Nederlandse Vereniging van Journalisten
Rijksvoorlichtingsdienst
De heer G. van der Wulp,
directeur-generaal
Binnenhof 19
2513 AA DEN HAAG
Amsterdam, 29 september 2006
Geachte heer Van der Wulp,
Het lijkt ons verstandig u reeds nu onze ervaringen te doen toekomen
van de afschaffing van de aloude embargoregeling op Prinsjesdag.
Wij zijn met die afschaffing niet gelukkig. De media hebben daardoor
te weinig tijd gekregen om de stukken goed te doorgronden. Dat heeft
een direct negatief effect gehad voor die media die er á la minuut op
moesten reageren, zoals radio en tv, maar ook de avondbladen. De
ochtendbladen hadden meer ruimte. Maar ook zij moesten binnen een wel
erg beperkte tijd hun werk afmaken. Verder hadden de weekbladen
nauwelijks enige tijd zich de inhoud van de stukken eigen te maken.
Belangrijker nog dan de effecten op de media zelf, zijn de nadelige
gevolgen daarvan geweest voor de luisteraars, kijkers en lezers. Die
kregen door de afschaffing van de embargoregeling niet die informatie
waar ze volgens ons recht op hadden.
Doordat de media niet of nauwelijks op de hoogte waren van de inhoud
van de stukken, konden ze zich bovendien ook onvoldoende voorbereiden
op de persconferenties van premier Balkenende en van de minister van
Financiën Zalm. Daardoor kwam het accent bij hun presentatie van het
regeringsbeleid 2007 wel erg eenzijdig bij het kabinet te liggen en
ontbrak het noodzakelijk tegenwicht dat de pers mede vanwege haar taak
in een democratische samenleving geacht wordt te geven.
Wij verzoeken u dan ook te zijner tijd de premier van het nieuwe
kabinet deze kritiek over te brengen en staan graag open voor overleg
over de wijze waarop de embargoregeling in al of niet beperkte mate
weer in ere kan worden hersteld, zoals een en ander maal door ons
bepleit.
Met vriendelijke groet,
Thomas Bruning,
algemeen secretaris NVJ
Kees Lunshof
vice-voorzitter Genootschap van Hoofdredacteuren