Antwoorden op kamervragen over het nieuwe biometrisch paspoort
20 september 2006
Antwoorden op kamervragen van de leden Externe link Smilde, Externe
link Sterk en Externe link Aasted Madsen (allen CDA) over het nieuwe
biometrisch paspoort
---
1. Vraag
Hoe kan het dat pasfoto's worden afgekeurd waarop de oren niet
zichtbaar zijn, terwijl u in antwoord op eerdere vragen over de
problemen bij de eisen die gesteld worden aan de pasfoto's voor het
nieuwe biometrisch paspoort 1) antwoordt: «mits het gezicht volledig
zichtbaar is, is het niet nodig dat de oren zichtbaar zijn op de
foto»?
1. Antwoord
Omdat de uitgevende instanties de foto's beoordelen, is het in de
praktijk niet uit te sluiten dat een of meerdere uitgevende instanties
de regelgeving en de eisen die voor de foto's gelden niet juist
toepast.
2. Vraag
Zijn de uitzonderingsgronden voldoende objectiveerbaar gemotiveerd?
2. Antwoord
Ja. De uitzonderingsgronden in de regelgeving zijn niet gewijzigd ten
opzichte van de regeling zoals die gold vóór de invoering van de
generatie elektronische reisdocumenten. Waar het gaat om de medische
redenen is ter ondersteuning van de oordeelsvorming van de ambtenaren
bovendien aan de regelgeving toegevoegd, dat zij in voorkomende
gevallen van de aanvrager een door een bevoegde arts of medische
instelling ondertekende verklaring kunnen verlangen. Daartoe mag
echter uitsluitend worden overgegaan indien zij gerede twijfel hebben
aan het bestaan van de opgegeven medische redenen. De regelgeving
staat niet toe dat een dergelijke vraag standaard wordt gesteld.
3. Vraag
Hoe kan het dat er nu opeens zoveel problemen zijn, terwijl de
voorschriften voor pasfoto's voor paspoorten altijd uniform zijn
geweest en door 5000 ambtenaren op circa 568 locaties zijn toegepast?
3. Antwoord
De voorschriften voor paspoorten zijn inderdaad uniform. Er worden
voor de generatie elektronische reisdocumenten echter andere eisen
gesteld aan de pasfoto dan bij de vorige generatie reisdocumenten. De
beoordeling van die eisen dient bovendien binnen nauwere marges te
gebeuren, omdat de foto (die in de chip wordt opgeslagen) langs
geautomati-seerde weg uitgelezen moet kunnen worden door controlerende
instanties. Dit veroorzaakt dat ambtenaren en fotografen zich
nadrukkelijk op de nieuwe eisen voor de foto moeten instellen.
4. Vraag
Op welke termijn zijn alle gemeentelijke ambtenaren op de hoogte van
de nieuwe eisen en wanneer zijn de problemen voor de burger opgelost?
Wanneer en hoe wordt de burger geïnformeerd over de nieuwe
voorschriften?
4. Antwoord
Alle uitgevende instanties zijn, zoals vermeld in het antwoord op de
eerdere vragen van bovengenoemde leden van 1 september 2006 (nummer
2050618340) reeds ruim vóór de daadwerkelijke invoering van de
generatie elektronische reisdocumenten op de hoogte gesteld van de
nieuwe eisen voor de pasfoto, onder andere door middel van het geven
van trainingsdagen. Sedert de invoering heeft het ministerie van BZK
voortdurend deze eisen nog nader toegelicht in verschillende
nieuwsbrieven, die naar de uitgevende instanties zijn gezonden. De
voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken is van mening
dat het steeds beter gaat met het beoordeling van de pasfoto's (zie
Algemeen Dagblad van zaterdag 9 september 2006). Het ministerie van
BZK blijft de gemeenten, ook in de komende weken, ondersteunen met
gerichte informatieverstrekking.
Wat betreft de informatievoorziening aan de burger kan worden gemeld,
dat reeds vóór de invoering aan de uitgevende instanties is verzocht
om in de plaatselijke media aandacht te besteden aan de nieuwe
generatie elektronische reisdocumenten. Daarnaast bevatte het
cursusmateriaal voor de gemeenten een voorbeeld van een brief die
gemeenten sturen aan burgers van wie het reisdocument gaat verlopen,
waarin wordt gewezen op het belang van een goede foto voor de nieuwe
elektronische reisdocumenten. In de brief wordt de burger ook attent
gemaakt op de website www.paspoortinformatie.nl, waarin de nieuwe
eisen voor de pasfoto uitvoerig worden toegelicht.
1 Aanhangsel-Handelingen nrs. 2049 en 2050, vergaderjaar 2005-2006.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties