Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Financiële contracteerruimte AWBZ 2007

Kamerstuk, 19-9-2006

De Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MC/MO-2715705

19 september 2006

Inleiding
Met ingang van 2005 is de financiële ruimte die zorgaanbieders en zorgkantoren binnen de AWBZ hebben begrensd. Op 25 augustus 2004 heb ik daarover een convenant gesloten met de brancheorganisaties van aanbieders van AWBZ-zorg voor de jaren 2005 tot en met 2007. De convenantafspraken betreffen een doelmatige inzet van middelen binnen de beschikbare financiële kaders. Alle convenantpartijen zien het als hun verantwoordelijkheid mee te werken aan het totstandbrengen van een stabiele en betaalbare AWBZ die recht doet aan zijn bedoeling, het verzekeren van zware chronische en continue zorg. Ook in het convenant dat ik in december 2004 met de zorgkantoren heb gesloten voor de periode 2006-2008 is dit onderwerp aan de orde gekomen.

In mijn brief van 11 november 2004 (Kamerstuk 26 631, nr. 116) heb ik u geïnformeerd over de wijze van invulling van de convenantafspraken in de regelgeving ex-WTG. In overeenstemming met de afspraken in het convenant AWBZ 2005-2007 wil ik de voor het jaar 2005 geïntroduceerde systematiek van financiële contracteerruimte per zorgkantoor, die ook in 2006 van toepassing is, voortzetten in het jaar 2007.

Aanwijzing ex WTG:
Hierbij informeer ik u, op grond van artikel 14 van de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG), over de zakelijke inhoud van mijn voornemen om aan het College tarieven gezondheidszorg/Zorgautoriteit in oprichting (CTG/ZAio) een aanwijzing te geven. Overeenkomstig genoemd artikel zal tot het geven van de aanwijzing niet eerder worden overgegaan dan nadat tien dagen verstreken zijn na verzending van deze brief.

Zakelijke inhoud van de aanwijzing:
Met mijn voorgenomen aanwijzing beoog ik de systematiek rondom het begrenzen van de financiële contracteerruimte AWBZ voor 2007 vast te leggen. De aanwijzing aan het CTG/ZAio zal net als voor 2005 en 2006 instructies bevatten met betrekking tot de volgende activiteiten: 1. het berekenen van de totale contracteerruimte voor het jaar 2007; 2. het verdelen van de contracteerruimte over de individuele zorgkantoren;
3. het toetsen of het totaal van de gemaakte productieafspraken blijft binnen de vastgestelde contracteerruimte per zorgkantoor.

Ad 1. Het macrokader dat voor 2007 beschikbaar is, is inclusief een bedrag voor groei.
Dit bedrag is afkomstig uit het convenant AWBZ 2005-2007. Mijn insteek voor 2007 is om deze middelen zoveel als mogelijk in te zetten voor volume. Daarnaast heb ik ca. EUR 450 miljoen extra middelen toegezegd om verhoging van de arbeidsproductiviteit in verpleeghuizen te stimuleren. Deze middelen beslaan een periode van vijf jaar (2007 tot en met 2011).

Ad 2. Het CTG/Zaio zal de totale contracteerruimte verdelen in bedragen per individueel zorgkantoor. De systematiek is door CTG/ZAio afgestemd met vertegenwoordigers van het ministerie van VWS, en de brancheorganisaties van zorgaanbieders binnen de AWBZ en ZN. Startpunt voor het bepalen van de totale contracteerruimte voor het jaar 2007 is de totale contracteerruimte zoals CTG/ZAio die heeft vastgesteld voor het jaar 2006, exclusief incidentele middelen voor knelpunten. Correcties vinden plaats voor enkele overhevelingen van en naar de AWBZ waaronder de overheveling van huishoudelijke verzorging naar de Wmo.

Ad 3. CTG/ZAio zal de verzoeken van zorgkantoren en aanbieders honoreren indien deze passen binnen de vastgestelde contracteerruimte. Aanvullende productieafspraken zijn mogelijk mits er nog contracteerruimte beschikbaar is. Ook zijn aanvullende productieafspraken mogelijk door middel van herschikking. Tegenover het toekennen van aanvullende productieafspraken staat in dat geval elders een bijstelling naar beneden. Bij toetsing door CTG/ZAio blijven een aantal kostencomponenten buiten beschouwing.

Indien zorgkantoren knelpunten ondervinden dienen zij deze tijdig en onderbouwd te melden bij CTG/ZAio, die deze punten bij mij zal aanleveren. Vervolgens zal ik, rekening houdend met de zorgplicht die bij de uitvoering van de AWBZ bestaat, over deze punten een beslissing nemen. Deze procedure is ook gehanteerd in 2005 en 2006.

Een afschrift van deze brief zend ik aan het CTG/ZAio, CVZ en brancheorganisaties van verzekeraars en aanbieders.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp