zijn over het afval. Het is dus eigenlijk een kader dat je benut als het zover zou komen, maar ook niet meer dan dat.


VAN DE GRAAF:
Maar het is een heel controversieel onderwerp. U had ook geen brief kunnen sturen en het aan het volgende kabinet overlaten.


BALKENENDE:
Wat een essentiële beslissing zou zijn, dat is het besluit of er wel of niet een tweede kerncentrale zou komen in Nederland. Daar is geen sprake van.


VAN DE GRAAF:
Het is een heel klein eerste stapje.


BALKENENDE:
Het is een juridische waarborg als het zover zou komen. Ik vind dus dat dit echt wel kan, want dit heeft gewoon te maken met de juridische mogelijkheden. Maar het is natuurlijk niet aan dit kabinet om het te doen. Bovendien, het is natuurlijk niet direct een zaak van het kabinet. Het is een zaak van de energieproducenten. En zo ligt het, maar ik denk wel dat het goed is om je te vergewissen van wat noodzakelijk is als je het zou willen. Daarom vind ik deze brief gerechtvaardigd en dit is niet een besluit over een kerncentrale. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)