Ingezonden persbericht
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aanbiedingsbrief inzake subsidietoekenning van het Medefinanciëringsstelsel (MFS) 2007 - 2010 (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2006/09/Aanbiedingsbrief-inzake-subsidietoekenning-van-het.html)
22-09-2006 | 15:25
Graag informeer ik u over mijn besluitvorming met betrekking tot de
subsidieronde van het Medefinancieringsstelsel (MFS) 2007-2010.Op basis van de bevindingen van de externe adviescommissie
Medefinancieringsstelsel heb ik besloten aan 58 organisaties een subsidie te
verstrekken in het kader van het MFS 2007-2010. Via de toekenningen wordt het
volledige bedrag van het subsidieplafond van 2.110 miljoen euro benut.Met haar rapport 'Kwaliteit in ontwikkeling' is de adviescommissie erin
geslaagd een advies uit te brengen dat mij voldoende basis biedt om een besluit
te nemen. Op een beperkt aantal punten na heb ik het verdelingsadvies van de
adviescommissie dan ook overgenomen. Ik kan mij eveneens vinden in de meeste
aanbevelingen van de commissie.Verdeling subsidiegeldenVoor de MFS-subsidieronde 2007-2010 heb ik een subsidieplafond van 2.110
miljoen euro bepaald. Daarbinnen is 40 miljoen euro geoormerkt voor een speciale
categorie 'jong en vernieuwend', onder de strikte bepaling dat wanneer er
onvoldoende kwalificerende aanvragen zouden zijn het resterende bedrag alsnog
zou worden toegevoegd aan de algemeen te verdelen middelen. Het advies van de
commissie om subsidie te verstrekken aan twee organisaties in de categorie '
jong en vernieuwend' ter hoogte van circa 5 miljoen euro neem ik over. De
aanbeveling om 35 miljoen euro uit het MFS te reserveren voor een extra ronde '
jong en vernieuwend' neem ik niet over. Dit zou strijdig zijn met de
subsidieregeling. Ik wil overigens niet verhullen dat ik teleurgesteld ben over
de geringe hoeveelheid kwalificerende aanvragen in de categorie 'jong en
vernieuwend'. Ik kom daar later in deze brief op terug.De adviescommissie stelt voor om 52 organisaties voor subsidie in aanmerking
te brengen. Ik heb besloten dit aantal uit te breiden tot 58. Door het
toewijzingsmodel dat de commissie heeft gehanteerd, heeft mijn beslissing
gevolgen voor de hoogte van de subsidie van andere organisaties.Aan de lijst met toekenningen heb ik 4 zogenoemde netwerkorganisaties
toegevoegd. Netwerkorganisaties zijn samenwerkingsverbanden van autonome
organisaties en/of individuen met een gezamenlijke juridische structuur die een
gezamenlijk doel na streven en als primaire activiteit geen projecten uitvoeren.
Dergelijke organisaties ondersteunen hun zuidelijke partners, maar werken eerder
mét dan via die partners.De adviescommissie liet mij weten dat beperkte vraagstelling vanuit het
aanvraagstramien ertoe heeft geleid dat dergelijke organisaties niet op adequate
wijze beoordeeld konden worden. Deze omissie in het beoordelingskader in relatie
tot het beleidskader heb ik als volgt gecorrigeerd. Ik heb een aantal vragen uit
de zogenoemde organisatietoets niet van toepassing verklaard voor
netwerkorganisaties. Dit leidt ertoe dat de volgende organisaties toch
MFS-subsidie zullen ontvangen: Women In Europe for a Common Future, Health
Action International, Europees Centrum voor Conflictpreventie en Stichting
Global Forest Coalition. Die laatste organisatie wordt door de
adviescommissie aangemerkt als 'Jong en vernieuwend', waarmee het aantal
toekenningen in deze categorie dus op 3 komt. Overigens zal ik deze
netwerkorganisaties intensief monitoren op het punt van de samenwerking met
zuidelijke partners. Ik acht het van groot belang dat het de zuidelijke partners
zijn die in dit samenwerkingsverband de agenda domineren van de te ondernemen
activiteiten. Dat is nog te vaak niet het geval.Daarnaast heb ik geconstateerd dat de aanvragen van Press Now/RNTC
en Mundial ten onrechte door de adviescommissie worden voorgesteld voor
afwijzing op basis van de drempelcriteria.De totale subsidie die aan grote organisaties wordt verstrekt bedraagt
1.819.114.006 miljoen euro en de subsidie aan de kleinere organisaties
290.888.994 miljoen.De adviescommissie heeft bij de verdeling van de subsidies niet gekeken naar
breed of themaspecifiek, maar naar groot of klein. Voor elke aanvraag heeft de
commissie vastgesteld of deze zich binnen de maximum groeinorm bevond. Indien
dat niet het geval was, werd de aanvraag naar het maximale groeiniveau
teruggebracht. Binnen zowel de categorie van grote aanvragers (2,5 miljoen euro
of meer op jaarbasis) als de categorie kleine aanvragers is de gemiddelde
totaalscore als uitgangspunt genomen voor de bepaling van een eventueel
maluspercentage. Aanvragers die onder de gemiddelde score van hun eigen
categorie uitkwamen, krijgen daardoor een maluskorting. Aanvragen die daarboven
scoren worden niet gekort.Alleen voor de categorie grote aanvragers is naast de maluskorting een
additionele korting toegepast, eveneens gebaseerd op het principe van kwaliteit.
Achterliggende gedachte bij de toepassing van de additionele korting voor
alleen de grote aanvragen is dat daardoor diversiteit in het veld gewaarborgd
wordt.Het aantal aanvragen ligt met 114 beduidend lager dan werd verwacht. De
belangrijkste verklaring hiervoor is dat een groot aantal organisaties waarvan
een zelfstandige aanvraag werd verwacht dit hebben gedaan als onderdeel van een
van de 16 aanvragen in samenwerkingsverband. Ik ben hier verheugd over. Het
bevorderen van meer onderlinge samenwerking is immers een van de kernpunten van
het MFS.Een groot aantal aanvragen kan ik, conform het advies van de commissie, niet
honoreren, omdat niet in voldoende mate voldaan werd aan de eisen van het
beoordelingskader. Hieronder bevindt zich 1 MFO (brede organisatie) en 22
organisaties die in een voorgaande periode TMF-financiering ontvingen.
Overeenkomstig het beleidskader MFS zal ik afgewezen organisaties die thans een
instellingssubsidie ontvangen uit het MFP (medefinanciering breed) of TMF
(thematische medefinanciering) in de gelegenheid stellen een voorstel voor
financiering van een exitstrategie in te dienen om de werkzaamheden van de
Zuidelijke partners niet in gevaar te brengen.Rapport Kwaliteit in OntwikkelingMet het MFS heb ik een aantal nieuwe accenten willen aanbrengen in de
samenwerking met Nederlandse maatschappelijke organisaties die werken aan
duurzame armoedebestrijding in het Zuiden. Centraal in het MFS staan: de
Millennium Ontwikkelingsdoelen, kwaliteitsverbetering en resultaatgericht
werken, ruimte voor innovatie via het betrekken van nieuwe actoren en
innovatieve programma's, bevorderen van onderlinge samenwerking en
partnerschappen ook met niet- traditionele partners, complementariteit met de
bilaterale samenwerking en minder directe afhankelijkheid van BZ/OS-subsidie
(tenminste 25 % eigen inkomsten per 1 januari 2009). De adviescommissie heeft
bij de beoordeling van de aanvragen uitvoerig naar deze aspecten gekeken. Op een
aantal constateringen van de adviescommissie ga ik hieronder nader in.Kwaliteit als leidraad De adviescommissie heeft op basis van het beoordelingskader waarmee ook uw
Kamer instemde, eerst en vooral beoordeeld op kwaliteit. De commissie heeft de
lat hoog gelegd. Aanvragen die de in het beoordelingskader genoemde minimumgrens
voor de organisatietoets van 65 punten niet haalden, worden niet voor subsidie
in aanmerking gebracht. Ik kan me vinden in deze aanpak; zonder vertrouwen in
een goede bedrijfsvoering is subsidieverstrekking niet verantwoord.Wat me groot genoegen doet, is de bevestiging door de commissie dat kwaliteit
in de sector aanwezig is en dat ruim 50 organisaties, breed en themaspecifiek,
naar haar oordeel aangetoond hebben dat ze zowel een goede bedrijfsvoering
hebben als programmavoorstellen indienen van voldoende tot uitstekende
kwaliteit.InnovatieTegenvallend is dat slechts drie organisaties zich kwalificeren voor subsidie
in de categorie 'jong en vernieuwend' waarvoor een aangepast scoreniveau gold.
Waarom dit zo sterk is achtergebleven vraagt om een nadere analyse. Die zal ik o
p korte termijn laten uitvoeren. U zult hierover en de consequenties die ik daar
aan zal verbinden nader worden ingelicht.Teleurstellend is ook de constatering van de commissie dat, ondanks het
ruimschoots onder de aandacht brengen van het belang van innovatie, matig wordt
gescoord op het criterium vernieuwende elementen. Het ging hierbij om
vernieuwingen van uiteenlopende aard: programma's, organisatie en
samenwerkingspartners/netwerk. Veel organisaties bleken voorts niet in staat de
beoogde resultaten helder te formuleren en aannemelijk te maken. Ik zeg u toe
dat, onder het systeem van maatgesneden monitoring dat gaat gelden voor
MFS-organisaties, ik specifieke aandacht zal schenken aan verdere ontwikkeling
op dit gebied.Het aantal nieuwe aanvragers dat een subsidie gaat ontvangen is 11. Op zich
is dat een redelijk aantal, zij het dat het hier niet om een nieuw type actoren
gaat.De adviescommissie signaleert overigens wel een trend naar een groeiende
samenwerking tussen ontwikkelingsorganisaties en het bedrijfsleven. Het gaat
hierbij om een beginnende samenwerking die naar de mening van de commissie
nadere stimulering verdient. Ik deel die mening.Onderlinge samenwerkingDe commissie meldt in haar rapport dat 16 samenwerkingsverbanden werden
aangegaan in het kader van het MFS. Daarbij waren in totaal 58 organisaties
betrokken. Ik constateer dat op het terrein van onderlinge samenwerking
zichtbaar voortgang is geboekt. In hoeverre dit in de praktijk ook gaat leiden
tot een grotere effectiviteit van de gezamenlijke output zal de monitoring van
deze verbanden moeten uitwijzen. Ik zal dat nauwlettend volgen.ComplementariteitDe commissie maakt in haar rapport geen expliciete melding van de wijze
waarop de voor subsidie in aanmerking gebrachte organisaties invulling geven aan
de door mij gewenste complementariteit met de bilaterale
ontwikkelingssamenwerking. Uit nader contact met de commissie is mij echter
gebleken dat de organisaties daar serieus mee bezig zijn. Uiteraard zit hieraan
ook een inspanningsverplichting vast voor de bilaterale samenwerking. Ik zal er
dan ook op toezien dat ambassades, die ook betrokken zullen zijn bij de
monitoring van de MFS-organisaties, dit als een prioriteit behandelen.Tot slotDe organisaties die een MFS-aanvraag indienden, hebben inmiddels vernomen of
en zo ja in hoeverre hun aanvraag is gehonoreerd. Elke organisatie zal de
individuele beschikking, inclusief het beoordelingsrapport van de
adviescommissie waarop mijn beslissing is gebaseerd, voor 1 oktober a.s.
ontvangen.Met mijn besluit over de toewijzing van subsidies is het werk rond het MFS
uiteraard nog niet af. De komende vier jaar zal ik goed toezicht houden op de
MFS-organisaties op basis van het systeem van maatgesneden monitoring. Daarnaast
zal ik inzetten op een intensieve inhoudelijke beleidsdialoog met deze (en
andere) maatschappelijke organisaties.De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven