Raad van de Europese Unie

PERSMEDEDELING 2748e/2749e zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen Brussel, 19 september 2006 :

12255/06 (Presse 241) 1
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
12255/06 (Presse 241)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2748e/2749e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Brussel, 19 september 2006
Voorzitter de heer Erkki TUOMIOJA
Minister van Buitenlandse Zaken van Finland
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad beklemtoonde dat hij tastbare resultaten wil bereiken die leiden naar een oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict. De Raad was ingenomen met de bekendmaking door de Palestijnse president Mahmoud Abbas van het akkoord over de vorming van een regering van nationale eenheid en sprak de hoop uit dat het politiek programma ervan de beginselen van het Kwartet zal weerspiegelen en spoedig overleg mogelijk zal maken.
De Raad besloot de werking van het tijdelijk internationaal mechanisme waarmee de EU en de lidstaten reeds aanzienlijke middelen rechtstreeks ten goede hebben doen komen aan het Palestijnse volk, met nog eens drie maanden te verlengen.
De Raad benadrukte dat hij zich inzet voor de volledige uitvoering van Resolutie 1701 van de VNVeiligheidsraad betreffende Libanon. De Raad verheugde zich over de snelle inzet van het Libanese leger in Zuid-Libanon en over de aanzienlijke bijdrage van de EU-lidstaten aan de versterkte UNIFIL-missie. Hij verzocht om een verslag op te stellen over een mogelijke Europese bijdrage aan de uitvoering van Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad betreffende de Libanees-Syrische grens. Hij benadrukte voorts dat de EU de Libanese regering zal helpen bij het vervullen van de behoeften en bij het uitvoeren van hervormingen op een aantal gebieden waaronder veiligheid. Wat betreft het nucleaire programma van Iran, waren de ministers ingenomen met het overleg tussen hoge vertegenwoordiger Javier Solana en de secretaris-generaal van de Iraanse Nationale Veiligheidsraad, dr. Ali Larijani, waarbij werd nagegaan of onderhandelingen met Iran kunnen worden geopend; de ministers steunden deze inspanningen.
De Raad sprak zijn ernstige bezorgdheid uit over de verslechtering van de veiligheid en de humanitaire situatie in Darfur. Hij betuigde zijn krachtige steun voor Resolutie 1706 van de VN-Veiligheidsraad, die het mandaat van de VN-missie in Sudan uitbreidt tot Darfur, en herhaalde dat de EU bereid is de inspanningen van de VN en andere partners bij de planning van de overname van de taken van de missie van de Afrikaanse Unie (AMIS) door de VN te steunen. De Raad riep de Sudanese regering nadrukkelijk op om in te stemmen met de uitvoering van de VN-operatie en ten volle mee te werken met de VN. Hij deed een beroep op de niet-ondertekenaars om alsnog mee te doen en zich in te zetten voor de uitvoering van het vredesakkoord voor Darfur.
De Raad was verheugd over de ontmoeting op 13 september tussen president Kabila en vice-president Bemba van de Democratische Republiek Congo, die hij als een bemoedigend teken beschouwt, en hij prees de door hoge vertegenwoordiger Solana geleverde inspanningen bij het faciliteren van deze ontwikkelingen. De Raad nam er nota van dat de samenwerking tussen de militaire operatie van de EU EUFOR RD Congo en MONUC, samen met de versterkte politiemissie van de EU in Kinshasa (EUPOL Kinshasa), tot nu toe heeft bijgedragen tot handhaving van de stabiliteit gedurende het verkiezingsproces. De Raad heeft een EU-team ingesteld dat zal bijdragen tot de vestiging van een internationale civiele missie in Kosovo.
De Raad heeft tot slot een besluit aangenomen tot wijziging van zijn reglement van orde, teneinde de openheid en transparantie van de werkzaamheden van de Raad op het gebied van wetgeving van de EU te vergroten.
19.IX.2006

1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst. 12255/06 (Presse 241) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5 BESPROKEN PUNTEN
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad ....................................................................... 7 SUDAN / DARFUR - Conclusies van de Raad ............................................................................... 9 DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO - Conclusies van de Raad........................................ 11 IRAK - Conclusies van de Raad.................................................................................................... 13 VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad.................................. 14 IRAN........................................................................................................................................... 16 DIVERSEN ................................................................................................................................. 17 . Terrorrismebestrijding - Geheime detentiecentra.................................................................. 17 . Regionale samenwerking Zwarte Zee................................................................................... 17 GEBEURTENISSEN IN DE MARGE VAN DE RAAD............................................................... 17 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 4
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE BETREKKINGEN
. Somalie - conclusies van de Raad ....................................................................................................................18 . Raad voor de Mensenrechten - Conclusies van de Raad....................................................................................19 . Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh ..........................................................................................................21 . Kosovo - team van de EU met het oog op een toekomstige internationale missie ..............................................21 . Montenegro - Politieke dialoog........................................................................................................................21 . Democratische Republiek Congo - Beperkende maatregelen ............................................................................22 . Libanon - wapenembargo ...............................................................................................................................23 HANDELSPOLITIEK
. EG-Belarus - Overeenkomst inzake de handel in textielproducten ....................................................................23 . Europees-mediterrane conferentie over industrie..............................................................................................23 ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
. Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling ................................................24 ALGEMENE ZAKEN
. Reglement van orde van de Raad .....................................................................................................................24 . Besprekingen in andere Raadsformaties ...........................................................................................................25 VERVOER
. Overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer - Integratie van nieuwe wetgeving ....................................25 VISSERIJ
. NAFO-Verdrag ..............................................................................................................................................25 BENOEMINGEN
. Comite van de regio's .....................................................................................................................................26 . Economisch en Sociaal Comite........................................................................................................................27 MIDDELS DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE GENOMEN BESLUITEN . Antidumpingmaatregelen - China - zeemleder..................................................................................................27 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechië:
de heer Toma. POJAR vice-minister van Buitenlandse Zaken, belast met bilaterale betrekkingen
Denemarken:
de heer Per Stig MOLLER minister van Buitenlandse Zaken Duitsland:
de heer Frank-Walter STEINMEIER minister van Buitenlandse Zaken Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken Griekenland
mevrouw Dora BAKOYANNIS minister van Buitenlandse Zaken Spanje:
de heer Miguel Angel MORATINOS CUYAUBE minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking Frankrijk:
mevrouw Catherine COLONNA toegevoegd minister van Europese Zaken Ierland:
de heer Dermot AHERN minister van Buitenlandse Zaken Italië
de heer Massimo D'ALEMA vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken Cyprus:
de heer Yiorgos LILLIKAS minister van Buitenlandse Zaken Letland:
de heer Artis PABRIKS minister van Buitenlandse Zaken Litouwen:
de heer Petras VAITIEK.NAS minister van Buitenlandse Zaken Luxemburg
de heer Jean ASSELBORN vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije:
mevrouw Kinga GONCZ minister van Buitenlandse Zaken Malta:
de heer Richard CACHIA CARUANA permanent vertegenwoordiger Nederland:
de heer Bernard Rudolf BOT minister van Buitenlandse Zaken Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Buitenlandse Zaken Polen
de heer Stanis.aw KOMOROWSKI onderstaatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken Portugal:
de heer Luis AMADO minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 6
NL
Slowakije:
de heer Jan KUBIS minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Erkki TUOMIOJA minister van Buitenlandse Zaken mevrouw Paula LEHTOMAKI minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkeling Zweden:
de heer Hans DAHLGREN staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken Verenigd Koninkrijk
de heer Geoff HOON onderminister van Europese Zaken Commissie:
mevrouw Benita FERRERO-WALDNER lid
de heer Olli REHN lid
de heer Louis MICHEL lid
Secretariaat-generaal van de Raad
de heer Javier SOLANA secretaris generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB
De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd: Bulgarije:
de heer Ivailo KALFIN vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Meglena KUNEVA minister van Europese Zaken Roemenië:
de heer Mihai-R.zvan UNGUREANU minister van Buitenlandse Zaken 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 7
NL
BESPROKEN PUNTEN
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen: "Bosnië en Herzegovina

1. De Raad uitte zijn bezorgdheid naar aanleiding van recente gevallen van opruiende taal tijdens de verkiezingscampagne. In dit verband herhaalde de Raad ondubbelzinnig vast te houden aan het Vredesakkoord van Dayton-Parijs en aan de territoriale integriteit van Bosnie en Herzegovina.

2. De Raad benadrukte dat de verkiezingen van 1 oktober volgens internationale normen moeten worden gehouden. Gezien de voorgenomen sluiting van het Bureau van de hoge vertegenwoordiger worden deze verkiezingen van bijzondere betekenis, omdat de gekozen leiders een grotere verantwoordelijkheid zullen moeten nemen voor de verwezenlijking van het Europese perspectief van Bosnie en Herzegovina.
3. De Raad verwelkomde de vooruitgang die bij de onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst is geboekt, maar betreurde het dat veel belangrijke hervormingen in 2006 vertraging hebben opgelopen. Hij riep de betrokken autoriteiten op om de in de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 12 december 2005 genoemde hervormingen die voor de sluiting van een stabilisatie- en associatieovereenkomst noodzakelijk zijn zo snel mogelijk overeen te komen en uit te voeren. De Raad sprak in het bijzonder zijn ongerustheid uit over het uitblijven van vooruitgang bij de uitvoering van de overeenkomst van oktober 2005 inzake de herstructurering van de politie, en sprak de hoop uit dat deze belemmering spoedig zal worden weggenomen. Montenegro

4. De Raad was ingenomen met het vreedzame en ordelijke verloop van de verkiezingen in de Republiek Montenegro op 10 september en de eerste inschatting van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie dat de verkiezingen grotendeels volgens internationale normen zijn verlopen. De Raad deed een beroep op de autoriteiten in Podgorica om een oplossing te vinden voor de resterende problemen die in de beoordeling van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie worden genoemd.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 8
NL

5. De Raad keek ernaar uit dat er vlot een nieuwe regering wordt gevormd en spoedig in het parlement overeenstemming wordt bereikt over de procedures voor de aanneming van een nieuwe grondwet die aan de Europese normen voldoet, en dat die vervolgens wordt aangenomen. In dit verband benadrukte de Raad dat een voortdurende dialoog tussen de nieuwe regering en de oppositie noodzakelijk zal zijn. De Raad verwacht dat de nieuwe regering, zodra zij is gevormd, vastberaden aan de Europese hervormingsagenda zal blijven werken in overeenstemming met het Europese partnerschap. De Raad onderstreepte met name het belang van hervormingen op het gebied van vrijheid, recht en veiligheid en de opbouw van de administratieve capaciteit. De Raad was verheugd over het voornemen van de Commissie om spoedig de onderhandelingen over de stabilisatie- en associatieovereenkomst met de Republiek Montenegro nieuw leven in te blazen en benadrukte dat het tempo en de voltooiing van deze onderhandelingen afhankelijk zullen zijn van de vorderingen die Montenegro maakt bij de vereiste hervormingen. De EU blijft ernaar streven de Republiek Montenegro bij haar Europese koers te steunen. Servië

6. De Raad memoreerde dat een vreedzaam en welvarend Servie dat volledig in de familie van Europese naties geintegreerd is, van groot belang is voor de stabiliteit in de regio. De EU is bereid de onderhandelingen met Servie over een stabilisatie- en associatieovereenkomst te hervatten zodra Servie volledig meewerkt met het ICTY. De Raad drong er bij de Servische autoriteiten op aan hun inspanningen tot uitvoering van hun actieplan op te voeren teneinde aan dit criterium te voldoen."
************
De Raad heeft voorts zijn goedkeuring gehecht aan: . een gemeenschappelijk optreden betreffende de instelling van een EU-team dat zal bijdragen tot de vestiging van een toekomstige internationale civiele missie in Kosovo; . een gezamenlijke verklaring over de politieke dialoog met Montenegro (zie blz. 21). 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 9
NL
SUDAN / DARFUR - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen: "1. De Raad spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de verslechtering van de veiligheid en de humanitaire situatie in Darfur. De Raad veroordeelt de voortdurende schendingen van het staakt-het-vuren door alle partijen en met name het geweld tegen de burgerbevolking en de gerichte acties tegen de humanitaire bijstand. Hij herhaalt dat alle partijen verplicht zijn de ongehinderde verlening van humanitaire bijstand toe te staan. De Raad herinnert de Sudanese regeringsleiding aan haar collectieve en individuele verantwoordelijkheid voor het beschermen van haar burgers tegen elke vorm van geweld en voor het waarborgen van de eerbiediging van de mensenrechten. De EU steunt met kracht de verklaring die de secretaris-generaal van de VN op 11 september in de VN-Veiligheidsraad heeft afgelegd, waarin hij onder meer de regering van Sudan aanspoort om zich te voegen naar de geest van Resolutie 1706 van de VN-Veiligheidsraad, en waarschuwt dat degenen die verantwoordelijk zijn voor het vaststellen en uitvoeren van beleidsmaatregelen welke in Darfur dood en leed veroorzaken, daarvoor rekenschap zullen moeten afleggen.
2. De Raad is verontrust over het opnieuw uitbreken van gevechten in delen van Noord- Darfur, de recente verhoging van de militaire aanwezigheid in Darfur en de versterking van de regeringstroepen. Hij veroordeelt de gemelde militaire aanvallen van zowel de Sudanese regering als de rebellengroeperingen, en beklemtoont dat elke militaire actie de reeds alarmerende humanitaire situatie nog verder zal verergeren. De Raad benadrukt dat de Sudanese regering haar militaire optreden in Darfur moet beeindigen, zich moet houden aan het staakt-het-vurenakkoord en haar toezeggingen in het kader van het vredesakkoord voor Darfur (DPA) moeten nakomen. De Raad herinnert aan de inhoud van Resolutie 1591 van de VN-Veiligheidsraad, volgens welke personen die het vredesproces hinderen of de stabiliteit in Darfur bedreigen, daarvoor verantwoording zullen moeten afleggen.
3. De Raad betuigt zijn krachtige steun voor Resolutie 1706 van de VN-Veiligheidsraad van 31 augustus 2006, die het mandaat van de VN-missie in Sudan (UNMIS) uitbreidt tot Darfur en de militaire en civiele onderdelen daarvan versterkt met het oog op een spoedige en effectieve uitvoering van het DPA en de in 2004 in Ndjamena gesloten humanitaire staakt-het-vuren-overeenkomst. De Raad herhaalt dat de EU bereid is de inspanningen van de VN en andere partners bij de planning van de overname van de taken van AMIS door de VN te steunen.

4. De Raad roept de Sudanese regering nadrukkelijk op om in te stemmen met de uitvoering van de VN-operatie en ten volle mee te werken met de VN bij de voorbereiding van de uitvoering van het uitgebreide mandaat van UNMIS.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 10
NL

5. De Raad bevestigt zijn krachtige steun aan de AU. Zolang de transitie naar een VNtroepenmacht niet voltooid is, blijven de AU-missie in Sudan (AMIS) en de effectieve en onpartijdige uitvoering van haar mandaat van essentieel belang voor het vredesproces in Darfur. De Raad beklemtoont dat verder moet worden gewerkt aan het verbeteren van de operationele vermogens van de missie, met name wat betreft de taken in verband met de bescherming van de burgerbevolking en de toegang tot humanitaire bijstand, en hij herhaalt met het oog op de AU PVC-vergadering op 18 september dat de EU daaraan haar steun geeft.

6. De Raad herhaalt dat een breed gedragen en alomvattende uitvoering van het DPA, dat op 5 mei 2006 in Abuja werd ondertekend, de grondslag voor stabiliteit, vrede en verzoening in Darfur blijft. Hij doet een beroep op de niet-ondertekenaars om alsnog mee te doen en zich in te zetten voor de uitvoering van het akkoord. In dit verband dringt de Raad er bij de ondertekenaars van het DPA op aan te blijven werken aan oplossingen voor de bezwaren van de niet-ondertekenaars zodat zij zich bij het akkoord kunnen aansluiten.
7. De Raad beklemtoont met name dat de niet-ondertekenaars betrokken moeten worden bij het effectieve toezien op het staakt-het-vuren en het onderzoek naar schendingen daarvan. De niet-ondertekenaars moeten ten volle verantwoordelijk worden geacht voor het nakomen van hun toezeggingen in het kader van de overeenkomst van Ndjamena. De Raad spoort de ondertekenaars van het DPA aan te aanvaarden dat niet-ondertekenaars deelnemen aan de regelingen die bij de bestaande staakt-het-vurenakkoorden in het leven zijn geroepen en de voorwaarden te scheppen voor een spoedige hervatting van de werkzaamheden. De Raad geeft tevens in overweging vertrouwenwekkende maatregelen te nemen en bijvoorbeeld de niet-ondertekenaars uit te nodigen om deel te nemen aan de kerncoordinatiegroep (CCG) en onmiddellijk stappen te doen om de civiele samenleving via een alomvattende Darfur-Darfurdialoog nauwer bij het proces te betrekken.
8. De Raad onderstreept dat hij zich ernstig zorgen maakt over de mogelijke negatieve gevolgen van een aanslepend conflict in Darfur voor de rest van Sudan en de regio eromheen. De Raad let in het bijzonder op de situatie van de vluchtelingenkampen in Tsjaad en is verheugd over zowel de recente tekenen van een verbetering in de betrekkingen tussen Sudan en Tsjaad als de besprekingen die in Asmara worden gevoerd tussen de Sudanese regering en het Oostelijk Front.
9. De EU doet een beroep op de internationale gemeenschap om haar inspanningen te bundelen en samen met de partijen bij het conflict te werken aan een verbetering van de humanitaire situatie en het tot stand brengen van een duurzame vrede in Darfur." 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 11
NL
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO - Conclusies van de Raad De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen: "1. De Europese Unie kijkt uit naar de ordelijke en vreedzame afsluiting van het lopende verkiezingsproces in de DRC, die legitieme en democratisch verkozen instellingen als uitdrukking van de volledige soevereiniteit van het Congolese volk mogelijk maakt. De Raad heeft nota genomen van de door de Onafhankelijke Kiescommissie (CEI) bekendgemaakte resultaten van de parlementsverkiezingen, die weer een belangrijke stap in deze richting vormen.

2. De Raad prijst alle inspanningen die door de Congolese overgangsautoriteiten en in het bijzonder door de CEI, de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap zijn geleverd om de komende tweede ronde van de presidentsverkiezingen en de provinciale verkiezingen voor te bereiden. De Raad neemt nota van de uitspraak van het Hooggerechtshof betreffende de periode waarin de tweede ronde van de presidentsverkiezingen zal worden gehouden. In dit verband roept de Raad alle partijen en kandidaten op om de CEI te steunen en te eerbiedigen, en herinnert hij aan haar sleutelrol bij de organisatie en monitoring van het verkiezingsproces.

3. In overeenstemming met de recente conclusies van de Raad over de DRC van 17 juli en 25 augustus, is de Raad ingenomen met de vooruitgang die is geboekt bij het scheppen van wederzijds vertrouwen en het verminderen van de spanningen tussen de twee presidentskandidaten en dringt hij er bij hen op aan om geen gebruik te maken van geweld. De Raad verheugt zich over de ontmoeting tussen president Kabila en vice-president Bemba in de marge van de Conseil Superieur de la Defense op 13 september, die hij als een bemoedigend teken beschouwt. De Raad waardeert de rol van MONUC en het Comite International d'Accompagnement de la Transition (CIAT) en prijst de door SG/HV Solana geleverde inspanningen bij het faciliteren van deze ontwikkelingen.
4. De Raad is verheugd over de ondertekening van een verbintenis ("acte d'engagement") aangaande het gebruik van de media en benadrukt dat de mediakanalen operationeel moeten blijven en dat geen materiaal moet worden uitgezonden dat geweld of etnische haat zou kunnen ontketenen. Beide zijden dienen zich te houden aan het besluit van de Haute Autorite des Medias.

5. De EU zal het verkiezingsproces actief blijven steunen. Deze steun omvat de voortzetting van de nauwe en doeltreffende samenwerking tussen de militaire operatie van de EU EUFOR RD Congo en MONUC, die, samen met de versterkte politiemissie van de EU in Kinshasa (EUPOL Kinshasa), tot nu toe heeft bijgedragen tot de handhaving van de stabiliteit gedurende het verkiezingsproces. Voorts heeft de EU bijkomende financiering voor de voorbereiding van de verkiezingen verstrekt en blijft zij een verkiezingswaarnemingsmissie uitvoeren.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 12
NL

6. Uitgaande van een succesvolle afsluiting van het verkiezingsproces blijft de EU ernaar streven met de pas verkozen regering samen te werken bij de bevordering van projecten om te helpen bij de onmiddellijke wederopbouw en rehabilitatie, die moet worden gevolgd door een langetermijninspanning met het oog op duurzame ontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met de beginselen van goed bestuur.
7. Na de voltooiing van het verkiezingsproces is het van essentieel belang dat de Congolese autoriteiten blijk geven van een sterke inzet voor goed bestuur en ernaar blijven streven de rechtsstaat, alsmede de veiligheid en de stabiliteit in de DRC te versterken. De Raad onderstreept dat het van belang is dat de autoriteiten van de DRC de hervormingen in de veiligheidssector voortzetten. In dit verband benadrukt de Raad de rol die door EUSEC RD Congo, EUPOL Kinshasa en de activiteiten van de EG en de lidstaten wordt gespeeld. De EU zal haar lopende inspanningen ter ondersteuning van de Congolese autoriteiten op dit gebied voortzetten en daarbij voortbouwen op haar ervaring en die van de lidstaten. Gezien de noodzaak van een alomvattende aanpak waarin de verschillende lopende initiatieven worden gecombineerd, zou de EU bereid zijn om, in nauwe samenwerking met de Verenigde Naties, een coordinerende rol bij de internationale inspanningen in de veiligheidssector op zich te nemen, teneinde de Congolese autoriteiten op dit gebied te steunen."

************
De Raad heeft tevens een gemeenschappelijk standpunt aangenomen waarbij beperkende maatregelen tegen bepaalde personen worden vastgesteld, en waarbij een gemeenschappelijk standpunt uit 2005 wordt gewijzigd om rekening te houden met wijzigingen die door de VN-Veiligheidsraad zijn aangebracht. De gemeenschappelijke standpunten van de Raad geven uitvoering aan Resolutie 1596 van de VN-Veiligheidsraad, als gewijzigd bij Resoluties 1649 en 1698, uit (zie blz. 22).
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 13
NL
IRAK - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen: "1. De EU is ingenomen met de vorderingen die sedert het begin van het "Compact"-proces op 27 juli 2006 gemaakt zijn bij de ontwikkeling van het "International Compact" met Irak. Zij waardeert de inspanningen van de Iraakse regering bij het opstellen van de contourennota voor het "Compact", die op 10 september 2006 is voorgelegd aan de vergadering van de voorbereidende groep van het Compact in Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten).
2. De EU bevestigt dat zij de doelstelling van het "Compact" steunt, namelijk de gezamenlijke steun van de internationale gemeenschap om Irak te helpen bij het verwezenlijken van zijn nationale visie, te weten het opbouwen van een veilige, verenigde, federale en democratische natie die gegrondvest is op de beginselen van vrijheid en gelijkheid, en die haar bevolking vrede en welvaart brengt.

3. De EU bevestigt dat zij bereid is actief bij te dragen tot het "Compact-proces" en moedigt Irak aan voort te gaan met de ontwikkeling van een in alle opzichten evenwichtig "Compact" door middel van een inclusief raadplegingsproces op nationaal, regionaal en internationaal niveau. De totstandbrenging van een binnenlandse consensus zal mede bewerkstelligen dat het "Compact" beantwoordt aan de behoeften van het Iraakse volk en zal ertoe bijdragen dat de uitvoering ervan zal worden gedragen door de Iraakse regering en door de gehele Iraakse maatschappij.

4. De EU onderstreept dat zij groot belang hecht aan een eigen inbreng van Irak en aan het niemand uitsluitende karakter van het "Compact"-proces, alsmede aan een brede betrokkenheid van de internationale gemeenschap, met inbegrip van een actieve deelname van buren en partners in de regio. Voorts wijst de EU op het belang van coordinatie met de bestaande hulp bij wederopbouw, met name de Faciliteit inzake een internationaal wederopbouwfonds voor Irak (IRFFI). De EU blijft de centrale rol van de VN als medevoorzitter van de voorbereidingsgroep van het "Compact" en als adviseur voor Irak ondersteunen. Zij moedigt het uitvoerend comite van het "Compact" aan te zorgen voor transparantie bij het ontwikkelen van alle aspecten van het "Compact", teneinde de volledige steun van het Iraakse volk en de internationale gemeenschap te verkrijgen.
5. De EU ziet uit naar verdere besprekingen met de Iraakse regering en andere partners tijdens de ministeriele bijeenkomsten over het "Compact" in New York en Singapore op 18 september 2006 en daarna."
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 14
NL
VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen: "1. De Raad besprak de situatie in het Midden-Oosten. De Raad benadrukte dat blijvende vrede en veiligheid in de regio slechts kunnen worden gewaarborgd door een algemene regeling met als kernpunt een door onderhandelingen verkregen tweestatenoplossing van het Israelisch-Palestijns conflict. De Raad benadrukte dat het vredesproces nieuw leven moet worden ingeblazen en verzocht de hoge vertegenwoordiger zich daarvoor te blijven inspannen.

2. De Raad benadrukte dat hij zich inzet voor de volledige uitvoering van Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad, prees alle regionale partijen die hebben verklaard zich daarvoor in te zetten en loofde de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de heer Kofi Annan. De Raad verheugde zich over de snelle inzet van het Libanese leger in Zuid-Libanon en over de aanzienlijke bijdrage van de EU-lidstaten aan de versterkte UNIFIL-missie. De Raad sprak zijn waardering uit voor de door andere landen toegezegde substantiele bijdragen. De Raad riep op tot een volledige en snelle uitvoering van Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad, inclusief de terugtrekking van de Israelische troepen, tegelijk met de inzet van UNIFIL en de Libanese strijdkrachten. De Raad was verheugd dat de Israelische lucht- en zeeblokkade wordt opgeheven, waardoor gemakkelijker humanitaire hulp kan worden geboden en economisch herstel mogelijk wordt, en waardeerde de rol van de lidstaten van de EU hierin. De EU riep nogmaals op tot de onmiddellijke vrijlating van de twee ontvoerde Israelische soldaten. De Raad verzoekt het voorzitterschap, de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie een verslag op te stellen over een mogelijke Europese bijdrage aan de uitvoering van Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad betreffende de Libanees-Syrische grens.
3. De Raad benadrukte dat de Raad de Libanese regering zal helpen bij het vervullen van dringende humanitaire en ecologische behoeften, bij het op gang brengen van het herstelen wederopbouwproces, bij het uitbreiden van haar gezag over het gehele Libanese grondgebied en bij het uitvoeren van hervormingen op politiek, veiligheids-, economisch en sociaal vlak. De Raad riep alle zijdelings betrokkenen en nabuurlanden op om dit proces te steunen. De Raad was verheugd over de conferentie van Stockholm voor een spoedig herstel van Libanon, op 31 augustus. Hij stelde vast dat het ENB-actieplan van de EU en Libanon een gezamenlijk overeengekomen kader biedt waarmee de EU de regering kan helpen haar hervormingsagenda uit te voeren.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 15
NL

4. De Raad beklemtoonde dat hij tastbare resultaten wil bereiken die leiden naar een oplossing van het Israelisch-Palestijns conflict. De Raad was ingenomen met de bekendmaking door de Palestijnse president Mahmoud Abbas van het akkoord over de vorming van een regering van nationale eenheid en sprak de hoop uit dat het politieke programma ervan de beginselen van het Kwartet zal weerspiegelen en spoedig overleg mogelijk zal maken. De Raad verheugde zich over het vooruitzicht op een ontmoeting tussen premier Olmert en president Abbas in de nabije toekomst om de onderhandelingen weer op gang te brengen. De Raad vroeg dat er onmiddellijk een eind komt aan het geweld van de Palestijnse groeperingen en aan de Israelische militaire activiteiten in de Palestijnse gebieden. De Raad riep nogmaals op tot de onmiddellijke vrijlating van de ontvoerde Israelische soldaat. Ook vroeg de Raad nogmaals om de onmiddellijke vrijlating van de Palestijnse ministers en parlementsleden in Israelische gevangenschap. De Raad stelde nogmaals dat alle partijen hun door de routekaart opgelegde verplichtingen moeten nakomen. De Raad herhaalde zijn oproep aan de Israelische regering om de bouw en de natuurlijke groei van nederzettingen volledig stop te zetten. De ministers herhaalden dat de EU geen wijzigingen van de grenzen van voor 1967 zal erkennen die niet door beide partijen zijn overeengekomen.

5. De Raad gaf uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de humanitaire situatie in de Palestijnse gebieden. In dit verband herhaalde de Raad de krachtige toezegging die de EU heeft gedaan tijdens de internationale donorconferentie op 1 september in Stockholm. De Raad was verheugd over de uitbreiding van het tijdelijk internationaal mechanisme waarmee de EU en de lidstaten reeds aanzienlijke middelen rechtstreeks ten goede hebben doen komen aan het Palestijnse volk, en besloot de werking ervan met nog eens drie maanden te verlengen. De Raad spoorde donoren en anderen in de regio aan om het mechanisme ten volle te benutten. De Raad herhaalde zijn oproep aan Israel om de overdracht van ingehouden Palestijnse belasting- en douane-inkomsten te hervatten. De Raad riep op tot een volledige uitvoering van de overeenkomst betreffende verkeer en toegang en herhaalde in dit verband dat hij nog steeds achter de EU-grensbijstandmissie in Rafah staat. Hij vroeg met klem om de grensovergang bij Rafah en alle andere grensovergangen weer te openen en open te laten."

************
De Raad heeft tevens een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld tot instelling van een wapenembargo tegen Libanon overeenkomstig Resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad (zie blz. 23). 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 16
NL
IRAN
De ministers bespraken de situatie van het Iraanse nucleaire programma op basis van een briefing door hoge vertegenwoordiger Javier Solana over zijn ontmoetingen op 9 en 10 september met dr. Ali Larijani, secretaris-generaal van de Iraanse Nationale Veiligheidsraad, en over daaropvolgende vergaderingen op het niveau van hoge vertegenwoordigers. Zij namen nota van het verslag d.d. 31 augustus 2006 van de directeur-generaal van de IAEA, El Baradei, dat concludeert dat Iran niet in overeenstemming met Resolutie 1696 van de VNVeiligheidsraad heeft gehandeld en kwamen overeen dat er thans werk dient te worden gemaakt van de uitvoering van de resolutie.
De ministers waren ingenomen met het overleg tussen de hoge vertegenwoordiger en dr. Larijani, waarbij werd nagegaan of onderhandelingen met Iran kunnen worden geopend. Zij steunen deze inspanningen en beklemtoonden dat het belangrijk is spoedig een oplossing te vinden. 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 17
NL
DIVERSEN
. Terrorrismebestrijding - Geheime detentiecentra
De ministers herhaalden dat zij zich inzetten voor een doeltreffende terrorrismebestrijding, met gebruikmaking van alle beschikbare legale middelen en instrumenten. Terrorrisme vormt op zich een bedreiging voor een stelsel van waarden gebaseerd op de rechtsstaat. De ministers herhaalden dat de mensenrechten en de humanitaire normen bij de bestrijding van terrorrisme moeten worden gevrijwaard. Zij namen in dat licht kennis van het voornemen van de regering van de Verenigde Staten om alle gevangenen te behandelen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Geneve, en van de toezeggingen inzake het verlenen van toegang aan het Internationale Comite van het Rode Kruis (ICRC).
Het bestaan van geheime detentiecentra waar gevangenen in een rechtsvacuum worden vastgehouden, is niet in overeenstemming met het internationaal humanitair recht, noch met het internationaal strafrecht.
De ministers merkten op dat zij hun dialoog met de VS zouden voortzetten en zich daarbij zouden concentreren op het vrijwaren van de mensenrechten in het kader van de terrorrismebestrijding. . Regionale samenwerking Zwarte Zee
De Raad nam nota van een verzoek van de Griekse delegatie, gesteund door een aantal andere delegaties, om de betrekkingen van de EU met de Organisatie voor Economische Samenwerking in het Zwarte-Zeegebied (BSEC) te versterken en een alomvattend beleid voor het Zwarte-Zeegebied te ontwikkelen, zodat op regionaal niveau doeltreffender kan worden opgetreden. De Commissie merkte op dat zij voor het einde van het jaar een nieuwe mededeling over het Europees nabuurschapsbeleid zal presenteren, waarin het Zwarte-Zeegebied zal worden behandeld. GEBEURTENISSEN IN DE MARGE VAN DE RAAD
In de marge van de Raad vond er een zitting van de Samenwerkingsraad EU-Oekraine plaats (zie persmededeling 12778/06).
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 18
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Tijdens het gedeelte Algemene Zaken van de zitting heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan de hiernavolgende punten.
EXTERNE BETREKKINGEN
Somalië - conclusies van de Raad
De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen: "1. De Raad verwelkomt de conclusies van de tweede ronde van de in Khartoum gebaseerde inter-Somalische dialoog tussen de federale overgangsinstellingen (TFI) en de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIC) op 2-4 september 2006 en het overeengekomen communique als een positieve stap op weg naar vrede en verzoening. De EU moedigt de TFI en de UIC aan de dynamiek van de besprekingen vast te houden, onder meer via het in Khartoum overeengekomen Gemengd Comite, en inhoudelijke onderhandelingen aan te gaan, mede over het delen van de macht en veiligheid, op basis van het communique van Khartoum.

2. De Raad bevestigt de inzet en de steun van de EU voor dit proces. Hij dringt er bij de internationale gemeenschap, met name de regionale actoren, op aan de onder auspicien van de Arabische Liga gevoerde dialoog te steunen.

3. De Raad spreekt zijn grote bezorgdheid uit over de voortdurende spanningen in Somalie tussen de UIC en de TFI. De Raad bevestigt opnieuw zijn steun voor de TFI als de enige legitieme politieke vertegenwoordiging in Somalie, overeenkomstig in het federaal overgangshandvest.

4. De Raad dringt er bij alle Somalische partijen op aan de grootste terughoudendheid in acht te nemen en onverwijld maatregelen te nemen om de spanning te verminderen. Evenzo dringt hij er bij alle staten in de regio op aan om de Somalische overgang te steunen en inmenging in de situatie te vermijden.

5. De Raad herinnert aan Resolutie 733 van de VN-Veiligheidsraad van 1992 en het daaropvolgende besluit en de verklaringen van het voorzitterschap terzake door de Veiligheidsraad betreffende het wapenembargo tegen Somalie en dringt er bij alle actoren binnen en buiten de regio op aan om zich volledig hieraan te houden. De Raad benadrukt de noodzaak van voortdurend nauwlettend toezicht op het wapenembargo. 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 19
NL

6. De Raad neemt nota van de bereidheid van de AU en de IGAD om een regionale vredesondersteuningsmissie in Somalie in te zetten. Herinnerend aan de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad van 13 juli 2006 en de evenwichtige benadering daarin van de TFI en de UIC, moedigt de Raad alle partijen aan zich in te zetten voor een brede consensus in Somalie ter ondersteuning van vrede en verzoening. Wanneer er consensus over de vredesondersteuningsmissie is bereikt, zal de inzet van een dergelijke missie een beperkte aanpassing van het wapenembargo vereisen.
7. De Raad is ingenomen met de oprichting van de Internationale Contactgroep (ICG) voor Somalie ter ondersteuning van het vredes-en verzoeningsproces. De Raad benadrukt dat het Somalische vredesproces slechts werkelijkheid kan worden met de bereidheid en de inzet van het Somalische volk zelf, onder meer door middel van de actieve betrokkenheid van de civiele samenleving, vrouwengroepen en de diaspora." Raad voor de Mensenrechten - Conclusies van de Raad Bij de aanvang van de tweede zitting van de onlangs opgerichte Raad voor de mensenrechten (HRC) heeft de Raad de volgende conclusies goedgekeurd: "1. De EU staat pal achter de opdracht van de Raad voor de mensenrechten van de Verenigde Naties (HRC). De EU blijft vastbesloten om, in samenwerking met andere spelers, deze Raad in staat te stellen zijn mandaat in al zijn aspecten uit te voeren. 2. De EU was ingenomen met de oprichting van de Raad voor de mensenrechten (HRC) in maart jongsleden. Zij verwacht dat deze Raad zal uitgroeien tot een doelmatig en doeltreffend orgaan, dat een echte bijdrage zal leveren aan de bescherming en de bevordering van de mensenrechten in de gehele wereld. De EU hecht eraan met andere actoren in dialoog te treden en een echte samenwerking aan te gaan ten einde dit doel te bereiken. 3. De Raad is ingenomen met de belangrijke stappen die sinds de oprichting van de HRC zijn gezet bij de vaststelling van normen op het gebied van de mensenrechten; dit betreft met name de aanneming, tijdens de eerste zitting van de HRC, van het Internationale Verdrag voor de bescherming van een ieder tegen gedwongen verdwijning en de Verklaring van de VN inzake de rechten van inheemse volken. Voorts acht de EU het feit dat in augustus jl. overeenstemming is bereikt over het ontwerp-verdrag betreffende de rechten van gehandicapten, een belangrijke stap vooruit bij de verdere implementatie van de rechten van gehandicapten. De EU hoopt dat deze instrumenten tijdens de Algemene Vergadering van de VN komend najaar zullen worden aangenomen.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 20
NL
4. De Raad verwacht dat de HRC zich, overeenkomstig zijn mandaat, zowel zal richten op thematische onderwerpen - burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten, als op landenspecifieke onderwerpen, waaronder concrete mensenrechtenschendingen, met inbegrip van grove en systematische schendingen van de mensenrechten, en hierover aanbevelingen zal opstellen. De HRC heeft eveneens een belangrijk preventief mandaat dat, indien daarvan een doeltreffend gebruik wordt gemaakt, een sleutelrol kan spelen bij het voorkomen van gewelddadige situaties. Daarnaast is het de bedoeling dat de regelmaat van de zittingen de Raad in staat stelt tijdig te reageren op situaties die zulks vereisen.
5. De EU acht de tweede zitting een uitgelezen kans voor alle partijen om de toekomstige toon en draagwijdte van de werkzaamheden van de HRC te bepalen. De EU zal daarom streven naar opbouwende samenwerking met andere partijen, zodat een zinvol debat kan plaatsvinden en praktische en daadwerkelijke resultaten worden geboekt. Tijdens de komende zitting zal de aandacht vooral uitgaan naar de behandeling van rapporten door middel van de bijzondere procedures. De EU zal met behulp van deze bijzondere procedures trachten een echte dialoog tot stand te brengen en te zorgen voor een passende operationele follow-up van de in de rapporten gedane aanbevelingen, waarbij zij andere partijen zal aanmoedigen hetzelfde te doen. De HRC moet, krachtens zijn mandaat, altijd over de mogelijkheid beschikken om ook noodsituaties en dringende punten aan te pakken. De EU zal zich bezinnen op passende manieren om dergelijke actuele onderwerpen aan de orde te stellen.
6. De EU hecht groot belang aan het systeem van de bijzondere procedures, waarvan ook de thematische en landenmandaten deel uitmaken. In het kader van de evaluatie dient dit systeem verder te worden versterkt, en moeten de onafhankelijkheid en de integriteit ervan volledig worden veiliggesteld. Tevens benadrukt de EU de plicht van alle regeringen om met deze mechanismen samen te werken. De EU verwacht dat de nieuwe, periodieke en algemene evaluatie zich zal ontwikkelen tot een zinvol, evenwichtig en doeltreffend mechanisme dat een aanvulling vormt op de andere typen activiteiten van de HRC. De EU zal hierbij een actieve rol blijven spelen.
7. De Raad benadrukt de belangrijke bijdrage van de NGOfs aan de werkzaamheden van de HCR. Mensenrechtenactivisten, de mensenrechteninstanties van staten en vertegenwoordigers van de civiele samenleving spelen een sleutelrol wat betreft het laten horen van de stemmen van diegenen die de HCR tracht te beschermen. Het is van belang hun rol mettertijd verder te versterken.

8. De Raad bevestigt opnieuw de krachtige steun van de EU voor het werk van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten, Mevrouw Louise Arbour, en haar bureau. Naast al haar andere belangrijke taken is het van doorslaggevend belang dat de Hoge Commissaris een actieve rol speelt bij de opbouw van een doeltreffende en functionerende Raad voor de mensenrechten."
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 21
NL
Waarnemingsmissie van de EU in Atjeh
De Raad heeft een besluit aangenomen over de verlenging, tot 15 december 2006, van de Overeenkomst tussen de EU en de regering van Indonesie betreffende de taken, status, voorrechten en immuniteiten van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesie) en het personeel ervan (12166/06).
Dit besluit is vloeit voort uit de aanneming, op 7 september 2006, van een gemeenschappelijk optreden tot wijziging en verlenging van Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh voor een laatste periode van drie maanden tot 15 december 2006 (zie persmededeling 12555/06).
Kosovo - team van de EU met het oog op een toekomstige internationale missie De Raad is akkoord gegaan met de instelling van een team van de EU als bijdrage aan de voorbereiding van een eventuele internationale civiele missie in Kosovo (12159/06). Het team zal samenwerken met de internationale gemeenschap en de instellingen van Kosovo, in nauwe coordinatie met de VN-missie in Kosovo (UNMIK). Het besluit van de Raad vormt een aanvulling op Gemeenschappelijk Optreden 2006/304/GBVB van 10 april 2006 betreffende de instelling van een planningsteam van de EU met betrekking tot een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie op het gebied van de rechtsstaat in Kosovo (EUPT Kosovo).
Montenegro - Politieke dialoog
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een gezamenlijke verklaring over een politieke dialoog met Montenegro in overeenstemming met het stabilisatie- en associatieproces en de agenda van Thessaloniki voor de Westelijke Balkan (12477/06). In de verklaring wordt uiteengezet onder welke voorwaarden de partijen bereid zijn tot een regelmatige politieke dialoog. Een dergelijke politieke dialoog zal de huidige politieke en economische veranderingen in Montenegro ondersteunen en bijdragen aan de totstandbrenging van nieuwe samenwerkingsvormen, waarbij met name rekening zal worden gehouden met de status van Montenegro als potentiele kandidaat voor lidmaatschap van de Europese Unie. De politieke dialoog zal gericht zijn op:

* versterking van democratische beginselen en instellingen en de rechtsstaat, de mensenrechten en eerbiediging en bescherming van minderheden;
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 22
NL

* bevordering van regionale samenwerking, ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap en nakoming van verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht;
* bevordering van een zo volledig mogelijke integratie van Montenegro in de voornaamste politieke en economische processen in Europa.
De politieke dialoog zal plaatsvinden via overleg en contacten tijdens vergaderingen op hoog niveau van vertegenwoordigers van Montenegro, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Europese Unie, in Trojka-formatie, anderzijds, op parlementair niveau en in het kader van het Forum EU/Westelijke Balkan, dat is ingesteld tijdens de Top EU-Westelijke Balkan in Thessaloniki in 2003.
Democratische Republiek Congo - Beperkende maatregelen De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo (DRC) (12256/06).
Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB beoogt uitvoering te geven aan Resolutie 1596 (2005) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR 1596 (2005))door het opleggen van een visumverbod, ter voorkoming van de binnenkomst in of doorreis door de EU van personen die handelen in strijd met het wapenembargo in de DRC, en het bevriezen van tegoeden en economische middelen van die personen. Het bevat voorts een lijst van de betrokken personen en entiteiten.
Het gemeenschappelijk standpunt is voorts gewijzigd als gevolg van de aanneming, op 21 december 2005, van UNSCR 1649 (2005) tot uitbreiding van de bij UNSCR 1596 (2005) opgelegde maatregelen tot politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en de ontwapening en de vrijwillige repatriering of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren en tot politieke en militaire leiders van Congolese milities die steun van buiten de Democratische Republiek Congo ontvangen en met name van milities die in Ituri actief zijn en de ontwapening, demobilisatie en herintegratie van hun strijders belemmeren.
Tenslotte is het gemeenschappelijk standpunt gewijzigd als gevolg van de aanneming, op 31 juli 2006, van UNSCR 1698 (2006) tot uitbreiding van de bij UNSCR 1596 (2005) opgelegde maatregelen tot politieke en militaire leiders die kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten en tot personen die ernstige schendingen van het internationale recht begaan waarbij kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten. 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 23
NL
Libanon - wapenembargo
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld tot instelling van een wapenembargo tegen Libanon overeenkomstig Resolutie 1701 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (12257/06).
De VN-Veiligheidsraad heeft in augustus Resolutie 1701 aangenomen, waarbij een verbod is ingesteld op de levering van wapens aan entiteiten of personen in Libanon, tenzij de regering van Libanon of UNIFIL hiervoor toestemming heeft verleend. Optreden van de Europese Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen van de VN-Veiligheidsraad op EU-niveau uit te voeren. HANDELSPOLITIEK
EG-Belarus - Overeenkomst inzake de handel in textielproducten De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de Commissie gemachtigd wordt onderhandelingen met Belarus te openen met het oog op een nieuwe overeenkomst inzake de handel in textielproducten. Europees-mediterrane conferentie over industrie
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een gemeenschappelijk standpunt van de EU over ontwerp-conclusies voor de zesde Europees-mediterrane conferentie van de ministers van Industrie, op 21 en 22 september op Rhodos.
Tijdens de conferentie zal de balans worden opgemaakt van de geboekte politieke en technische vooruitgang en zal worden bekeken welke politieke initiatieven en maatregelen als antwoord op de uitdagingen van de globalisering moeten worden genomen. De voornaamste punten op de agenda zijn de nieuwe perspectieven voor het Europees-mediterraan partnerschap als gevolg van het nabuurschapsbeleid van de EU, de uitbreiding van de samenwerking op het gebied van innovatie, en de industriele dialoog met het zwaartepunt op de textielsector. Het Europees-mediterraan partnerschap zag het licht in Barcelona in 1995. Het heeft als doel de relatie tussen de EU en de mediterrane partnerlanden te intensiveren (het zogenaamde proces van Barcelona). Een van de centrale doelstellingen van het partnerschap is de totstandbrenging, uiterlijk in 2010, van een ruimte van vrijhandel en gedeelde welvaart. Het Europees-mediterrane industriele partnerschap is in juni 1996 van start gegaan.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 24
NL
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling De Raad heeft ontwerp-besluiten goedgekeurd van het ACS-EG-Comite van Ambassadeurs betreffende:
. de statuten, het reglement van orde en het financieel reglement van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (CTL) (11435/06); . het personeelsreglement van het CTL (11438/06).
ALGEMENE ZAKEN
Reglement van orde van de Raad
De Raad heeft een besluit aangenomen tot wijziging van zijn reglement van orde, teneinde de openheid en transparantie van de werkzaamheden van de Raad op het gebied van wetgeving van de EU te vergroten, overeenkomstig het beleid dat is uitgezet door de Europese Raad op zijn bijeenkomst van 15 en 16 juni (11423/06).
Met het besluit wordt beoogd burgers in staat te stellen uit de eerste hand inzicht te krijgen in de activiteiten van de Raad, in het bijzonder wanneer de Raad beraadslaagt over wetgeving in het kader van de medebeslissingsprocedure tussen Raad en Parlement. Een van de nieuwe maatregelen is dat de openbare beraadslagingen en debatten van de Raad in alle officiele talen van de EU via het internet kunnen worden gevolgd 1.
Voorts wordt met de wijzigingen van het reglement van orde van de Raad beoogd de programmering van de werkzaamheden van de Raad te stroomlijnen door een systeem met een 18-maandenprogramma in te voeren. Dit programma wordt ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd door de drie voorzitterschappen voor de betreffende periode. Het besluit dient voorts om de schriftelijke besluitvormingsprocedure beter te laten functioneren en de goedkeuring van de antwoorden op vragen van leden van het Europees Parlement en de benoemingen van de leden van het Economisch en Sociaal Comite en van het Comite van de Regio's sneller te laten verlopen.

1 Andere openbare gebeurtenissen, zoals persconferenties van de Raad en persbriefings van de hoge vertegenwoordiger, kunnen live worden gevolgd op: http://www.consilium.europa.eu/videostreaming.
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 25
NL
De Raad zal in december de uitvoering van de betreffende maatregelen bezien om het effect daarvan op de efficientie van 's Raads werkzaamheden te beoordelen. (Meer details zijn te vinden in het informatiebulletin over de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad over transparantie:
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/misc/90112.pdf . Besprekingen in andere Raadsformaties
De Raad heeft kennis genomen van een verslag van het voorzitterschap over de besprekingen in andere Raadsformaties (12590/06).
VERVOER
Overeenkomst EG-Zwitserland inzake luchtvervoer - Integratie van nieuwe wetgeving De Raad heeft de ontwerp-standpunten van de Gemeenschap goedgekeurd over de wijzigingen in de overeenkomst met Zwitserland inzake luchtvervoer, die door het Comite Luchtvervoer Gemeenschap/ Zwitserland moeten worden aangenomen (11846/06, 11898/06). Sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst in juni 2002 is in de Gemeenschap op het gebied van luchtverkeersleiding en de veiligheid van de luchtvaart een reeks wetswijzigingen ingevoerd. De bijlagen bij de overeenkomst moeten derhalve worden gewijzigd teneinde met name de wetgeving in verband met het gemeenschappelijk Europees luchtruim van de EU en de oprichting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart daarin te incorporeren. Aangezien Zwitserland heeft aanvaard dat de instellingen van de EU rechtstreeks zeggenschap hebben op zijn grondgebied met betrekking tot het gemeenschappelijk Europees luchtruim en de veiligheid van de luchtvaart, zal dit land als waarnemer zitting hebben in de relevante comite's die ingevolge die wetgeving zijn ingesteld.
VISSERIJ
NAFO-Verdrag
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de Commissie gemachtigd wordt onderhandelingen te openen over een wijziging van het Verdrag inzake multilaterale samenwerking in het kader van het Verdrag betreffende de NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan).
19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 26
NL
BENOEMINGEN
Comité van de regio's
De Raad heeft benoemingsbesluiten betreffende het Comite van de Regio's aangenomen (10836/05, 11784/05):
a) benoeming tot lid:
mevrouw Stas¤ Skutulien¤, lid van de gemeenteraad van het .ilut¤ District, ter vervanging van mevrouw Virginija Luko.ien¤;
de heer Per Bodker ANDERSEN, Borgmester, Kolding Kommune, ter vervanging van de heer Laust Grove VEJLSTRUP;
de heer Bo ANDERSEN, Borgmester, Ringe Kommune, ter vervanging van de heer Johnny SOTRUP;
mevrouw Eva NEJSTGAARD, Borgmester, Allerod Kommune, ter vervanging van mevrouw Tove LARSEN;
b) benoeming tot plaatsvervanger:
mevrouw Anna Margrethe KAALUND, Borgmester, Tjele Kommune, ter vervanging van de heer Sonny BERTHOLD;
mevrouw Mona HEIBERG, Medlem af Kobenhavns Borgerreprasentation, ter vervanging van de heer Per Bodker ANDERSEN;
de heer Jens Christian GJESSING, Borgmester, Haderslev Kommune, ter vervanging van mevrouw Eva NEJSTGAARD;
de heer Jens Arne HEDEGAARD, Borgmester, Bronderslev Kommune, ter vervanging van de heer Niels LARSEN;
de heer Bjorn DAHL, Borgmester, Roskilde Kommune, ter vervanging van de heer Mads LEBECH,
voor de verdere duur van de lopende ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010. 19.IX.2006
12255/06 (Presse 241) 27
NL
Economisch en Sociaal Comité
De Raad heeft een besluit aangenomen tot benoeming van de Belgische, Griekse, Ierse, Cypriotische, Nederlandse, Poolse, Portugese, Finse, Zweedse, Britse en Italiaanse leden van het Europees Economisch en Sociaal Comite voor de periode van 21 september 2006 tot en met 20 september 2010.
De volledige lijst staat in document 11545/1/06.
MIDDELS DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE GENOMEN BESLUITEN Antidumpingmaatregelen - China - zeemleder
De Raad heeft op 8 september een verordening aangenomen tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op de invoer van zeemleder uit China (12202/06).

P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B . 1 0 4 8 B R U S S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 2 3 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom