Stemuitslag Sociaal Plan Friesland Bank
26-09-2006
Van alle leden van CNV Dienstenbond die zijn of haar stem uitgebracht
hebben heeft een kleine driekwart voor het Sociaal Plan gestemd. Leden
geven daarmee aan vertrouwen te hebben in de gemaakte afspraken maar
noemen wel een aantal zaken die hun grote zorgen baart.
Al tijdens onze vergadering maar ook schriftelijk, is door leden
uitdrukkelijk gesteld dat zij het zorgvuldig vinden dat een medewerker
gelijktijdig tijdens het aanzeggesprek de schriftelijke uitleg
ontvangt waarom zij of hij boventallig dreigt te worden. Dit gezien de
ervaringen met het vorige Sociaal Plan waar een behoorlijke periode
zat tussen deze twee momenten. Hierdoor kregen veel mensen de indruk
dat er nog redenen gezocht moesten worden om het aanzeggesprek alsnog
te rechtvaardigen.
Daarnaast waren er veel leden die, ondanks het feit dat ze
voorstemden, aangaven dat bij hen het gevoel leefde dat medewerkers
met een lange staat van dienst een betere regeling verdienen dan
hetgeen de werkgever in het Sociaal Plan van plan is. In de ogen van
onze leden heeft De Friesland Bank de morele verplichting dit soort
situaties anders op te lossen.
Mensen geven ook duidelijk aan dat De Friesland Bank het sociale
gezicht niet dient te verliezen. Dat vertaalt zich concreet in de
mening dat leden vinden dat de afhechting van het dienstverband, nadat
de maximale bemiddelingstermijn is verstreken, goed moet zijn. Voor
degene die volgens de geregistreerde feiten van het outplacementbureau
aantoonbaar haar of zijn best heeft gedaan ander werk te vinden,
dienen de inspanningen van De Friesland Bank na beëindiging van het
dienstverband niet zomaar te eindigen. Juist deze mensen die
aantoonbaar werk hebben gemaakt van hun bemiddeling, dienen niet het
kind van de rekening te worden.
Daarnaast werd er door leden aandacht gevraagd voor artikel 10 inzake
de begeleidingscommissie voor het weigeren van externe functies. Naast
de eisen die we in het Sociaal Plan hebben vastgelegd omtrent wat een
passende functie is, lijkt het ons verstandig dat de bezwaarcommissie
de richtlijnen van het UWV/CWI als uitgangspunt moet nemen. Ook het
UWV wordt in de praktijk geconfronteerd met werkzoekenden die een
aangeboden baan niet als passend zien. Door te handelen overeenkomstig
de richtlijnen van het UWV/CWI loop je geen kans om later bij het
aanvragen van een uitkering het predikaat verwijtbaar werkeloos op te
lopen. Ook het voorstel van de leden, om bij aanvang van de
bemiddelingsduur al op voorhand te inventariseren of er binnen deze
groep medewerkers zijn met ernstige persoonlijke bezwaren, steunen
wij. Bijvoorbeeld wanneer objectief vaststaat dat iemand zorgplichten
heeft kun je in alle redelijkheid niet eisen dat deze persoon heel
veel extra reistijd moet maken om een nieuwe externe functie te
bekleden. Door dit vooraf te inventariseren voorkomt je dat de
medewerker dan wel De Friesland Bank aan het eind van de zoektermijn
teleurgesteld is in de bemiddelingsactiviteiten.
Daarnaast kan een bezwaarcommissie op basis van die gegevens ook
objectief beoordelen welke bijzondere inspanningen er wel dan niet
zijn geleverd door de medewerker c.q. het outplacementbureau, gezien
de bijzondere situatie van de persoon.
De mensen die tegenstemden wilden graag of een hogere vergoeding of
vonden de zoektermijn te kort ondanks de (maximaal) twee maanden
oriëntatie die je bij de zoektermijn zou kunnen optellen. Daarnaast
was er kritiek op de termijn van 6 maanden waarbinnen iemand geschikt
te maken was, ondanks de extra verlenging met een half jaar. Dat
blijft een lastige discussie omdat het heel vervelend is voor de
collegas op een afdeling waar een vacature is, die moeten wachten op
iemand die vanwege een studie pas na een (half)jaar echt volledig
inzetbaar is. Uw werkgever wilde vanwege dit argument deze optie
eigenlijk helemaal niet in de tekst opnemen. Echter, als CNV
Dienstenbond waren wij juist van mening dat je met deze regeling een
groot aantal boventallige medewerkers alsnog voor De Friesland Bank
zou kunnen behouden.
Er werden tevens ook opmerkingen gemaakt over de ouderenregeling,
temeer omdat dit gepaard zou gaan met het vervallen van de
arbeidskorting. Dit is een fiscale zaak die wellicht wel invloed heeft
op uw besteedbaar inkomen, maar afwijkingen in de fiscale regels
kunnen we in een Sociaal Plan niet overeenkomen. Wel wijzen wij degene
die gebruik maken van de ouderenregeling erop dat zij als medewerkers
tot hun VUT gerechtigde leeftijd in dienst blijven van De Friesland
Bank. Zij verrichten weliswaar geen arbeid maar u heeft wel gewoon
recht op de arbeidskorting omdat u in dienst bent. Pas vanaf uw
VUT-gerechtigde leeftijd treedt u uit dienst en vervalt wellicht de
arbeidskorting. Maar dat zou als u niet getroffen werd door deze
reorganisatie ook het geval zijn.
Mocht u naar aanleiding van deze infobrief nog vragen hebben laat het
ons weten. U kunt hiervoor contact opnemen met uw bestuurder Gert-Jan
Seffinga. Hij is te bereiken onder telefoonnummer 0512-583 440 of per
e-mail g.seffinga@cnvdibo.nl.
Tenslotte De Friesland Bank heeft vorige week haar schoonmaaksters een
andere regeling aangeboden in verband met de uitbesteding van deze
werkzaamheden. Binnenkort zitten we met uw werkgever om tafel om te
kijken naar de juridische gevolgen van dit voorstel. Wij zullen deze
schoonmaaksters zo snel mogelijk op de hoogte stellen van onze
bevindingen. Uit ons ledensysteem kunnen wij niet achterhalen welke
werkzaamheden u binnen De Friesland Bank verricht. Bent u
schoonmaakster en wilt u geïnformeerd worden laat het uw bestuurder
dan even weten.
Dienstenbond CNV