Verzet in senaat tegen verschuiving bewijslast bij seksuele intimidatie
woensdag 27 september 2006
De Eerste Kamer stemt op verzoek van de fracties van VVD en D66
volgende week over het wetsvoorstel dat de positie van werknemers met
een klacht over (seksuele) intimidatie op de werkvloer versterkt. De
twee fracties verzetten zich tegen de verzwakking van de positie van
de werkgever als gevolg van de verschuiving van de bewijslast. Het
gaat dan uitsluitend om gevallen waarin de werkgever zelf wegens
intimidatie wordt aangeklaagd. VVD en D66 hebben er geen bezwaar tegen
als de bewijslast wordt verschoven in het geval een werkgever ervan
wordt beschuldigd te weinig te doen aan het tegengaan van (seksuele)
intimidatie in zijn bedrijf.
Europese richtlijn
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verdedigde het
wetsvoorstel als actualisering van een richtlijn van de Europese Unie.
De richtlijn is zowel bij de overheid als in de marktsector van
toepassing op alle personen met toegang tot het arbeidsproces, de
beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van
arbeidsvoorwaarden.
Non-issue
CDA-senator Franken kwam de minister te hulp met de stelling dat de
bezwaren van VVD en D66 een 'non-issue' betreffen. Volgens Franken is
het al langer gebruikelijk dat in de rechtsspraak de bewijslast
verschoven kan worden van de klager naar de aangeklaagde. Franken: De
klager moet met feiten zijn klacht staven. De rechter kan dan tot het
vermoeden komen dat de klager een zaak heeft. Vervolgens kan hij de
beklaagde vragen om het tegendeel te bewijzen.
Voorlichtingscampagne
Minister De Geus zei dat een klacht zonder meer nooit tot verschuiving
van de bewijslast kan lijden. Hij kondigde aan, daartoe mede
aangespoord door mevrouw Meulenbelt van de SP, dat hij een
voorlichtingscampagne zal opzetten om duidelijk te maken dat de
versterking van de positie van de werknemer met een klacht over
(seksuele) intimidatie niet tot een heksenjacht op werkgevers zal
hoeven te leiden.
Vermoeden
Senator Schouw van D66, die ook sprak namens de Onafhankelijke
Senaatsfractie, zei dat het probleem hem zit in het begrip
'vermoeden'. Het vermeende slachtoffer hoeft seksuele intimidatie
alleen aannemelijk te maken. De beklaagde moet met objectiveerbare
feiten het vermoeden weerleggen. Minister De Geus zei in dit verband
dat Schouw het 'vermoeden' uit het spraakgebruik verwart met het
juridische begrip 'vermoeden' dat alleen door een rechter kan worden
vastgesteld.
Elk gesprek met de deur open
Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD) betoogde dat de verschuiving
van de bewijslast in het geval van een individuele klacht van een
werknemer tegen zijn werkgever volgens de richtlijn van de EU helemaal
niet hoeft. Volgens haar zou met het aanvaarden van de richtlijn
overigens een situatie ontstaan waarin elk lichamelijk contact tussen
mensen in een werksituatie 'gevaarlijk' wordt, waardoor er een
onnatuurlijke situatie op de werkvloer kan ontstaan. Moet een
werkgever voortaan elk gesprek met een werknemer voeren met de deur
van zijn kamer open?
Laatste legosteentje
Mevrouw Westerveld (PvdA), die ook sprak namens de fractie van
GroenLinks, was minder bezorgd over de verschuiving van de bewijslast.
Al roept de term bij haar wel de associatie op dat mensen straks
vogelvrij zijn voor beschuldigingen van rancuneuze collega's,
ondergeschikten of eigen werknemers. Overigens meende zij dat er
weinig in de arbeidsrechtelijke praktijk zal veranderen met dit
voorstel. Het is het laatste legosteentje op een huis dat feitelijk al
staat en dat er hierdoor niet fraaier of minder fraai op wordt.
---
link (opent in een nieuw venster) stenogram 26 september 2006 Dit is
een downloadbaar word-bestand van 395.5 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal