Gemeente Ede

nummer 182 / Ede, 19 september 2006

3060 alternatieven terugbrengen tot hanteerbaar aantal

Milieueffectrapportage Ede-Oost hanteerbaar houden

De commissie voor de Milieueffectrapportage adviseert de gemeenteraad van Ede de 17 alternatieven voor de ontsluiting van Ede Oost op het Rijkswegennet in een vroeg stadium terug te brengen tot een hanteerbaar aantal.

In de Startnotitie MER/SMB worden 17 alternatieven omschreven voor een aansluiting van de nieuwe wijk op de A12. Gecombineerd met 2 alternatieven voor het spoor (verdiept of niet), 3 alternatieven voor kantoren, 6 voor het wonen en 5 voor de Parklaan, levert dat het duizelingwekkende aantal van 3060 inrichtingsalternatieven op voor Ede-Oost.

Trechteren
De Commissie voor de Milieueffectrapportage, die de gemeente Ede adviseert over het opstellen van richtlijnen voor de uiteindelijke milieueffectraportage (MER), adviseert daarom om eerst te trechteren. Dit houdt in dat de gemeente Ede in eerste instantie moet gaan kijken welke alternatieven af moeten vallen omdat ze strijdig zijn met wet- en regelgeving (bijvoorbeeld omdat ze in strijd zijn met de vogel- en habitatrichtlijn), of omdat ze duidelijk slechter scoren dan andere alternatieven. De overgebleven aansluitingsalternatieven zouden volgens de commissie MER geclusterd moeten worden in drie groepen: een groep alternatieven die de bestaande aansluiting bij de Dreeslaan benut, een groep alternatieven met een aansluiting bij Bennekom en een groep alternatieven met een aansluiting bij de spoorkruising.

Burgemeester en wethouders stellen de gemeenteraad voor het advies van de commissie MER te volgen. De eerste resultaten van de trechtering willen B&W bespreken met de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling. Tijdens het opstellen van het MER zal de klankbordgroep Ede-Oost enkele malen geconsulteerd worden. Het uiteindelijke Milieu-effectrapport, dat naar verwachting medio 2007 zal verschijnen, zal onderwerp zijn van een formele inspraakprocedure.

Inspraak
Het advies van de commissie MER is gebaseerd op de startnotitie en Reikwijdte notitie MER/SMB Ede-Oost / Spoorzone. De commissie heeft daarbij ook gekeken naar de 37 inspraakreacties die naar aanleiding van de inspraak op de startnotitie ingediend zijn. Ook de gemeente Ede heeft naar deze reacties gekeken. Veel reacties liepen vooruit op de verdere planvorming in Ede-Oost of deden reeds uitspraken over de wenselijkheid of onwenselijkheid van voorgestelde alternatieven. De wenselijkheid of onwenselijkheid van de diverse alternatieven is juist het onderwerp van de MER; de gemeente zal daar dan ook pas na afronding van de MER een uitspraak over doen. Of de opmerkingen die betrekking hebben op de verdere planvorming nog relevant zijn op het moment dat de verdere planvorming ook daadwerkelijk plaatsvindt hangt ook af van de resultaten van de MER.

De gemeenteraad zal de richtlijnen op 16 november vaststellen. Vooruitlopend op deze richtlijnen is bureau Arcadis inmiddels al begonnen met de werkzaamheden voor het opstellen van het MER.
---