Algemene Onderwijsbond

Walter Dresscher, voorzitter Algemene Onderwijsbond:

"Overheid reageert te traag op dreigen lerarentekort"

Datum: 20 september 2006

Utrecht - Om het leraarsberoep aantrekkelijker te maken en tekorten te voorkomen, zal de beloningsstructuur moeten veranderen. Dat erkent het ministerie in de nota Werken in het onderwijs die vandaag op een conferentie in Den Haag wordt besproken. "Die conclusie delen we", aldus Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond. "Maar het is natuurlijk bizar dat na vier jaar korten op de onderwijssalarissen, dit kabinet aan de vooravond van zijn vertrek aan de opvolgers opeens adviseert om wél te investeren in de concurrentiepositie van het onderwijs. Te meer omdat uit de miljoenennota blijkt dat dit kabinet weer niet investeert in onderwijs."

In de miljoenennota maakt minister Zalm duidelijk dat onderwijs nauwelijks meeprofiteert van het zoet van Balkenende III. Want terwijl tussen 2004 en 2007 de economie met 2,5 procent groeide, kreeg onderwijs er maar 1,5 procent bij. De uitgaven voor veiligheid en zorg hielden met een groei van 2,5 procent wél gelijke tred met de economie, zo schrijft Zalm in de miljoenennota. Dat blijkt ook nog eens uit de portie die onderwijs krijgt uit de hele overheidstaart. Lag dat de afgelopen jaren op 19 procent van alle rijksuitgaven, in 2007 krijgt onderwijs nog maar 18 procent van de feesttaart van het kabinet Balkenende. Dresscher: "Wie kijkt naar de tekorten die op ons afkomen, moet toch erkennen dat de overheid te laat is met investeringen om de concurrentiepositie van onderwijs te verbeteren. We zien nu al dat het aantal lesuren dat gegeven wordt door onbevoegden stijgt." Vanaf 2010 komen er volgens nieuwe voorspellingen in de nota Werken in het onderwijs grote tekorten in het voortgezet onderwijs. Vooral voor de vakken Nederlands, Duits, wiskunde, natuurkunde, scheikunde en techniek worden grote problemen verwacht. Het startsalaris is weliswaar concurrerend, maar leraren doen er achttien jaar over om hun top te bereiken. In andere sectoren is dat tien tot twaalf jaar. Daarnaast blijkt dat vooral leraren in de randstad qua salaris verder achterlopen bij hoger opgeleiden dan in de rest van het land. Dresscher vindt dat twee partijen aan zet zijn als het gaat om de concurrentiepositie van onderwijspersoneel te verstevigen. "Het is niet alleen de overheid die meer moet investeren in de salarissen. Ook de werkgevers moeten werk maken van doorgroeimogelijkheden. Scholen kunnen leraren ook in hogere schalen belonen, maar uit zuinigheid misbruiken zij het systeem van functiewaardering om lesgeven laag te belonen. In plaats van het geld uit te geven aan onderwijs, gaan deze steeds autonomere instellingen sparen."


---- --