RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
P/06/119
Brussel, 22 september 2006
13131/06 (Presse 259)
(OR. en)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie
over de onderdrukking van demonstraties in Zimbabwe
De Europese Unie volgt de mensenrechtensituatie in Zimbabwe
nauwlettend en is zeer verontrust over de meest recente schending van
de mensenrechten en fundamentele vrijheden.
Op 13 september heeft de raad van vakbonden van Zimbabwe (ZCTU) een
demonstratie georganiseerd om haar bezorgdheid te uiten over de
situatie waarmee werknemers in Zimbabwe worden geconfronteerd. De
regering van Zimbabwe heeft hierop gereageerd met de arrestatie van de
voorzitter en de secretaris-generaal van de ZCTU. Daarnaast heeft de
regering in het hele land personen gearresteerd die van plan waren aan
deze demonstraties deel te nemen. In veel gevallen werd grof geweld
gebruikt dat tot ernstige verwondingen leidde, ook terwijl de personen
zich in detentie bevonden.
De Europese Unie dringt er bij de regering van Zimbabwe op aan de
intimidatie en het geweld te beëindigen en de mensenrechten en
fundamentele vrijheden van haar burgers te eerbiedigen. De EU roept de
regering van Zimbabwe op een volledig onderzoek naar het geweld in te
stellen en de verantwoordelijken voor het gerecht te brengen.
Zimbabwe heeft het Afrikaans Handvest inzake de rechten van mens en
volken waarop het met deze acties inbreuk heeft gepleegd ondertekend
en geratificeerd.
De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten
Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en
mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina,
Montenegro, Servië, en de EVA-landen IJsland en Liechtenstein en
Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede
Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring
aan.
*Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven
deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.
European Union