Geen verband tussen executieve hersenfuncties en ADHD
Datum: 27 september 2006
Naar huidige inzichten heeft zo'n drie tot vijf procent van de
kinderen last van de aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis ADHD. De
IJslandse klinisch psycholoog Solveig Jónsdóttir deed onderzoek naar
ADHD bij IJslandse jongeren. Zij richtte haar aandacht onder meer op
de relatie tussen executieve hersenfuncties (plannen, abstract denken,
het zich eigen maken van regels, het onderdrukken van ongepast gedrag,
etc.) en de mate van ADHD-symptomen. Een dergelijke relatie kon niet
worden gevonden. Wel kon zij een verband aantonen tussen executieve
hersenfuncties en de mate van autistische en depressieve symptomen.
Ook bleek uit haar onderzoek dat taalstoornissen gerelateerd zijn aan
taalproblemen en niet aan symptomen die kenmerkend zijn voor ADHD.
Samenvattend kan worden gesteld dat het voor een nauwkeurige diagnose
en behandeling van groot belang is stoornissen die met ADHD
samenhangen grondig te screenen.
Sólveig Jónsdóttir (1949) studeerde psychologie in IJsland en de
Verenigde Staten. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling
Klinische en Ontwikkelingspsychologie van de Rijksuniversiteit
Groningen, de afdeling Klinische neuropsychologie van de Vrije
Universiteit Amsterdam en de afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie van
het Universitair Landspitali-ziekenhuis in Reykjavík, IJsland, waar
zij werkt als klinisch neuropsycholoog. De titel van haar proefschrift
is: `ADHD and its relationship tot comorbidity and gender'. /RA
Datum en tijd
27 september 2006, 14.45 uur
Promovendus
S. Jónsdóttir
Proefschrift
ADHD and its relationship to comorbidity and gender
Promotores
prof.dr. E.J.A. Scherder, prof.dr. J.M. Bouma en prof.dr. J.A.
Sergeant
Faculteit
medische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
via Joost Wessels, Bureau Voorlichting UMCG, tel. (050) 361 4464 of
(050) 361 2200, e-mail j.r.l.wessels@bvl.umcg.nl
Rijksuniversiteit Groningen