Reactie APS inzake berichtgeving Probo Koala
AMSTERDAM, 20060920 -- Begin juli 2006 heeft Amsterdam Port Services BV (APS) scheepsafvalstoffen ter verwerking aangeboden gekregen van de Probo Koala, afgemeerd op de boei in de Afrikahaven te Amsterdam. Op basis van de voorinformatie betrof het een waswater van benzine met kleine hoeveelheden caustische soda. De opdracht is op schrift bevestigd waarin eveneens de voorwaarden met betrekking tot acceptatie en verontreiniging zijn gesteld. Hierna is door een lichter van APS (tanker type N-gesloten) ± 250 m3 afvalstof uit de Probo Koala overgepompt.
Bij het acceptatieonderzoek, voorafgaande aan de lossing naar de verwerkingsinstallatie, bleek dat de acceptatienormen zouden worden overschreden. De afvalstof is op basis van dit onderzoek geweigerd. De eigenaar van de afvalstoffen is hiervan direct op de hoogte gesteld.
De afvalstof veroorzaakte een dusdanige stankoverlast dat APS de milieudienst van Amsterdam hierover heeft geïnformeerd, welke tevens de KLPD en VROM heeft ingelicht.
APS had ondertussen diverse binnenlandse en buitenlandse verwerkers benaderd met de vraag of de afvalstof door hun geaccepteerd en verwerkt kon worden. De verwerkers hebben hierop bevestigend geantwoord. De eigenaar van de afvalstoffen vond deze optie te duur.
Het schip Probo Koala wilde vertrekken. Omdat de eigenaar niet garant wilde staan voor de kosten van verwerking van de afvalstof die zich nog aan boord van de lichter bevond, heeft APS het schip door tussenkomst van een advocaat aan de ketting laten leggen.
Meerdaags overleg met diverse overheidsinstanties leidde tot de conclusie dat er geen wettelijke gronden aanwezig waren om het terugpompen van het afval te verhinderen. Hierop zijn de afvalstoffen weer teruggepompt in de Probo Koala, zijnde nog steeds de eigenaar van deze stoffen.
Door deze pomphandelingen is een resthoeveelheid in het leidingsysteem van de lichter achtergebleven. Bij het lossen van de andere ladingen uit de lichter naar de verwerkingsinstallatie is deze resthoeveelheid onbedoeld meegepompt en is terechtgekomen in een opslagtank. In deze opslagtank bevond zich een olie-water mengsel waarin deze toevoeging zich nu in zeer sterk verdunde toestand bevindt.
Het is gebruikelijk dat APS haar oliefracties afvoert naar verwerkers in Nederland, zo ook bovengenoemd afvalproduct. In eerste instantie verklaarde Martens, een erkende verwerker, na analyse van de afvalstof, deze te kunnen en willen verwerken, maar zag later om haar moverende redenen daarvan af.
Verwerking van dit olie-water mengsel kon zonder problemen bij de erkende verwerker ATM plaatsvinden. De lading werd vervolgens naar haar locatie in Moerdijk getransporteerd.
De oliefractie uit de opslagtank waarin altijd een hoeveelheid water aanwezig is, is daarvoor in het schip Martens 7 geladen, een lichter van het type "N-gesloten", dat geschikt is voor het vervoer van de stoffen die in deze gevarenklasse vallen.
APS betreurt de schokkende gebeurtenissen in woonwijken in Abidjan, Ivoorkust en is van mening dat zo snel mogelijk maatregelen moeten worden genomen om zo'n ramp in de toekomst nogmaals voorkomen.
Uitgangspunt kan hierbij de onlangs vastgestelde Europese wetgeving zijn. Hierin zijn regels, met betrekking tot inzameling, verwerking en financiële afwikkeling voor afvalstoffen uit bv. de machinekamer van schepen vastgesteld. APS pleit voor overleg met VROM zodat er dat er op internationaal niveau de wetgeving kan worden uitgebreid en aangescherpt.
Tot slot benadrukt APS dat het niet binnen haar competentie lag om te voorkomen dat het schip uit Nederland zou vertrekken. Zowel het terugpompen van de afvalstoffen in het schip als het uitvaren daarna van de Probo Koala is geschied met medeweten van Justitie. APS verwijst in dit verband tevens naar het slot van de persverklaring van mevrouw Vos, wethouder van Amsterdam.
Amsterdam Port Services