College van Beroep voor het bedrijfsleven

rechtspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt rechtbankuitspraken en geschilbesluiten OPTA over tarieven voor mobiele gespreksafgifte

Den Haag, 27 september 2006 - Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft vandaag uitspraak gedaan op de hoger beroepen tegen zes uitspraken van de rechtbank Rotterdam (LJN AU2876, AU2876, AV2393, AY6070, AY6087 en een niet op deze website gepubliceerde rechtbankuitspraak). De uitspraken van de rechtbank en het CBb gaan over geschilbesluiten van OPTA over de tarieven voor mobiele gespreksafgifte.

Mobiele gespreksafgifte houdt, kort en vereenvoudigd gezegd, in dat een mobiele aanbieder telefoonverkeer aflevert bij zijn abonnees. Als een klant van KPN Telecom bijvoorbeeld een abonnee van Orange op diens mobiele telefoon belt, levert KPN Telecom telefoonverkeer af bij Orange. Orange vervoert dit verkeer vervolgens over haar mobiele netwerk en levert het af bij haar abonnee. In dit voorbeeld levert Orange de dienst mobiele gespreksafgifte aan KPN Telecom. Orange brengt hiervoor een bedrag in rekening bij KPN Telecom, dat door KPN Telecom kan worden doorberekend aan haar eigen abonnee, de beller.

In 2002 heeft KPN Telecom zich bij OPTA beklaagd over de tarieven van Orange, Tele2, Telfort, T-Mobile en Vodafone. KPN Telecom heeft OPTA gevraagd een geschilbesluit te nemen en daarin lagere tarieven vast te stellen. Verizon (voorheen MCI) en Versatel hebben OPTA hetzelfde gevraagd met betrekking tot de tarieven van KPN Mobile, Orange, Tele2, Telfort, T-Mobile en Vodafone. Ten slotte heeft Tele2 OPTA gevraagd een geschilbesluit te nemen over de tarieven van Vodafone.

In september 2002 heeft OPTA de gevraagde geschilbesluiten genomen. OPTA heeft zich op het standpunt gesteld dat de tarieven van de mobiele aanbieders te hoog zijn en heeft lagere tarieven vastgesteld. De mobiele aanbieders waren het niet eens met deze besluiten en hebben daartegen bezwaar gemaakt bij OPTA. Op 6 oktober 2004 heeft OPTA de bezwaren gegrond verklaard en hogere tarieven vastgesteld dan zij in haar beslissingen van september 2002 had gedaan, over een periode die loopt tot 1 december 2006.

KPN Telecom, Orange, Verizon, Versatel en Vodafone waren het niet eens met de beslissingen op bezwaar van OPTA hebben daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank Rotterdam.

Bij uitspraken van 25 augustus 2005 heeft de rechtbank de beroepen van Orange en Vodafone niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de rechtbank hadden Orange en Vodafone geen belang bij een inhoudelijke beslissing op hun beroepen, omdat zij te kennen hadden gegeven geen problemen te hebben met de hoogte van de door OPTA vastgestelde tarieven. Orange en Vodafone hebben bij het CBb hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraken.

Bij uitspraken van 25 augustus 2005, 10 januari 2006 en 13 februari 2006 heeft de rechtbank de beroepen van KPN Telecom, Verizon en Versatel gegrond verklaard en de besluiten van 6 oktober 2004 van OPTA vernietigd omdat deze besluiten niet goed genoeg zijn gemotiveerd. OPTA en de mobiele aanbieders hebben bij het CBb hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraken.

In zijn uitspraak van 27 september 2006 is het CBb eerst ingegaan op de grieven van partijen die - kort gezegd - inhouden dat andere partijen geen belang zouden hebben bij hun beroepen of hoger beroepen. Het CBb heeft deze grieven verworpen, met uitzondering van een grief van Orange. Orange heeft terecht aangevoerd dat zij haar geschil met KPN Telecom heeft bijgelegd en dat het beroep van KPN Telecom tegen de beslissing op bezwaar in dit geschil daarom geen effect meer kan hebben in de verhouding tussen KPN Telecom en Orange. De rechtbank had dit beroep van KPN Telecom niet-ontvankelijk moeten verklaren. Het College heeft de uitspraak van de rechtbank op het beroep van KPN Telecom vernietigd en dit beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het CBb heeft het hoger beroep van Orange inzake haar geschil met KPN Telecom eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat ook dit hoger beroep nergens meer toe kan leiden.

Het CBb heeft geoordeeld dat Orange en Vodafone terecht zijn opgenomen tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun beroepen door de rechtbank en het CBb heeft de rechtbankuitspraken op deze beroepen vernietigd.

Het College heeft vervolgens geoordeeld dat de verzoeken om geschilbeslechting van KPN Telecom betrekking hebben op tarieven die in overeenstemming met een gesloten overeenkomst over interconnectie bij haar in rekening zijn gebracht. Op grond van artikel 6.3, tweede lid, van de Telecommunicatiewet zoals die gold tot 19 mei 2004 (Tw (oud)) mag OPTA alleen tarieven vaststellen in plaats van overeengekomen tarieven als de afgesproken tarieven in strijd zijn met de wet. KPN Telecom had aangevoerd dat in de Tw (oud) besloten ligt dat de tarieven voor mobiele gespreksafgifte redelijk moeten zijn en dat de door de mobiele aanbieders gehanteerde tarieven voor deze dienst niet redelijk zijn. Het CBb heeft geoordeeld dat de Tw (oud) de mobiele aanbieders niet verplicht tot het hanteren van redelijke tarieven voor mobiele gespreksafgifte. De tarieven van de mobiele aanbieders zijn niet in strijd met de Tw (oud) en OPTA had de verzoeken van KPN Telecom daarom moeten afwijzen. Het CBb heeft de uitspraken van de rechtbank op de beroepen van KPN Telecom - behalve dat inzake Orange, zie hierboven - en de beslissingen op bezwaar van OPTA vernietigd en vervolgens zelf in deze zaken voorzien door de nog aan de orde zijnde verzoeken van KPN Telecom af te wijzen.

Het verzoek om geschilbeslechting van Tele2 en de verzoeken van Verizon en Versatel hebben betrekking op tarieven die de mobiele aanbieders in rekening brengen bij KPN Telecom en die KPN Telecom vervolgens doorberekent aan verzoekers. Tussen verzoekers en de mobiele aanbieders was ten tijde hier van belang geen overeenkomst over interconnectie gesloten en tot het sluiten van een dergelijke overeenkomst waren de mobiele aanbieders ook niet verplicht. Het CBb heeft geoordeeld dat OPTA op grond van artikel 6.3 Tw (oud) niet bevoegd is een beslissing te nemen over deze geschillen. Het CBb heeft ook de hierop betrekking hebbende uitspraken van de rechtbank vernietigd, evenals de beslissingen op bezwaar in deze geschillen. Het CBb heeft vervolgens zelf in deze zaken voorzien door te bepalen dat OPTA niet bevoegd is tot beslechting van de door Tele2, Verizon en Versatel aan haar voorgelegde geschillen.

LJ Nummer:

AY8879

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 27 september 2006