Gegaste containers 2005
Gezamenlijke inspecties gegaste containers
door de Arbeidsinspectie en Vrom - Inspectie
gezamenlijk rapport AI-VI
1 juli 2006
Datum Pagina
1 juli 2006 2 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
Samenvatting 4
1 Aanleiding en doel van het inspectieproject 6
1.1 Aanleiding 6
1.2 Doelstellingen van het project 7
2 Opzet van het project 8
2.1 Werkterrein 8
2.2 Looptijd en aantallen bezoeken 8
2.3 Inspectiepunten 8
2.4 Monitorvragen 10
3 Project resultaten 11
3.1 Totaal overzicht resultaten 11
3.2 Resultaten monitor 12
4 Conclusies en aanbevelingen 16
4.1 Algemene conclusies 16
4.2 Aanbeveling 17
Datum Pagina
1 juli 2006 3 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Voorwoord
In Nederland worden veel containers met goederen ingevoerd. Ter bestrijding
van ongedierte worden deze containers en/of producten vaak gegast met
bestrijdingsmiddelen en daarna op transport gezet. Uit diverse onderzoeken
blijkt dat veel containers nog restanten van bestrijdingsmiddelen bevatten. Soms
in hoeveelheden die schadelijk zijn voor de mens.
De Arbeidsinspectie heeft, in vervolg op vergelijkbare projecten in 2002 en
2003, onderzocht of bedrijven die containers ontvangen en openen, op de
hoogte zijn van de gevaren (o.a. verstikking, bedwelming als gevolg van
restanten bestrijdingsmiddelen) en de te nemen maatregelen. Hiervoor is
samenwerking gezocht met de VROM-Inspectie om effectieve handhaving en
een eenduidig aanspreekpunt mogelijk te maken.
Opnieuw blijkt dat bijna geen enkel bedrijf onderzoek heeft gedaan of laten
doen. De risico's worden klaarblijkelijk nog steeds niet onderkend. Naast het feit
dat bedrijven niet weten dat men mogelijk gegaste containers ontvangt, is in een
aantal gevallen geconstateerd dat onwetend wordt omgesprongen met het
verwijderen van restanten bestrijdingsmiddelen (blikjes, strippen, poeder).
Bedrijven doen dit zonder enige vorm van persoonlijke bescherming. Dit heeft
tijdens de inspectieperiode geleid tot één (gemeld) ongeval waarbij twee
werknemers methylbromide in hun bloed hebben gekregen.
Uit het onderzoek blijkt dat hier geen sprake is van onwil maar van
onwetendheid. Bedrijven gaan er te gemakkelijk van uit dat de regels op hen
niet van toepassing zijn. Na interventie van de AI blijken, op twee bedrijven na,
alle bezochte werkgevers gevolg te hebben gegeven aan de onderzoeksplicht.
Inzet van brancheorganisaties die betrokken zijn bij deze problematiek, moet
vooral gericht zijn op het onderkennen en herkennen van de risico's.
VROM-Inspectie De Arbeidsinspectie
Directeur VROM Inspectie - ZW De Algemeen Directeur
Drs. J.C. van Scherpenzeel Dr. J.J.M. Uijlenbroek
Datum Pagina
1 juli 2006 4 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Samenvatting
Ladingen in containers die worden verscheept, worden in het land van
verzending gegast om te voorkomen dat deze beschadigd raken door de
aanwezigheid van organismen (ongedierte) in de lading en/of de verpakking.
Zowel de VROM-Inspectie (VI) als de Arbeidsinspectie (AI) houden toezicht op
gegaste lading. Het probleem van restgassen in containers kan uiteindelijk op
diverse plaatsen manifest worden. Bij de douane die containers moet openen
voor de controle, bij de ompakker (stuwadoor, distributiebedrijf of anderen) of bij
de eindontvanger die de container leeghaalt. Diegenen die na een zeereis een
zojuist geopende container moeten betreden, lopen het grootste risico op
blootstelling door inademing.
Zowel in 2002 als in 2003 heeft de AI inspectieprojecten uitgevoerd om inzicht te
krijgen in de omvang van het probleem van restgassen en om na te gaan in
hoeverre de bedrijven zich bewust zijn van de risico's. Uit deze projecten bleek
dat vrijwel geen werkgever onderzoek had verricht naar VBVB1. Bijna de helft
van de bedrijven ontvangt één of meerdere containers met (restanten) gas.
In 2005 is opnieuw geïnspecteerd bij bedrijven die containers ontvangen. De
doelstellingen van dit project waren:
a) Controle op onderzoek aangaande het gevaar voor verstikking,
bedwelming of vergiftiging dan wel brand of explosie voor de werknemer
(VBVB).
b) Controle op maatregelen om, indien dat noodzakelijk is, zich zonder
risico op plaatsen of ruimten te begeven waarbij sprake is van gegaste
lading.
c) Controle op maatregelen om plaatsen en ruimten met gegaste lading op
adequate en verantwoorde wijze gasvrij te maken.
d) Controle op maatregelen in verband met mogelijke risico's voor derden.
e) Controle op maatregelen in verband met mogelijke risico's voor het
milieu en van gegaste producten voor de consument.
Verder had dit project tot doel om door middel van het uitvoeren van
gezamenlijke inspecties vast te stellen in hoeverre:
f) wetgeving en uitvoering van AI en VI elkaar overlappen of lacunes
vertonen waardoor regelgeving moet worden aangepast;
g) er sprake is van tegenstrijdige regelgeving;
h) effectievere en efficiëntere handhaving mogelijk is door samenwerking
van de inspectiediensten.
1 VBVB: verstikking, bedwelming of vergiftiging dan wel brand of explosie.
Datum Pagina
1 juli 2006 5 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Alle bedrijven die containers van overzee ontvangen behoorden tot de
doelgroep. Hiervan zijn er 64 geïnspecteerd waarvan 34 bedrijven gezamenlijk
met de VI. Het eerste bezoek, in het kader van dit project, is gebracht in mei
2005. Vanaf juni 2005 t/m april 2006 zijn de controlebezoeken gebracht.
97% van de bedrijven had bij de eerste controle geen onderzoek gedaan naar
de risico's. Naast het feit dat bedrijven niet voldoen aan de onderzoeksplicht, is
in een aantal gevallen geconstateerd dat onwetend wordt omgesprongen met
het verwijderen van restanten bestrijdingsmiddelen.
Bedrijven doen dit zonder
enige vorm van persoonlijke
bescherming. Dit leverde
een totaal van 69
overtredingen. Bij
hercontrole bleken slechts 2
bedrijven geen onderzoek
te hebben verricht en ook
niet de intentie te hebben
om dit onderzoek uit te
voeren.
Uit het onderzoek dat de
bedrijven zelf hebben
uitgevoerd blijkt dat bij
gemiddeld 36% van de
bedrijven daadwerkelijk
sprake was van gevaar voor
VBVB.
Foto 1 Zakjes met
restanten.
Op de foto zijn zakjes met restanten van bestrijdingsmiddelen zichtbaar die
hangen aan de binnenzijde van de containerdeur.
Uit dit inspectieproject kan worden geconcludeerd dat de Arbowetgeving en de
handhaving daarop toereikend zijn om voor zowel werknemers als voor de
omgeving de eventuele risico's door blootstelling aan restgassen in geopende
containers te beheersen. De Arbeidsinspectie zal daarom in de toekomst primair
het toezicht op gegaste containers op zich nemen.
Datum Pagina
1 juli 2006 6 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
1 Aanleiding en doel van het inspectieproject
1.1 Aanleiding
Ladingen worden gegast om te voorkomen dat ze beschadigd raken door de
aanwezigheid van organismen (ongedierte) in de lading en/of de verpakking.
Zowel de VROM-Inspectie (VI) als de Arbeidsinspectie (AI) houden toezicht op
gegaste lading. In de meeste gevallen zijn arbeidsomstandigheden in het
geding. Het komt voor dat containers ook op de plaats van bestemming nog een
gevaarlijke hoeveelheid gas bevatten die door werknemers worden ingeademd
bij het openen en betreden van een container. Daarom zijn er voorschriften
opgenomen in de Arbeidsomstandigheden regelgeving (toezichthouder AI). Ook
zijn er milieuaspecten in het geding bij gegaste ladingen. Daarbij moet worden
gedacht aan emissies van milieugevaarlijke stoffen, afvoer van gevaarlijk afval
en risico's voor consumenten die in aanraking komen met producten die nog
giftig gas bevatten. In de Wet milieugevaarlijke stoffen (WMS) zijn voorschriften
opgenomen inzake deze milieuaspecten (toezichthouder VI).
In de zomer van 2002 heeft de AI een inspectieproject "Gassingen en gegaste
lading A520" uitgevoerd om inzicht te krijgen in de omvang van het probleem
van restgassen en om na te gaan in hoeverre de bedrijven zich bewust zijn van
de risico's. Dit project richtte zich op ladingen die per schip, in bulk of per
container, in Nederland worden ingevoerd. Eind 2003 heeft een vergelijkbaar
inspectieproject "Gegaste containers en opslag - A610" plaatsgevonden. Uit dit
project blijkt dat vrijwel geen enkele werkgever onderzoek had verricht naar
VBVB2. Bijna de helft van de bedrijven ontving één of meerdere containers met
(restanten) gas.
Het RIVM heeft in opdracht van de VROM-Inspectie onderzoeken uitgevoerd
naar het vóórkomen van giftige gassen in containers. Uit een representatief
onderzoek bij 300 importcontainers is gebleken dat 21 % daarvan
bestrijdingsmiddelen bevat. In 5% van de 300 containers werd een
luchtconcentratie boven de MAC-waarde3 gemeten. De resultaten van de
projecten gaven aanleiding tot een vervolg dat specifiek gericht is op de risico's
voor personeel betrokken bij het behandelen van containers.
Als gevolg van een Europese richtlijn zijn per 1 maart 2005 nieuwe fytosanitaire
eisen gesteld aan verpakkingshout. Het hout moet een hittebehandeling hebben
ondergaan of zijn behandeld met methylbromide. In containers wordt vaak
gebruik gemaakt van verpakkingshout (pallets). Mogelijk worden sinds maart
2005 meer gegaste containers Nederland ingevoerd.
2 VBVB: verstikking, bedwelming of vergiftiging dan wel brand of explosie.
3 MAC waarde: maximum aanvaarde concentratie; door de overheid vastgestelde en
geactualiseerde luchtgrenswaarde.
Datum Pagina
1 juli 2006 7 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Het probleem van restgassen in containers kan uiteindelijk op diverse plaatsen
manifest worden. Bij de douane die containers moet openen voor de controle, bij
de ompakker (stuwadoor, distributiebedrijf of anderen) die de container
leeghaalt en opnieuw vult met een andere samenstelling van producten of bij de
eindontvanger die de container leeghaalt. Diegenen die een zojuist geopende
container moeten betreden, lopen het grootste risico op blootstelling door
inademing.
Ieder bedrijf kan worden geconfronteerd met toezicht door een aantal
inspectiediensten, waaronder de VI en de AI. Samenwerking op het gebied van
toezicht op gegaste lading kan er voor zorgen dat het toezicht op elkaar wordt
afgestemd. Verder heeft de Directeur-Generaal Milieubeheer van het ministerie
VROM gevraagd na te gaan op welke punten effectieve handhaving van
geïmporteerde containers en ladingen niet mogelijk is door het ontbreken van of
onduidelijkheden in betreffende bepalingen van de Arboregelgeving.
1.2 Doelstellingen van het project
De doelstellingen van dit inspectieproject waren:
a) Controle op onderzoek aangaande het gevaar voor verstikking,
bedwelming of vergiftiging dan wel brand of explosie voor de werknemer
(VBVB).
b) Controle op maatregelen om, indien dat noodzakelijk is, zich zonder
risico op plaatsen of ruimten te begeven waarbij sprake is van gegaste
lading.
c) Controle op maatregelen om plaatsen en ruimten met gegaste lading op
adequate en verantwoorde wijze gasvrij te maken.
d) Controle op maatregelen in verband met mogelijke risico's voor derden.
e) Controle op maatregelen in verband met mogelijke risico's voor het
milieu en van gegaste producten voor de consument.
Hieraan is uitvoering gegeven door het verrichten van gezamenlijke inspecties.
Verder had dit inspectieproject tot doel om door middel van het uitvoeren van
gezamenlijke inspecties vast te stellen in hoeverre:
f) wetgeving en uitvoering van AI en VI elkaar overlappen of lacunes
vertonen waardoor regelgeving moet worden aangepast;
g) er sprake is van tegenstrijdige regelgeving;
h) effectievere en efficiëntere handhaving mogelijk is door samenwerking
van de inspectiediensten.
Datum Pagina
1 juli 2006 8 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
2 Opzet van het project
2.1 Werkterrein
Alle bedrijven in BIK(Bedrijfsindeling kamer van Koophandel) 6311 laad-, los- en
overslagactiviteiten en 63401 expediteurs, cargadoors, bevrachters en andere
tussenpersonen in het goederenvervoer en distributiecentra van
grootwinkelbedrijven behoorden tot de te inspecteren doelgroep. Maar ook
bedrijven die containers rechtstreeks vanaf de havens ontvangen zoals diverse
groothandels, bijvoorbeeld van meubelen (BIK 51479), schoenenzaken (BIK
52431), koffie en thee branderijen (BIK 1586). Zes bedrijven zijn bezocht naar
aanleiding van klachten (over restgassen) die bij de VI waren ontvangen. Er is
één melding van risicocontainers binnengekomen bij de AI en onderzocht in dit
project.
2.2 Looptijd en aantallen bezoeken
Het project is uitgevoerd van 1 mei 2005 tot en met 30 april 2006. Alle bedrijven
zijn voor 30 juni 2005 voor de eerste keer in het kader van dit project
geïnspecteerd. Vanaf 1 juli 2005 t/m april 2006 zijn de controlebezoeken
gebracht. Totaal zijn 64 bedrijven geïnspecteerd waarvan 34 bedrijven
gezamenlijk met de VI.
2.3 Inspectiepunten
Werkgevers moeten onderzoeken (artikel 4.6 lid 1 Arbobesluit) óf er gevaar
bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie (VBVB) bij
het betreden en/of tijdens het lossen van containers. Het onderzoek moet ook
uitsluitsel geven over het gevaar voor VBVB door handelingen tijdens het
betreden door personeel van de betreffende container. Het onderzoek moet deel
uitmaken van de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Derhalve moeten de
opzet en de uitkomsten van het onderzoek zijn getoetst door een Arbo-dienst.
Indien een werkgever met 10 of meer werknemers wel beschikt over een RI&E,
maar deze is niet getoetst door een gecertificeerde Arbo-dienst (artikel 14 lid 1
en 3 onder a laatste volzin), wordt een waarschuwing gegeven met een termijn
van 3 maanden.
Artikel 4.6 Arbobesluit is op iedere ontvanger van containers van toepassing.
Voor iedere container bestaat namelijk het vermoeden dat werknemers kunnen
worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Dit vermoeden is gebaseerd op
onderzoek. Uit onderzoek uitgevoerd door het RIVM blijkt dat 21% van de
containers gevaarlijke stoffen (bestrijdingmiddelen) bevat, waarvan 5% boven de
MAC-waarde TGG8uur. In het project A520 (2002) bleek dat ruim 70% van
containers met een geselecteerde lading (meubelen, tabak, kleding) gevaarlijke
stoffen (bestrijdingsmiddelen) bevatte, waarvan 18 % boven de MAC-waarde
Datum Pagina
1 juli 2006 9 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
TGG8uur. In het project A610 (2003) bleek dat bijna de helft van de bedrijven
containers met restgas ontvangen.
Bij de hercontrole zijn de volgende elementen gecontroleerd:
a) Het onderzoek4 is uitgevoerd conform beleidsregel 4.6-1
Arbeidsomstandighedenbesluit, d.w.z.:
- het onderzoek is uitgevoerd door personen, die zowel op de hoogte zijn
van de gevaren als van de van toepassing zijnde meetmethoden. B.v. door
een erkende gassingsleider, een gasmeetdeskundige (opleiding Musca of
GCN) of iemand met een aantoonbaar vergelijkbare opleiding:
- gedurende de werkzaamheden worden frequente herhalingsmetingen
uitgevoerd.
b) Het onderzoek is, als onderdeel van de risico-inventarisatie en evaluatie,
getoetst door een gecertificeerde deskundige5.
c) Bij dit onderzoek zijn naast brandbare gassen en zuurstof in ieder geval de
volgende gevaarlijke stoffen betrokken:
- methylbromide
- sulfurylfluoride
- fosfine
- chloorpicrine
- formaldehyde
- ammoniak
- koolmonoxide en
- kooldioxide
Indien het onderzoek niet aan voldeed aan a) en c), kon de AI-inspecteur
overgaan tot het opmaken van een Proces Verbaal. Indien het onderzoek niet
was getoetst (b), volgde een boeterapport op de RI&E.
Indien uit het onderzoek het gevaar voor VBVB was gebleken, controleerde de
AI-inspecteur of de werkgever doeltreffende maatregelen (artikel 4.6 lid 2
Arbobesluit) had getroffen. Onder doeltreffende maatregelen (beleidsregel 4.6.2)
wordt verstaan:
d) bij het ventileren wordt een minimale veilige afstand van 20 meter
aangehouden tenzij uit onderzoek is gebleken dat een kleinere afstand geen
gevaar oplevert voor werknemers en/of derden6;
e) geventileerde containers zijn gasvrij (
4 Hiervoor kan o.a. het protocol "Veilig betreden en lossen van containers" van de
Arbounie/BGZwegvervoer worden gevolgd.
5 Tenzij het bedrijf minder dan 10 werknemers heeft.
6 Artikel 10 van de Arbowet ziet toe op situaties met gevaar in de onmiddellijke omgeving van een
bedrijf, die het gevolg zijn van de bedrijfsarbeid. Voldoende maatregelen moeten zijn genomen
opdat voorbijgangers niet blootgesteld worden aan voor hun gezondheid schadelijke invloed van
chemische stoffen. Met betrekking tot omwonenden zullen bijzondere maatregelen getroffen
moeten worden indien er geen andere (milieu)wetgeving is en er een rechtstreeks verband is met
het verrichten van arbeid.
Datum Pagina
1 juli 2006 10 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
f) er zijn waarschuwingsborden geplaatst bij containers die moeten worden
geventileerd.
Indien tijdens de controle het vermoeden ontstond dat een afstandseis van 20
meter niet voldoende is om de veiligheid van derden te waarborgen, zou de VI in
elk geval (omgevings)metingen uit laten voeren door of in samenwerking met
het RIVM.
Restanten van bestrijdingsmiddelen worden beschouwd als gevaarlijk afval en
dienen conform de hiervoor geldende regelgeving (Wet milieubeheer, Eural) te
worden ingezameld en afgevoerd door een erkende inzamelaar. In geval van
tijdelijke opslag van restanten bij het bedrijf is gecontroleerd of de
milieuvergunning hierin voorzag. Eventuele opmerkingen van de VI zijn in de
handhavingsbrief (naar de werkgever) van de AI verwerkt.
2.4 Monitorvragen
Met behulp van een vragenlijst ingevuld door de inspecteur, is getracht inzicht te
krijgen in de volgende vragen:
a) Hoeveel procent van de werkgevers blijkt op de hoogte van de
onderzoeksplicht omdat er onderzoek is gedaan?
b) In hoeveel procent van de bezochte bedrijven is sprake van gevaar voor
VBVB?
c) Hoeveel procent van de onderzoeken is conform de beleidsregel (meten
door deskundige, getoetst)?
d) Hoeveel procent van bedrijven ontvangt containers met restgassen,
hoeveel procent daarvan ligt MAC?
e) Welke restgassen worden er aangetroffen?
f) Worden adequate maatregelen genomen (afstand, borden, procedure en
voorlichting)?
Hiermee kan worden vastgesteld of wetgeving en uitvoering op het gebied van
arbo en milieu elkaar overlappen, lacunes vertonen, tegenstrijdig zijn of
effectiever en efficiënter kunnen.
Datum Pagina
1 juli 2006 11 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
3 Project resultaten
3.1 Totaal overzicht resultaten
Er zijn 64 bedrijven geïnspecteerd. Slechts 2 bedrijven hadden hun
arbeidsomstandigheden op de geïnspecteerde inspectiepunten in orde. Dit
betekent dat 62 bedrijven oftewel 97% de zaken niet op orde hadden. Totaal zijn
69 overtredingen bij het eerste bezoek geconstateerd.
Niet in orde: 62 In orde: 2
Figuur 1 - resultaten 1e bezoek (64 bedrijven)
De meeste overtredingen zijn geconstateerd op het niet voldoen aan de
onderzoeksplicht naar gevaar voor VBVB. Verder bleken bij 2 bedrijven de
restanten bestrijdingsmiddelen niet op veilige wijze verzameld(zie figuur 2),
opgeslagen en verwijderd. Bij één bedrijf moesten de vaste restanten
bestrijdingsmiddelen nog verwijderd worden. De werkzaamheden zijn stilgelegd
totdat het betrokken personeel was uitgerust met doeltreffende
ademhalingsbeschermingsmiddelen.
Onderzoeks Restanten: Overig:
plicht: 60 2 4
Figuur 2 - Aantal waarschuwingen aan werkgever(64 bedrijven)
Waarschuwingen 66
Stillegging van de werkzaamheden 1
Boeterapport 2
Datum Pagina
1 juli 2006 12 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
De 62 bedrijven waar overtredingen waren geconstateerd, hebben allemaal een
hercontrole gehad. Bij de hercontrole bleken 39 bedrijven hun overtredingen in
orde te hebben gebracht en 2 bedrijven niet. Deze bedrijven hadden geen
onderzoek verricht en ook niet de intentie om dit onderzoek uit te voeren. Tegen
deze twee bedrijven is proces verbaal (PV) opgemaakt. Bij de overige (21)
bedrijven zijn de onderzoeken wel in gang gezet maar wacht het bedrijf
bijvoorbeeld op een zending containers om metingen te kunnen verrichten
(soms is de aanlevering van de producten seizoensgebonden zoals
tuinmeubelen) of op de rapportage van de Arbodienst. Deze hercontroles zijn
nog niet afgerond door de AI.
in orde: niet in orde : niet
39 2 afgerond: 21
Figuur 3 - resultaten hercontrole (62 bedrijven)
3.2 Resultaten monitor
Er zijn 42 monitorlijsten bruikbaar voor nadere analyse.
a) Hoeveel procent van de werkgevers blijkt op de hoogte van de
onderzoeksplicht omdat er onderzoek is gedaan?
Geen Wel
onderzoek: 32 onderzoek: 10
Grafiek A - onderzoeksplicht (42 bedrijven)
Bij het eerste bezoek bleken 32 bedrijven (76%) geen onderzoek te hebben
gedaan. Tien bedrijven waren wél op de hoogte van de onderzoeksplicht en
hadden op één of andere wijze onderzoek gedaan. Hiervan heeft echter een
aantal het onderzoek niet volledig of op de juiste wijze uitgevoerd (zie ook onder
Datum Pagina
1 juli 2006 13 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
c). Men is bijvoorbeeld uitgegaan van verklaringen van de verzender dat geen
bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. De AI honoreert dit soort argumenten niet
omdat verklaringen uit niet-Europese landen onbetrouwbaar zijn gebleken. De
rechter volgt deze visie van de AI. Tijdens een rechtzaak beriep de werkgever
zich op de Chinese leverancier die verklaard had dat de containers niet zouden
zijn gegast. De rechter oordeelde dat het onterecht was dat de werkgever niet
wilde meten.
b) In hoeveel procent van de bezochte bedrijven is sprake van gevaar voor
VBVB?
Gevaar voor Geen gevaar
VBVB: 15 voor VBVB: 27
Grafiek B - onderzoeksplicht (42 bedrijven)
Bij het eerste bezoek bleken 10 bedrijven onderzoek te hebben verricht. Bij 6
bedrijven (60%) bleek uit hun eigen onderzoek daadwerkelijk gevaar voor
VBVB.
Van de 32 bedrijven die (bij eerste bezoek) onbekend waren met de
onderzoeksplicht, blijken 9(totaal 15) bedrijven na onderzoek containers te
ontvangen waarbij sprake is van gevaar voor VBVB (28%). Dit percentage ligt
lager dan bij de bedrijven die zelf al onderzoek hadden laten doen. Deze laatste
categorie heeft blijkbaar reden tot onderzoek gehad, gezien de aard van de
lading die zij ontvangt.
Gemiddeld is bij 36% van de bedrijven sprake van gevaar voor VBVB.
c) Hoeveel procent van de onderzoeken is conform de wetgeving?
Niet in orde: 11 Conform
wetgeving: 31
Grafiek C - aantal bedrijven op juiste wijze onderzoek gedaan(42 bedrijven)
Datum Pagina
1 juli 2006 14 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Bij het eerste bezoek bleken 10 bedrijven onderzoek te hebben verricht. Enkele
werkgevers hebben het begrip onderzoek echter anders uitgelegd dan de
wetgever heeft bedoeld. Zo blijken slechts drie onderzoeken volledig te voldoen
aan de eisen die in de wetgeving staan vermeld: metingen laten verrichten door
deskundige onderzoekers en de rapportage laten toetsen door de Arbodienst
(een gecertificeerde deskundige). Drie rapportages waren gebaseerd op
metingen door een deskundige maar waren niet getoetst door de Arbodienst.
Twee bedrijven hadden en niet gemeten en niet getoetst. Bij de hercontrole zijn
al deze onderzoeken in orde verklaard; de werkgever had de onderzoeken
alsnog laten toetsen of procedures aangepast (bijvoorbeeld meetapparatuur
aangeschaft, deskundigen opgeleid, containerstroom gewijzigd).
Van de 32 bedrijven die (bij eerste bezoek) onbekend waren met de
onderzoeksplicht, blijken 28 onderzoeken (88%) te zijn gebaseerd op metingen
door deskundigen. Hiervan waren bovendien 21 onderzoeken (66%) getoetst
door de Arbodienst.
Eerste bezoek en hercontrole gecombineerd levert dit een nalevingspercentage
op van 74% ((10 + 21)/(10+32) %).
d) Hoeveel procent van de bedrijven ontvangt containers met restgassen,
hoeveel procent daarvan ligt MAC?
Containers met In orde:
gas: 13 29
Grafiek D - aantal bedrijven dat containers met restgassen ontvangen
(42 bedrijven)
Bij 9 bedrijven worden containers behandeld waarin restanten
bestrijdingsmiddelen zijn gemeten. Bij 6 bedrijven werden concentraties
gemeten die boven de MAC waarde lagen (circa 10% van de bedrijven).
Daarnaast heeft de VI bij vier bedrijven geconstateerd dat er zich restgassen in
de containers bevonden.
Hiermee komt het totaal op 13 bedrijven (31%) die met enige regelmaat
containers ontvangen waarin zich restgassen bevinden. Met het gehele
inspectieonderzoek zijn ca. 18.000 containers gemoeid.
e) Welke restgassen worden er aangetroffen?
Datum Pagina
1 juli 2006 15 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
De volgende gassen worden gevonden in containers: methylbromide, fosfine,
ammoniak, koolmonoxide, kooldioxide en afwijkend zuurstof gehalte7.
f) Worden adequate maatregelen genomen (afstand, borden, procedure en
voorlichting)?
Van de 15 bedrijven (6
bij eerste bezoek, 9 bij
hercontrole) waar gevaar
voor VBVB is gebleken
uit de onderzoeken,
hebben 14 bedrijven
inmiddels adequate
maatregelen genomen.
Meestal opent de
werkgever de deuren
van de container buiten
en laat de container
luchten totdat uit
Foto 2 ventileren van container herhalingsmetingen is
gebleken dat de
container gasvrij (
VROM-inspectie gerelateerd
De VI heeft bij een aantal bedrijven zelf metingen verricht. Van 8 bedrijven zijn
de meetgegevens bekend, het betreft in totaal 23 containers. Bij vijf bedrijven
heeft de VI geconstateerd dat er zich restgassen in de containers bevonden.
Hierbij ging het om 8-10 containers. Op slechts 3 containers (bij 3 verschillende
bedrijven) was het noodzakelijke IMO-logo aangebracht. Aan dit logo kan een
werknemer herkennen dat een container gegast is en mogelijk nog restgassen
bevat. Het onderzoek geeft geen uitsluitsel over hoe vaak IMO logo's worden
aangebracht, het is in ieder geval voor geen van deze bedrijven reden geweest
onderzoek te verrichten.
De VI is op basis van de metingen één maal tot de conclusie gekomen dat de
goederen een gevaar vormden voor de consument en niet op de markt mochten
worden gebracht. Alle containers zijn vrijgegeven voor afhandeling door het
bedrijf.
De VI heeft in drie gevallen aanvullende opmerkingen gemaakt naar de
werkgever over (milieuverantwoorde) afvalinzameling op het terrein en afvoer
van het terrein.
7 Niet al deze gassen zijn bestrijdingsmiddelen maar vormen bij betreding wel een gevaar voor
verstikking.
Datum Pagina
1 juli 2006 16 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
4 Conclusies en aanbevelingen
4.1 Algemene conclusies
Vrijwel geen van de bezochte bedrijven had onderzoek gedaan naar het gevaar
voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie (VBVB). Bedrijven
zijn vaak onbekend met het risico of schatten de risico's voor hun bedrijf anders
(verkeerd) in. De weinige bedrijven die wel op de hoogte zijn van het feit dat
containers (per zeeschip vervoerd) restanten bestrijdingsmiddelen kunnen
bevatten, hebben het onderzoek vaak niet op de juiste wijze uitgevoerd. Het
beeld uit de vorige inspectieprojecten wordt in dit inspectieproject opnieuw
bevestigd.
Naast het feit dat bedrijven niet weten dat men mogelijk gegaste containers
ontvangt, is in een aantal gevallen geconstateerd dat onwetend wordt
omgesprongen met het verwijderen van restanten bestrijdingsmiddelen (blikjes,
strippen, poeder). Bedrijven doen dit zonder enige vorm van persoonlijke
bescherming. Dit heeft tijdens de inspectieperiode geleid tot één (gemeld)
ongeval. De werknemer wilde een blikje methylbromide verwijderen en werd
onwel. Bij controle in het ziekenhuis bleek methylbromide in zijn bloed alsmede
in het bloed van een collega die poolshoogte was komen nemen (en het blikje
ook in de handen had genomen).
Na interventie van de AI blijken alle bezochte werkgevers op de hoogte van de
risico's. Driekwart van de werkgevers voldoet na interventie volledig aan de
onderzoeksplicht. Dat wil zeggen het bedrijf brengt op juiste wijze de risico's in
kaart, laat metingen verrichten door een deskundige, laat de rapportage toetsen
door de Arbodienst, neemt zo nodig maatregelen om containers veilig te
ontgassen en verricht herhalingmetingen alvorens werknemers de container
leeghalen.
De doelstellingen:
a) controle op onderzoek aangaande het gevaar voor VBVB;
b) controle op maatregelen om, indien dat noodzakelijk is, zich zonder risico op
plaatsen of ruimten te begeven waarbij sprake is van gegaste lading.
c) controle op maatregelen om plaatsen en ruimten met gegaste lading op
adequate en verantwoorde wijze gasvrij te maken;
d) controle op maatregelen in verband met mogelijke risico's voor derden;
e) controle op maatregelen in verband met mogelijke risico's voor het milieu en
van gegaste producten voor de consument;
zijn met dit project gerealiseerd. Het nalevingspercentage op de
onderzoeksplicht bij de bezochte bedrijven is gestegen van 3% naar 74% (ten
tijde van deze rapportage). Het nalevingspercentage op maatregelen en
adequate en verantwoorde wijze gasvrij maken is bijna 100%. Risico's voor
derden en milieu zijn niet gebleken. Eén maal zijn goederen tegengehouden in
verband met risico's voor de consument.
Datum Pagina
1 juli 2006 17 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Ten aanzien van de overige doelstellingen, in hoeverre:
f) wetgeving en uitvoering elkaar overlappen of lacunes vertonen waardoor
regelgeving moet worden aangepast;
g) er sprake is van tegenstrijdige regelgeving;
h) effectievere en efficiëntere handhaving mogelijk is door samenwerking van
de inspectiediensten:
kan worden geconcludeerd dat wetgeving en uitvoering goed op elkaar
aansluiten. Afgezien van het onderwerp "opslag van bestrijdingsmiddelen" zijn
er geen dubbelingen gevonden. De opslag van bestrijdingsmiddelen komt
namelijk ook voor in de wetgeving van VROM. Dit heeft niet tot tegenstrijdige
handhaving geleid. In dit inspectieproject is geen jurisprudentie ontstaan over de
vraag of de Arboregelgeving ook van toepassing is op derden- en
milieubescherming.
Uit dit inspectieproject kan worden geconcludeerd dat de Arbowetgeving en de
handhaving daarop toereikend is om voor zowel werknemers als voor de
omgeving de eventuele risico's door blootstelling aan restgassen in geopende
containers te beheersen. De Arbeidsinspectie zal daarom in de toekomst primair
het toezicht op gegaste containers op zich nemen.
4.2 Aanbeveling
Ondanks drie inspectieprojecten (in 2002, 2003 en 2005), is er geen verbetering
zichtbaar in de bekendheid met de problematiek. Hier is geen sprake van
zogenaamde niet-willers, de meeste bedrijven voeren nauwgezet het onderzoek
uit nadat de AI ze hiervan in kennis heeft gesteld. De tot nu toe uitgevoerde
inspectieprojecten hebben niet tot gevolg gehad dat andere, dan de
geïnspecteerde bedrijven kennis hebben genomen van de problematiek.
Belangrijk is om na te gaan op welke wijze de doelgroep het meest efficiënt kan
worden benaderd.
Een voorlichtingscampagne lijkt een goede optie. In mei 2006 is door EVO een
succesvolle eerste voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. Samen met EVO,
TLN of BGZ wegvervoer kan hieraan een vervolg worden gegeven.
Ook een brochure behoort tot de mogelijkheden. Deze brochure kan in alle
inspectieprojecten ingezet worden. Het ontvangen van containers komt bij veel
sectoren voor (bijvoorbeeld ook in de industrie). Via de inspecteurs die een
brochure achterlaten, kunnen werkgevers worden geattendeerd op hun
verplichtingen.
Verder kunnen de contacten met de arbodiensten worden aangehaald. De
arbodiensten worden ingeschakeld voor o.a. het maken van risicoinventarisaties
en kunnen werkgevers wijzen op de problematiek. Goede voorlichting naar
arbodiensten is dan een eerste vereiste.
Datum Pagina
1 juli 2006 18 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Ook is het aan te bevelen persberichten uit te doen naar de vakbladen en
interviews te geven.
Belangrijk aandachtpunt bij voorlichting is dat werkgevers erop worden gewezen
dat ze de risico's voor hun bedrijf niet moeten onderschatten. Ook al denkt men
de risico's te hebben afgedekt, vaak blijkt bij nader onderzoek toch dat men
gegaste containers ontvangt. Men moet in ieder geval niet blind varen op
gasvrijverklaringen uit het buitenland en men kan op zoek gaan naar signalen
van mogelijke begassing (afplakken luchtroosters, IMO-logo, e.d.).
Datum Pagina
1 juli 2006 19 van 19
Rapport
Gegaste containers 2005
Colofon
Projectleider VROM-Inspectie:
W. Veldman
VROM-Inspectie
Regio Zuid-West
Postbus 29036
3001 GA Rotterdam
Telefoon 010 - 224 4444
Projectleider Arbeidsinspectie:
I. van der Blom
Arbeidsinspectie
Postbus 820
3500 AV Utrecht
Telefoon 030 - 2305751
De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
VROM-Inspectie maakt deel uit van het ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
www.Arbeidsinspectie.nl met informatie over arbowet-
en regelgeving en taken en werkwijze van de
Arbeidsinspectie.
www.vrominspectie.nl met informatie over het
verbeteren van de veiligheid, gezondheid en
duurzaamheid van de fysieke leefomgeving.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid