Aanbiedingsbrief inzake verslag werkbezoek Mongolië en Vietnam 3 - 6 september 2006 van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
21-09-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij het verslag aan van mijn recente werkbezoek aan Mongolië van 3 tot en met 5 september 2006 en Vietnam op 6 september 2006.
Mongolië
Het bezoek aan Mongolië bood mij de gelegenheid kennis te nemen van het ontwikkelingsproces in dit land, en de specifieke problemen waarmee het geconfronteerd wordt alsmede te bezien hoe tot een betere inbedding van de Nederlandse ontwikkelings-activiteiten binnen het armoedebeleid van de Mongoolse autoriteiten en de activiteiten van de donorgemeenschap kan worden gekomen.
Ik had in Ulaanbataar gesprekken met president Enkhbayar, de ministers van Financiën en van Milieu en Natuur en de vice-minister van Buitenlandse Zaken. Verder had ik gesprekken met de multilaterale donoren en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Ook bracht ik een veldbezoek aan het Hustai Nuruu National Park waar Nederland aan het behoud van het ecosysteem bijdraagt, inclusief de herintroductie van het Przewalski paard. Daarnaast bracht ik veldbezoeken aan een drinkwaterproject in Ulaanbataar en een project op het gebied van private sectorontwikkeling.
Mongolië behoort tot de landen met een laag inkomen. Het land is laag ontwikkeld en heeft vanwege de nomadische traditie een smalle economische basis. Mongolië is derhalve sterk afhankelijk van buitenlandse hulp. De bestuurssituatie is zwak door een gebrek aan bestuurlijke capaciteit, statistische informatie, het niet betrekken van de civil society en hardnekkige corruptie, hetgeen duurzame ontwikkeling in de weg staat. Mongolië bereidt een armoedereductiestrategie voor, National Development Strategy (NDS), waarin de Millennium Ontwikkelingsdoelen en private sectorontwikkeling belangrijke pijlers zijn. Mongolië heeft het potentieel in zich om te slagen. De blijvende betrokkenheid van de donorgemeenschap, inclusi ef Nederland, is er op gericht om Mongolië daarbij te helpen. De Nederlandse hulp concentreert zich binnen de milieusector op het behoud van biodiversiteit en watermanagement met accenten op goed bestuur en corruptiebestrijding.
Ontwikkelingssamenwerking
Ik heb tegenover de Mongoolse autoriteiten de blijvende betrokkenheid van Nederland bevestigd en aangekondigd de Nederlandse steun te verhogen tot 7,5 miljoen euro per jaar. Het behoud van het unieke en ongerepte ecosysteem en de geo-strategische positie van transitieland Mongolie zijn belangrijke overwegingen bij deze beslissing geweest. Vanwege de zwakke bestuurssituatie is Mongolië evenwel nog niet klaar voor sectorale steun. Daarom blijft er een projectmatige focus op milieu, biodiversiteit en land- en watermanagement. Om de relatie op milieugebied nader te structureren heb ik met de minister van Milieu en Natuur een Memorandum of Understanding ondertekend, waarin de ontwikkelingsrelatie tot en met 2009 is vastgelegd. President Enkhbayar verzocht mij expliciet om Nederlandse steun op het gebied van watermanagement en bij de bestrijding van corruptie. Ik heb besloten deze verzoeken te honoreren.
Uit de gesprekken met de donorgemeenschap en met vertegenwoordigers van ngo's bleek dat de Mongoolse overheid nog geen consultaties met de civil society heeft georganiseerd bij de voorbereiding van de NDS. Ik heb daarom de donorgemeenschap opgeroepen om in de voorbereidingsfase richting de overheid een gezamenlijke verklaring af te geven (joint donor statement) waarin onder meer wordt gesteld dat de donorgemeenschap zich pas committeert aan de NDS indien deze consultaties hebben plaatsgehad.
Goed bestuur
Tegenover erkende Mongoolse vorderingen op het gebied van economie en democratisering in een land in transitie, zeker in vergelijking met landen in Centraal-Azië, bleek de zwakke bestuurssituatie teleurstellend. Er zijn toenemende zorgen over de hardnekkige corruptie die met name het gevolg is van de sterke belangenverstrengeling tussen de politieke, publieke en private sector: politici die tevens ondernemingen bezitten en ambtenaren die uit de politieke partij van de zittende minister afkomstig zijn. Corruptie is met name sterk aanwezig in de mijnbouw- en landsector. Binnen de OS-relatie zal ook expliciet aandacht aan goed bestuur en corruptiebestrijding op milieugebied worden besteed.
Migratiedruk en urbanisatie zijn vraagstukken waar de overheid onvoldoende maatregelen neemt, met ernstige gevolgen voor de duurzame ontwikkeling. Bovendien heeft de Mongoolse overheid te weinig aandacht voor de inbreng van de opkomende civil society en het menselijk kapitaal. Tenslotte zijn er, met name op demografisch gebied, te weinig betrouwbare statistische gegevens beschikbaar voor het voeren van effectief beleid. Ik zal de OESO verzoeken om op dit terrein assistentie te verlenen.
Donorcoördinatie en harmonisatie
De donorgemeenschap in Mongolië staat slechts nog maar aan het begin van donorcoördinatie en harmonisatie en zal snel voortgang moeten maken met onderlinge samenwerking en samenwerking met de overheid. De gemeenschappelijke donorverklaring in het kader van de NDS zal het vertrekpunt zijn van meer coördinatie en harmonisatie. Tevens heb ik gepleit voor een voortrekkersrol van de Wereldbank op het gebied van donorcoördinatie in Mongolië, met nadruk op een versterkte inbreng op het gebied van financieel bestuur richting de Mongoolse overheid.
Bevindingen en uitkomsten
Samenvattend kan worden vastgesteld dat de komende periode voor de Mongoolse sociaal-economische ontwikkeling van groot belang is. De grootste uitdagingen voor de Mongoolse autoriteiten liggen op het gebied van goed bestuur en behoud van het ongerepte ecosysteem. Mongolië is nog niet klaar voor sectorale steun, maar de inspanningen van de donorgemeenschap dienen wel op bevordering daarvan gericht te zijn. Nederland zal daarom Mongolië vanuit de milieufocus ondersteunen bij de versterking van de bestuurlijke sector en de corruptie helpen bestrijden, waarbij de mijnindustrie en landuitgifte bijzondere aandacht krijgen. In dit proces zal de politieke context in Mongolie nadrukkelijker worden gevolgd en worden meegewogen bij beleidsbeslissingen.
Tevens is het belang bevestigd van het unieke en ongerepte ecosysteem en de geostrategische positie van Mongolië. Mongolië moet waken voor het aanrichten van onherstelbare schade aan de unieke ecologische omstandigheden door de 'uitverkoop' van het natuurlijk kapitaal - met name de bodemschatten - aan landen die op zoek zijn naar grondstoffen en land, zoals China, Japan en Zuid-Korea. Dit is een belangrijke uitdaging voor een land met een oppervlakte van 45 keer Nederland, met een bevolking van minder dan 3 miljoen inwoners, ingeklemd tussen Rusland en China en bovendien essentieel voor de ecologische stabiliteit in Noord-Oost Azië.
Vietnam
Inleiding
Het bezoek aan Vietnam, dat eerder in juli van dit jaar was afgebroken in verband met de val van het Kabinet-Balkenende II, richtte zich op de bespreking van de Vietnamese sociaal-economische doelen, de huidige ontwikkelingsrelatie en de toekomst van de bilaterale relatie. Van 3-5 juli 2006 heb ik Ho Chi Minh Stad en Hué bezocht en veldbezoeken gebracht aan projecten in het zuiden en midden van het land op het gebied van onder andere drinkwatervoorziening, gezondheidszorg en biogasgebruik. Voorts heb ik met vertegenwoordigers van in Vietnam werkzame ngo's gesproken. Op 6 september 2006 heb ik in Hanoi gesprekken gevoerd met de ministers van Financiën, Buitenlandse Zaken, Planning & Investeringen en Landbouw. In een beleidstoespraak heb ik de belemmerende werking van corruptie en het gebrek aan vrijheden voor verdere economische en sociale ontwikkeling aan de orde gesteld.
Algemeen
Vietnam ontworstelt zich in hoog tempo aan de armoede (weliswaar leefde in 2005 nog steeds 20 procent van de bevolking onder de armoedegrens maar in 2004 ging het nog om 28 procent) en richt zich daarnaast in toenemende mate op integratie in de wereldmarkt: de recente succesvolle afronding van handelsbesprekingen met de VS heeft de weg vrijgemaakt om nog dit jaar toe te treden tot de WTO. Vietnam treedt steeds zelfverzekerder naar buiten, getuige de openheid waarmee de overheid het Sociaal-Economisch Ontwikkelingsplan 2006-2010 (SEDP) en het belang van effectieve corruptiebestrijding met donoren heeft besproken. Met een economische groei van 8 procent per jaar hoopt Vietnam in 2010 de status van Middle Income Country (MIC) te bereiken. Het land heeft een grote behoefte aan extra kapitaal om het hoge groeiniveau vast te houden. Overdrachten uit het buitenland en verhoogde binnenlandse besparingen zullen moeten worden aangevuld met ODA-middelen. Ook de Wereldbank ziet ODA als noodzakelijk financieringsinstrument om te voorkomen dat Vietnam voor de financiering van noodzakelijke investeringen op de financiële markten zou gaan experimenteren om de mogelijke MIC-status te bestendigen. Nederland zal de komende jaren circa 36 miljoen euro per jaar bijdragen aan de verdere ontwikkeling van Vietnam, met name op het gebied van gezondheidszorg, watermanagement, bosbeheer en beheer van de overheidsfinanciën.
Ontwikkelingssamenwerking
Het ontwikkelingsproces in Vietnam laat indrukwekkende resultaten zien. De focus van alle gesprekken lag derhalve op een discussie over de transformatie van de bilaterale ontwikkelingsrelatie naar economische, politieke en culturele samenwerking wanneer Vietnam -naar eigen zeggen in 2010- de status van middeninkomensland zal hebben bereikt. Vietnam is zich bewust van de veranderende relaties en dat ODA in de toekomst zal afnemen. Tot die tijd wil Vietnam sneller hervormen om ODA-middelen gerichter en effectiever in te zetten. Vietnam voert daarom een herziening van financiële procedures en uitvoering van hulpactiviteiten door om de absorptiecapaciteit en transparantie te verbeteren en de verantwoording over de overheidsbegroting te vergroten. Vietnam meent dat nieuwe hulpmodaliteiten zoals sectorale begrotingssteun moeten worden toegestaan. Algemene begrotingssteun via Poverty Reduction Support Credit (PRSC) is een goed voorbeeld van donorharmonisatie. Deze zal de komende jaren worden verhoogd.
Nederland zal het nationale Vietnamese programma voor de bestrijding van vogelgriep steunen. Daarnaast heb ik toegezegd de ondersteuning van de bankhervormingen in Vietnam voort te zetten. Ik heb minister van Landbouw Phat uitgenodigd voor een bezoek aan Wageningen, zodat hij zich op de hoogte kan stellen van de laatste technologische ontwikkelingen op het gebied van land- en bosbouw.
Goed bestuur en democratisering
De verbetering van de vrijheid van meningsuiting, met name persvrijheid en vrijheid van religie, loopt achter bij de economische ontwikkeling. Deze boodschap is ook overgebracht in een beleidstoespraak. Bij de vice-minister van Buitenlandse Zaken heb ik de mensenrechten, persvrijheid en vrijheid van religie uitgebreid aan de orde gesteld. Ik heb waardering uitgesproken voor de recente vrijlating van 'prisoners of concern' maar ik heb tegelijk de vrijlating bepleit van andere gedetineerden tegen wie een onduidelijke aanklacht loopt.
In alle gesprekken heb ik de noodzaak onderstreept van effectievere corruptiebestrijding en in dat verband het belang van een goede anticorruptiestrategie. Naast een corruptiewet is onlangs een anticorruptiecommissie opgericht, geleid door de premier. De voorbeeldwerking van justitiële vervolging en een juiste informatievoorziening heeft laten zien dat de Vietnamese overheid corruptiebestrijding ook belangrijk vindt.
Donorcoördinatie en harmonisatie
Donorharmonisatie leeft sterk in Vietnam, getuige het Hanoi Core Statement, de Vietnamese vertaling van de Verklaring van Parijs. Vietnam is tevens een voorstander van coördinatie van hulp. In Hanoi zal één van de eerste VN-kantoren volgens het 'four-ones' principe geopend worden (one representative, one programme and budget, one funding mechanism and one UN house). Versnippering van VN-middelen in Vietnam (thans 60 miljoen dollar) kan zo worden beperkt en programma's kunnen effectiever worden gepland. Naast de donoren in Vietnam steunt ook de Vietnamese regering dit initiatief. Meer samenwerking is met name nodig op de gebieden van duurzaamheid, milieu, onderzoek en private sectorontwikkeling. Denemarken, Australië en Nederland werken thans aan een model voor gezamenlijke financiering in de drinkwatersector.
Bevindingen en uitkomsten
Tegenover een indrukwekkende economische ontwikkeling in Vietnam staat dat het democratiseringsproces en de hervorming van de staatsbedrijven achterblijven. Het land is nog steeds een laaginkomensland met grote verschillen tussen stad en platteland. Corruptie en de mensenrechtensituatie blijven zorgelijk. Met de Vietnamese autoriteiten is de discussie gestart over de transformatie van de bilaterale ontwikkelingsrelatie naar economische, politieke en culturele samenwerking wanneer het land de MIC-status heeft bereikt. Verdere afstemming en harmonisatie met EU en andere internationale partners van de hulp aan Vietnam is vereist. Nederland zal verder pleiten voor een betere markttoegang voor Vietnamese exportproducten, betere donorharmonisatie en betrokkenheid van de Wereldbank en de Development Bank bij de plannen tot één VN volgens het 'four-one'-principe.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken