FNV: 'Werknemers buitenspel in discussie flitskapitaal'

Fnv

Minister Wijn van Economische Zaken maakt een grote fout als hij werknemers niet wil betrekken bij de discussie over de gevolgen van flitskapitaal. Dat zegt Agnes Jongerius naar aanleiding van de uitspraken van de minister van gistermiddag. De FNV-voorzitter is teleurgesteld dat de minister alleen zaken wil doen met een bestaande commissie met een te smalle basis en schrijft hem dat ook in een brief.

Enkele weken geleden sprak minister Joop Wijn van Economische Zaken zijn bezorgdheid uit over investeringsmaatschappijen die bedrijven - en daarmee de werkgelegenheid - opofferen aan snelle winsten op korte termijn. Hij sprak daarbij van een 'sprinkhanenplaag' die bedrijven met het oog op snelle koerswinst leegvreten en daarbij banen vernietigen.

Ook de FNV is bezorgd over internationaal flitskapitaal dat bedrijfsonderdelen opkoopt, splitst, afslankt en met winst verkoopt. De vakbonden willen daarom meer regelgeving.

Met name FNV Bondgenoten loopt hierin voorop. Deze week werd bekend dat de bond mogelijk een procedure begint bij de ondernemingskamer tegen grootaandeelhouders van Stork die het bedrijf willen splitsen.

De minister wil het onderwerp flitskapitaal verder bespreken in de commissie Frijns. Daarin is met name het bedrijfsleven vertegenwoordigd en gaat het alleen over de belangen van bedrijven en aandeelhouders.

FNV-voorzitter Agnes Jongerius heeft gisteren nog met de minister hierover gesproken, samen met onder meer voorzitter Henk van der Kolk van FNV Bondgenoten. Agnes Jongerius: : 'Ik voel me buitenspel gezet. Ik had verwacht dat Wijn zou kiezen voor een serieuze aanpak en daarbij ook de belangen van werknemers zou betrekken. Gezien zijn eerdere uitspraken over een sprinkhanenplaag is dit volstrekt ongeloofwaardig.'

Op zich geeft Wijn een goede analyse van de functie en risico's van private equity en hedge funds. Hij doet al een aantal kleine stapjes in de richting van de bonden. Zo is er consensus om de noodzaak om te komen tot een grotere transparantie door bijvoorbeeld het verlagen van de ondergrens voor de wet melding zeggenschap. Ook de suggestie van FNV Bondgenoten om de rol van de ondernemingskamer als mogelijke scheidsrechter toegankelijker te maken wordt in beginsel door de minister omarmd. Het is teleurstellend dat hij daaruit geen conclusies trekt voor de noodzaak van beschermingsconstructies voor bedrijven die zich teweer willen stellen tegen bedenkelijke plannen van activistische aandeelhouders.

Bovendien denkt de minister te kunnen volstaan met het inwinnen van advies bij de commissie Frijns over transparantie en verantwoordelijkheid van aandeelhouders jegens de vennootschap. Hij gaat daarmee voorbij aan het belang om ook werknemers en hun bonden te laten meepraten over zo'n belangrijk onderwerp. Uiteindelijk gaat het om de vraag of gezonde arbeidsverhoudingen en maatschappelijk verantwoord ondernemen in ons land in de toekomst nog wel mogelijk blijven. Dat kan alleen maar serieus worden besproken in een setting waarin alle betrokkenen op een evenwichtige manier aan bod komen.

27 september 2006

Meer informatie: FNV Voorlichting Harrie Lindelauff, (020) 58 16 552