De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DN. 2006/2797
datum : 28-09-2006
onderwerp : Reactie op sovon-rapport overzomerende ganzen
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
In uw brief van 13 juli 2006, kenmerk 06-LNV-B-78, vraagt u om een
reactie op het door SOVON uitgevoerde onderzoek 'Overzomerende ganzen
in Nederland: grenzen aan de groei?' Naar aanleiding van dit onderzoek
heb ik besloten de overzomerende grauwe gans op de landelijke
vrijstellingslijst te plaatsen. Ik leg in deze brief uit waarom.
De overleggroep van het beleidskader faunabeheer is in het leven
geroepen om beleid te formuleren ten aanzien van in Nederland
overwinterende en overzomerende ganzen. Voor overwinterende ganzen is
geregeld dat ze kunnen worden opgevangen in de zogenaamde
foerageergebieden. Daarbuiten mogen ze worden verjaagd, ondersteund
met afschot.
De provincies zijn verantwoordelijk voor het formuleren van beleid
voor overzomerende ganzen. Toch zie ik in de groeiende populaties
ganzen en de daarmee gepaard gaande stijging van de schade aanleiding
om ook voor de overzomerende ganzen landelijke afspraken te maken.
Daarom heeft SOVON in opdracht van LNV onderzoek gedaan naar de
ontwikkelingen van overzomerende ganzen en naar de mogelijkheden om
hierin te sturen.
Het SOVON-rapport concludeert dat ganzen een grote impact op hun
omgeving hebben. Begrazing door ganzen kan enerzijds verruiging
tegengaan en komt de soortdiversiteit ten goede. Anderzijds heeft
overbegrazing van natuurlijke systemen verstrekkende gevolgen, kunnen
ganzen in bebouwde gebieden voor overlast zorgen en richten ganzen
schade aan aan landbouwgewassen en natuurgebieden. SOVON stelt dat
maatregelen om het aantal overzomerende ganzen te beperken
gebiedsgericht moeten zijn. Er zijn verschillende oplossingen voor het
probleem denkbaar in een gebiedsgerichte aanpak, zoals direct
ingrijpen in zich nieuw vestigende nog kleine populaties, maar ook
ingrijpen in bestaande grotere populaties of in hun broedgebied door
bijvoorbeeld manipulatie van de waterstand of maatregelen die predatie
bevorderen.
SOVON concludeert dat de meeste (55 tot 73% en mogelijk zelfs 88% van
de) schade wordt toegebracht door de grauwe gans.
Op basis van dit rapport vraagt LNV, in een beleidshandreiking aan de
provincies en faunabeheereenheden, om op lokaal niveau maatregelen te
formuleren om het toebrengen van schade door ganzen te voorkomen. Dit
moet leiden tot een gebiedsgerichte aanpak. Daarbij dient rekening te
worden gehouden met een aantal in de handreiking genoemde
uitgangspunten. Deze uitgangspunten behelzen in grote lijnen dat
maatregelen noodzakelijk, effectief en efficiënt moeten zijn en dat
van de maatregelen geen onevenredige neveneffecten mogen uitgaan.
De beleidshandreiking zal in november worden gepresenteerd.
Belangrijk onderdeel van de aanpak van de overzomerende grauwe gans
moet plaatsvinden op de schadepercelen door middel van afschot, ook
gedurende het broedseizoen, omdat het broedseizoen voor een belangrijk
deel samenvalt met het groeiseizoen van de gewassen waaraan schade
wordt gedaan. Het zijn niet de broedvogels die in het broedseizoen
schade doen, maar rondzwervende groepen ganzen die geen
broedterritorium hebben.
Zoals ook tijdens een op 12 september jl. gehouden symposium over
overzomerende ganzen aan de orde is gesteld, blijkt de plaatsing van
de grauwe gans op de provinciale vrijstellingslijst, alsmede het
verlenen van ontheffing, om verschillende redenen, onvoldoende
effectief om schade te bestrijden. Omdat het hier gaat om een
landelijk probleem heb ik besloten om de overzomerende grauwe gans op
de landelijke vrijstellingslijst plaatsen. Ik acht voldoende
aangetoond dat de overzomerende grauwe gans in het gehele land
veelvuldig belangrijke schade aanricht, dat er geen andere
bevredigende oplossing voor het probleem bestaat en dat plaatsing van
de grauwe gans op de landelijke vrijstellingslijst geen afbreuk doet
aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Ik beoog
hiermee een effectieve aanpak van de door de overzomerende grauwe gans
veroorzaakte schade mogelijk te maken.
Ik zal zo snel mogelijk uw kamer op de hoogte stellen van de
aanpassing van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren en de
aanpassing van de regeling beheer en schadebestrijding dieren. De
aanpassing van de regeling is nodig om de landelijke vrijstelling te
beperken tot de periode waarin de meeste schade wordt toegebracht,
namelijk van 1 april tot 1 oktober.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit