Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over het wereldwijde condoomtekort
29-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over het wereldwijde condoomtekort. Deze vragen werden ingezonden op 4 september 2006 met kenmerk 2050618400.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over het wereldwijde condoomtekort.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht "Tekort aan 15 miljard condooms tegen aids"? 1)
Antwoord
Het grote tekort aan condooms vind ik verontrustend, en tegelijkertijd bemoedigend. Het is positief dat de vraag naar condooms groot en groeiende is; dat is mede het resultaat van voorlichtingscampagnes om consistent gebruik van condooms te bevorderen. Ook Nederland zet daar op in. Het grote tekort is echter onacceptabel; het illustreert dat de aidspandemie nog steeds onvoldoende serieus genomen wordt.
De internationale gemeenschap heeft in het afgelopen anderhalf jaar meer aandacht gekregen voor preventie, zeker op papier. De mooie woorden over preventie hebben nog tot onvoldoende actie geleid, getuige het grote condoomtekort. Het voorkómen van overdracht van HIV is ook speerpunt in mijn beleid. We moeten ons er steeds goed van bewust zijn dat mannen- en vrouwencondooms daarin uiterst effectief zijn.
Vraag 2
Herinnert u zich de schriftelijke vragen d.d. 25 februari 2005 over dit onderwerp nog? 2)
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Lijkt het u nog steeds "onwaarschijnlijk dat een te lage productie van condooms oorzaak van condoomtekort zou zijn"? 3) Zo ja, hoe rijmt u dit met bovenstaand bericht? 4) Zo neen, wat gaat u doen om de te lage productie op te schroeven?
Antwoord
Ja, ik ben nog steeds dezelfde mening toegedaan. Ik word daarin ook bevestigd door deskundigen van UNFPA (het VN Bevolkingsfonds), die stellen dat wereldwijd producenten wel degelijk de capaciteit hebben om in de gehele condoombehoefte te voorzien. De problemen zijn een gebrek aan koopkracht en onvoldoende politieke wil. Enerzijds zijn het individuele kopers die geen condooms kunnen aanschaffen - met name vrouwencondooms zijn erg duur. Anderzijds is het de internationale gemeenschap, die onvoldoende bereid is het gat te dichten tussen de behoefte aan condooms en dat wat beschikbaar is. Dit is ook terug te zien in de reeds jarenlang dalende trend in steun aan programma's voor gezinsplanning.
Deze trend wordt mede gevoed door ideologie. Er lijkt sprake van een groeiende oppositie tegen gezinsplanning en rechten - van met name vrouwen - op toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten. Er is ook groeiende inzet op eenzijdige voorlichting: seksuele onthouding voor jongeren vóór het huwelijk en twijfel over de betrouwbaarheid van condooms voor preventie van HIV. Dit werkt averechts op de vraag naar condooms en is schadelijk voor HIV-preventie en verbetering van seksuele en reproductieve gezondheid.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke stappen u sinds de in vraag 2 bedoelde vragen over dit onderwerp heeft genomen om te komen tot een lange termijnoplossing voor het tekort aan condooms in de strijd tegen Aids?
Antwoord
In de door u aangehaalde beantwoording van Kamervragen (TK, vergaderjaar 2004-2005, nr. 1239) heb ik reeds de lange termijn aanpak geschetst. Nederland heeft sindsdien een actieve rol gespeeld in de ontwikkeling, door het VN Bevolkingsfonds, van het Global Programme for Reproductive Health Commodity Security 2006-2010. Dit programma richt zich op de opbouw van capaciteit in ontwikkelingslanden voor planning, management en logistiek. Daarnaast richt het programma zich op het voorkómen van acute tekorten van genoemde producten, ondermeer condooms. Ik heb voor dit programma een vijfjarenbijdrage van jaarlijks tenminste 5 miljoen euro gereserveerd.
Daarnaast is Nederland co-voorzitter van de Reproductive Health Supplies Coalition, een forum dat vertegenwoordigers van ontwikkelingslanden, donoren, NGO's en VN-organisaties bijeenbrengt om gezamenlijk aan oplossingen te werken voor tekorten aan reproductieve gezondheidsmiddelen op landenniveau, inclusief condooms.
We zien geleidelijk aan toenemende aandacht voor het enorme - en snel groeiende - tekort aan reproductieve gezondheidsmiddelen. Vaker is er een speciale begrotingscategorie voor Reproductive Health Commodities, waaronder condooms; er worden meer trainingen gegeven om de capaciteit op landenniveau te versterken; en ook zien we méér social marketing van condooms. Daartoe gaat Nederland ook de strategische alliantie met Population Services International versterken; een organisatie die effectieve programma's uitvoert om consistent condoomgebruik te bevorderen.
1) Spits, 31 augustus 2006
2) Aanhangsel Handelingen nr. 1239, vergaderjaar 2004-2005
3) Ibid., blz. 2630
4) Zie noot 1
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken