Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Samsom, Koenders en Douma over handel met Birma

28-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Hierbij bieden wij u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Samsom, Koenders en Douma over handel met Birma. Deze vragen zijn ingezonden op 11 september 2006 met kenmerk 2050618770.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot

De staatssecretaris van Economische Zaken,
Mw. C.E.G. van Gennip MBA

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van de leden Samsom, Koenders en Douma over handel met Birma.

Vraag 1

Hebt u vernomen dat de Franse oliemaatschappij Total onderzoek heeft gesponsord dat gericht was op het vinden van nieuwe aardgasvoorraden in Birma, wellicht resulterend in een hernieuwde exploitatie (met hulp van Total), exportmogelijkheden en inkomsten voor het Birmese militaire regime?

Antwoord

Ja, volgens berichtgevingen is voor de kust van Arakan geologisch onderzoek gedaan naar mogelijke aardgasvoorraden. Dit geologisch onderzoek was mede ondersteund door de Franse oliemaatschappij Total. Het is vooralsnog onduidelijk wat de verdere betrokkenheid van Total hierin zal zijn.

Vraag 2

Heeft de Europese Unie (EU) ooit een (onafhankelijk) onderzoek laten doen naar de exacte impact van het Gemeenschappelijk Standpunt ten aanzien van Birma, nadat dit gemeenschappelijk standpunt is uitgebreid en aangescherpt op 25 oktober 2004 (en op 27 april 2006 wederom met een jaar is verlengd)? Zo neen, waarom niet?

Het EU-Gemeenschappelijk Standpunt ten aanzien van Birma wordt jaarlijks herzien. Herziening van het Gemeenschappelijk Standpunt vindt plaats op basis een evaluatie van de situatie in Birma, in het bijzonder op het gebied van de mensenrechtensituatie, democratisering en rechtsstaat. Verslechtering dan wel verbetering van de situatie in Birma is in de herziening bepalend.

Vraag 3

Hebt u concrete aanwijzingen dat de aanscherping van het Gemeenschappelijk Standpunt op 25 oktober 2004, vernoemd in artikel 8a en 8b (met inbegrip van de lijst van Birmese staatsbedrijven, vermeld in Annex IV) in Regulation (EC) No 798/2004, tot vermindering van de handel tussen EU en Birma heeft geleid? Zo ja, kunt u aangeven binnen welke bedrijfssectoren de handelsvolumes sinds 25 oktober 2004 zijn verminderd en om welke percentages het gaat? Zo neen, waarom niet?

Uit gegevens van Eurostat blijkt dat de EU-invoer uit Birma van 2004 op 2005 daalde met 37,7 % tot 287 miljoen euro. De EU-uitvoer naar Birma daarentegen steeg van 2004 op 2005 met 7,9% tot 83 miljoen euro. Per saldo was dus sprake van een daling van het (zeer geringe) handelsvolume. In hoeverre sprake is van een oorzakelijk verband met de aanscherping van het Gemeenschappelijk Standpunt valt niet vast te stellen.

Volgens sector-gegevens van Eurostat over de periode 2003-2005 kwam de daling van de EU-invoer vooral voor rekening van de textielsector, terwijl de (lichte) stijging van de EU-uitvoer met name betrekking had op machines en de chemische sector.

Vraag 4

Deelt u de visie dat de voornaamste inkomstenbronnen van het Birmese regime de export van aardgas en hout zijn? Zo neen, wat zijn volgens uw gegevens de voornaamste inkomstenbronnen van het Birmese regime?

Antwoord

Ja.

Vraag 5

Heeft de staatssecretaris van Economische Zaken inmiddels een gesprek gehad met de houtsector in Nederland over activiteiten van de sector in Birma? Zo ja, wat zijn de resultaten van dat gesprek?

Vraag 6

Welke vervolgactiviteiten zal de staatssecretaris van Economische Zaken nemen om de activiteiten van de Nederlandse houtsector in Birma te beëindigen?

Antwoord
Ja, dit gesprek heeft plaatsgevonden op 21 augustus

jongstleden. Over dit gesprek alsmede over

(mogelijke) vervolgactiviteiten zal de staatssecretaris

de Kamer binnenkort per afzonderlijke

brief informeren.

Vraag 7

Deelt u de visie dat genoemde sectoren, de aardgassector voorop, in Birma relatief kapitaalintensieve en arbeidsextensieve sectoren zijn?

Antwoord

Ja.

Vraag 8

Kunt u aangeven waarom de Birmese staatsbedrijven Myanmar Oil and Gas Enterprise (MOGE) en Myanmar Timber Enterprise (MTE) tot op heden niet zijn opgenomen in Annex IV van het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU ten aanzien van Birma?

Deelt u de mening dat het Europese beleid ten aanzien van Birma ernstige tekortkomingen heeft, gelet op het feit dat de EU wel economische strafmaatregelen tegen Birma instelt, maar verzuimt om de voornaamste sectoren die voor het Birmese regime van belang zijn voor overleving hierin op te nemen?

Vraag 10

Bent u bereid om u in EU-verband in te spannen voor vermindering van de handel tussen de EU en Birma, zeker gelet op de uiterst zorgelijke ontwikkelingen in Birma, het belang van geloofwaardigheid van het Europese Birma-beleid, de voortdurende export van Birmees teak naar de EU en de potentiële nieuwe investeringen van Total in Birma, om de in vraag 8 genoemde twee Birmese staatsbedrijven op te nemen in Annex IV van het Gemeenschappelijk Standpunt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU ten aanzien van Birma dat in oktober 2004 is aangescherpt, is de uitkomst van een onderhandelingsproces binnen de Europese Unie. De Birmese staatsbedrijven MOGE en MTE zijn in 2004 voorgedragen om opgenomen te worden in Annex II (en niet in Annex IV) van het EU-Gemeenschappelijk Standpunt. Daarover kon binnen de Unie destijds geen overeenstemming worden bereikt. De Nederlandse regering blijft zich inspannen om bij de eerstvolgende herziening in april 2007 ook dit soort bedrijven op te nemen in Annex II van het EU-Gemeenschappelijk Standpunt. Zoals bekend is, in het licht van artikel 9 van het EU-Gemeenschappelijk Standpunt ten aanzien van Birma, de besluitvorming gebaseerd op unanimiteit.

Vraag 11

Het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU verbiedt EU-bedrijven te investeren in Birmese staatsbedrijven. Bent u bekend met het feit dat buitenlandse investeringen in Birmese staatsbedrijven ook reeds vele jaren onmogelijk zijn onder Birma's 'Foreign Investment Law'? Wat zal dit voor consequentie vormen voor het EU-beleid ten aanzien van Birma c.q. waarom verwacht u ondanks de van kracht zijnde Birmese 'Foreign Investment Law'dat de EU-maatregelen, zoals genomen op 25 oktober 2004, enige impact zullen hebben?

Antwoord

Volgens de Birmese Foreign Investment Law zijn bepaalde sectoren (waaronder gas) voorbehouden aan de Birmese staat. De Birmese autoriteiten kunnen echter te allen tijde uitzonderingen hierop maken.

Vraag 12

Hebt u enige aanwijzing dat Europese bedrijven leningen of gelden hebben verstrekt aan Birmese staatsbedrijven?

Antwoord

Er zijn vooralsnog geen aanwijzigen dat Nederlandse financiële instellingen leningen of gelden hebben verstrekt aan Birmese staatsbedrijven die staan vermeld in Annex II van het EU-Gemeenschappelijk Standpunt. Voorts zijn er evenmin dergelijke aanwijzigen over bedrijven uit andere EU-lidstaten.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl