Rechtbank Haarlem
Ontvankelijkheid bezwaarschrift gericht tegen vrijstelling en
bouwvergunning
Onder verlening van vrijstelling is bouwvergunning verleend. De
vrijstelling is voorbereid met afd. 3.4 Algemene wet bestuursrecht
(Awb), de bouwvergunning niet. Art. 49 lid 5 Woningwet bepaalt dat de
vrijstelling voor de mogelijkheid beroep in te stellen geacht wordt
deel uit te maken van de bouwvergunning. Uit de Memorie van
Toelichting bij de Aanpassingswet uniforme openbare
voorbereidingsprocedure blijkt dat de beroepsgang voor de
bouwvergunning leidend is, zodat ook ten aanzien van vrijstellingen
voorbereid met art. 3.4 eerst bezwaar moet worden gemaakt alvorens
beroep te kunnen instellen.
Dit laat echter onverlet dat uit art. 6:13 Awb volgt dat geen beroep
kan worden ingesteld indien de belanghebbende redelijkerwijs kan
worden verweten dat hij geen zienswijze heeft ingediend met betrekking
tot het besluit dat met afd. 3.4 Awb is voorbereid. Aangezien uit het
systeem van de Awb volgt dat de belanghebbende alleen bezwaar kan
maken, indien hij in beroep ontvankelijk zou zijn, betekent dit dat
degene die geen zienswijze heeft ingediend, en dus in beroep niet kan
worden ontvangen, evenmin in bezwaar kan komen, tenzij hem dit
redelijkerwijs niet kan worden verweten.
LJ Nummer
AY9193
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 29 september 2006 Naar boven