Gemeente Utrecht
2006 BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
99 van de heer drs. B.F.M. Beerlage en mevrouw G.A. Oskam
(vragen binnengekomen op 31 augustus 2006
en antwoorden van het college verzonden op 19 september 2006)
In het nieuwsblad Ons Leidsche Rijn van woensdag 30 augustus wordt vermeld dat de bouw van 240 appartementen op losse schroeven staat. In het bewuste krantenartikel zegt de provincie Utrecht: "De Gemeente Utrecht gebruikt bij dit bouwplan een nieuwe methode voor de toetsing aan het besluit Luchtkwaliteit van de rijksoverheid. Wij willen weten of het RIVM akkoord is met deze methode. Ook is een correctiefactor toegepast op de achtergrondconcentratie voor stikstofdioxide die wij nog niet kennen. Als provincie willen wij nu extra onderbouwing van de gemeente Utrecht." Een medewerker van de dienst Ruimte en Groen van de provincie bevestigd telefonisch de uitspraken van de provincie in deze krant.
Het gevolg is dat de provincie op dit moment de noodzakelijke goedkeuring aan het plan onthoudt. Hierdoor kan niet gestart worden met de bouw en moeten toekomstige bewoners langer op een nieuwe (huur)woning wachten.
Onze vragen:
1. Is het waar dat de gemeente Utrecht bij dit bouwplan een "nieuwe" en geen standaard rekenmethode (zoals CAR II) heeft gebruikt voor het berekenen of aan het besluit luchtkwaliteit wordt voldaan bij de bouwplannen voor de twee appartementencomplexen aan de Langerakbaan?
Neen, het bericht in Ons Leidsche Rijn klopt niet. Het berust op een onjuist commentaar van de zijde van de Provincie aan de betrokken journalist; de provincie betreurt dat dit gebeurd is.
2. Klopt het dat de gemeente Utrecht een andere correctiefactor heeft toegepast bij de bepaling van de achtergrondconcentraties?
Neen, ook dit bericht klopt niet. De gemeente heeft in het betreffende onderzoek geen andere correctiefactor toegepast dan al is gebruikt bij alle andere onderzoeken in 2005.
De vragen 3 t/m 9 zijn derhalve niet van toepassing.
Zo, ja:
3. Wat zijn de overwegingen geweest om voor dit bouwplan een "nieuwe" rekenmethode en correctiefactor te gebruikt?
4. Waarin verschilt deze methode van de standaard rekenmethoden en geven de resultaten van deze "nieuwe" rekenmethode een gunstiger of ongunstigere uitkomst voor de luchtkwaliteit ten opzichte van de standaard methoden?
5. Bij welke andere plannen heeft de gemeente gebruik gemaakt van deze "nieuwe" rekenmethode en/of correctiefactor?
6. Heeft de gemeente vooraf overleg gevoerd over de toe te passen methode en correctiefactor met de provincie en/of het RIVM?
7. Wat gaat de gemeente Utrecht ondernemen om de verklaring van geen bezwaar zo snel mogelijk te krijgen?
8. Wanneer verwacht de gemeente Utrecht te kunnen beschikken over de verklaring van geen bezwaar van de provincie voor het plan van de twee appartementencomplexen aan de Langerakbaan?
9. Hoe groot is de vertraging in de start van de bouw van de appartementencomplexen aan de Langerakbaan en voor eventuele andere bouwplannen waar deze "nieuwe" methode zijn toegepast?
---- --