Vragen van de VVD inzake Plan van Aanpak Langgewenst
27 juli 2006
Hilversum 27 juli 2006
Geacht College,
Algemeen
Naar aanleiding van de agendastukken voor de Raadscommissie Stad
d.d.19 juli, meer precies het agendapunt 3; Plan van Aanpak
Langgewenst, is de VVD fractie geïnteresseerd geraakt naar de exacte
inhoud van de Raamovereenkomst met projectontwikkelaar AM-wonen, een
overeenkomst uit juli 1993. De reden voor deze interesse is het feit
dat in het genoemde PvA, er verschillende, niet compatibele rollen
zijn beschreven voor deze projectontwikkelaar AM-wonen.
Omdat de gestelde vragen ( helaas) niet in de vergadering van
Commissie Stad van 19 juli j.l. konden worden beantwoord, is aan de
VVD fractie verzocht onderhavige vragen formeel als art. 41 R.v.O.
vragen in te dienen.
Met deze brief geeft de VVD fractie gehoor aan het verzoek van de
wethouder.
Inleiding
In de randvoorwaarden Langgewenst zoals gevoegd bij de nota Plan van
aanpak Langgewenst S0604463 d.d. 12 april 2006 treffen we op blz. 1
onder het kopje Uitgangspunten "raamovereenkomst met ontwikkelaar AM
Wonen d.d. juli 1993".
Op blz. 2 treffen we onder het kopje Plan van aanpak een nogal
pregnante rol weggelegd voor AM Wonen.
Zo is AM Wonen samen met Hilversum opdrachtgever voor een te
selecteren stedenbouwkundig bureau, het te zijner tijd door de
bevolking van Hilversum gekozen model zal door AM Wonen verder worden
uitontwikkeld, met AM Wonen zal worden onderhandeld over de grondprijs
en voorwaarden en AM Wonen zal in samenwerking met de Gemeente
architectenselectie doen en de verdere planuitwerking.
De overeenkomst bouwt voort op een eerder gesloten
intentieovereenkomst tussen de gemeente en Wilma Vastgoed BV te
Nieuwegein van 29 mei 1991 dat als doel had een ontwikkelingsplan voor
de binnenstad van Hilversum te formuleren. Dit heeft geresulteerd in
het "Ontwikkelingsplan voor de binnenstad van Hilversum" hetwelk door
de gemeenteraad is vastgesteld op 23 december 1992.
Het ontwikkelingsplan bevat de volgende deelgebieden:
a) Kerkstraat, Groest en omgeving;
b) Stationsplein en omgeving;
c) Langgewenst en omgeving;
d) Gooiland en omgeving.
De VVD fractie concludeert dat hier sprake is van de gehele
Hilversumse binnenstad.
De VVD heeft naar aanleiding van bovenstaande (voorshands) de
navolgende vragen:
1. Is het College bekend met de inhoud en strekking van deze
raamovereenkomst ? Wat waren destijds de redenen om Amstelland
deze voorkeurspositie te gunnen? Is deze overeenkomst destijds aan
de raad voorgelegd en zo ja heeft de raad daarmee ingestemd?
2. Welke afzonderlijke samenwerkingsovereenkomsten zijn blijkens
artikel 1 inmiddels aan deze overeenkomst gehecht en maken daarvan
onlosmakelijk deel uit? Wat is de inhoud en strekking van deze
samenwerkingsovereenkomsten? De tekst van de overeenkomst biedt
geen expliciet uitsluitsel over de looptijd -met name de eindtijd-
van de overeenkomst. Geldt de overeenkomst voor onbeperkte tijd?
Zo nee, tot wanneer dan?
3. Levert Amstelland enige tegenprestatie c.q. heeft Amstelland ooit
enige tegenprestatie geleverd, voor de krachtens artikel 2 door
Amstelland verkregen voorkeurspositie, anders dan
vriendschappelijke advisering bij de planvorming? Zo ja, wat is
dan de vorm en de inhoud van bedoelde tegenprestatie, zo nee
waarom is er geen sprake van enige tegenprestatie?
4. Gelet op het gestelde in artikel 5, in hoeverre heeft de gemeente
Hilversum nog vrijheid van handelen om ander projectontwikkelaars
dan Amstelland bij de ontwikkeling van genoemde bouwlocaties te
betrekken? Heeft er voorafgaand aan de raamovereenkomst. met
Amstelland concurrentiestelling plaatsgevonden?
Zijn er sinds 1993 überhaupt andere offertes gevraagd bij
ontwikkelplannen op voornoemde locaties? Bij het verlenen van
bedoelde toestemming, aan wat voor soort voorwaarden moet in casu
worden gedacht? Welke reikwijdte en/of financiële implicaties
zouden deze kunnen hebben?
5. Is voornoemde voorkeurspositie in strijd met de geldende Europese
wet- en regelgeving inzake overheidsaanbesteding? Zo ja waarom
wel, zo nee waarom niet? In hoeverre biedt het gestelde in artikel
7 de mogelijkheid om deze overeenkomst met het oog op de geldende
Europese wet- en regelgeving inzake overheidsaanbesteding te
ontbinden?
6. Hoe zou ontbinding van deze overeenkomst vanwege de geldende
Europese wet- en regelgeving inzake overheidsaanbesteding
relateren aan de krachtens artikel 6 lid b genoemde
schadevergoeding?
7. Welke positieve en negatieve aspecten bevat deze overeenkomst
inzake de vrijheid om het Langgewenst, de markt en de
evenementenlocatie naar te zijner tijd te maken keuze van de
Hilversumse bevolking ?en dus naar vrijheid- te ontwikkelen?
8. Zijn er nog meer financiële of andere afspraken tussen de gemeente
Hilversum en derden inzake de exploitatie van gemeentelijke
ruimtelijke ontwikkelingen waaraan de gemeente Hilversum zich
gebonden acht in haar planvoorbereiding nu of in de toekomst? Zo
ja, welke partijen betreft dit, wat is de inhoud, strekking en
looptijd van deze overeenkomsten?
9. Gelet op deze overeenkomst als geheel, op welke wijze denkt het
college voor de burgers van Hilversum een zo gunstig mogelijke
(financiële) uitkomst, voor nu en in de toekomst te
bewerkstelligen met betrekking tot de ontwikkeling van de
binnenstad?
In afwachting van uw antwoord en met de meeste hoogachting,
Namens de VVD fractie Hilversum,
Riens Meijer
Frans van Osch
Lars van Willigen
Antwoorden van burgemeester en wethouders
Vraag 1
Ja, het college is bekend met de inhoud en strekking van deze
raamovereenkomst. Er is in het verleden aan een zestal partijen
gevraagd zich te presenteren als 'adviserend ontwikkelaar'. Hieruit is
in 1989 AM geselecteerd. De raamovereenkomst is destijds aan de raad
voorgelegd en deze heeft met de overeenkomst ingestemd (raadsbesluit
van 8 juli 1993).
Vraag 2
Er zijn reeds diverse samenwerkings-overeenkomsten afgesloten met AM,
voortkomend uit de raamovereenkomst:
* stationsgebied zuid
* naarderstraat/langgewenst
* veerstraat/langestraat
* parkeerterrein neuweg/langestraat
De raamovereenkomst zelf is voor onbepaalde tijd afgesloten en kent
dus geen eindtijd. Wel is er per project een mogelijke eindtijd. In de
raamovereenkomst is een procedure afgesproken waarbij de gemeente de
randvoorwaarden vaststelt voor de locatie. Nadat deze randvoorwaarden
zijn vastgesteld worden partijen geacht de onderhandelingen te
starten. Indien er binnen 6 maanden geen overeenstemming is bereikt
kan ieder der partijen de onderhandelingen afbreken. Na het afbreken
van de onderhandelingen is de gemeente vrij met een derde een
overeenkomst aan te gaan op basis van gelijkblijvende voorwaarden. Een
en ander is verwoord in artikel 2 van de betreffende raamovereenkomst.
Vraag 3
De tegenprestatie die AM levert is de investering in de diverse
plannen. Dit is geen vriendschappelijke investering hier gaat veel
geld mee gemoeid (o.a. honoraria architecten, stedenbouwkundigen).
Vraag 4
Artikel 5 (overdracht rechten) is in de raamovereenkomst opgenomen
omdat het voor de gemeente niet wenselijk is met elke partij zaken te
doen. De gemeente moet dus eerst toestemming verlenen aan AM alvorens
AM haar rechten overdraagt/verkoopt. Dit heeft in principe geen
financiële implicaties.
Indien de Gemeente er voor kiest niet met AM verder te gaan heeft dit
echter wel financiele implicaties. Dat is in dit betreffende artikel
namelijk niet bedoeld.
In eerste instantie heeft de gemeente niet de vrijheid om met een
andere partij in zee te gaan. Indien de procedure zoals beschreven in
artikel 2 van de raamovereenkomst niet leidt tot overeenstemming
tussen partijen dan is de gemeente echter vrij om een andere partij te
benaderen. Er zijn voor de betreffende locaties geen andere offertes
aangevraagd. Voor Langgewenst is er nog geen samenwerkingsovereenkomst
afgesloten met AM. Dit kan pas als de randvoorwaarden door de Gemeente
zijn vastgesteld (zie procedure beschreven in artikel 2).
Vraag 5
Destijds was dit niet in strijd met de geldende wet en regelgeving, de
raamovereenkomst is dus rechtsgeldig. Er heeft destijds wel een vorm
van aanbesteding plaatsgevonden zoals beschreven bij de beantwoording
van vraag 1. Indien voor dezelfde locaties nu een ontwikkelaar
geselecteerd zou moeten worden dan zou hiervoor een Europese
aanbesteding noodzakelijk zijn.
Het gestelde in artikel 7 biedt geen mogelijkheid om de
raamovereenkomst te ontbinden. Van belang is hier namelijk dat de
wederpartij ongewijzigde instandhouding van de raamovereenkomst mag
verwachten. De uitvoering van de raamovereenkomst is wettelijk gezien
mogelijk gezien de huidige wetgeving. De wederpartij kan dus wel
instandhouding van de raamovereenkomst verwachten. Ontbinding vanwege
de Europese wet- en regelgeving is dan ook geen mogelijkheid en
noodzaak.
Vraag 6
Daar ontbinding op basis van de Europese wet- en regelgeving niet van
toepassing is, kan er ook geen sprake zijn van enige mogelijke
schadeclaim.
Vraag 7
Zoals in artikel 2 van de raamovereenkomst is aangegeven, stelt de
gemeente de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor de locatie vast. De
gemeente heeft daarmee dus de bedoelde vrijheid en AM kan hierop
besluiten al dan niet een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan en de
locatie te ontwikkelen.
Vraag 8
Voor elke locatie die ontwikkelt wordt, worden overeenkomsten
aangegaan met derden die financiële consequenties hebben.
Wat betreft de locaties uit de raamovereenkomst waar nog geen
samenwerkingsovereenkomst voor is afgesloten, is de stand van zaken
als volgt:
* Herenstraat-Veerstraat: heeft nog geen vervolg gekregen
* Minister Hartsenlaan: er is inmiddels afgezien van ontwikkeling
van deze locatie
* Leeuwenstraat-Schapenkamp: is gerealiseerd, maar niet door AM
* Prins Bernardstraat-Schapenkamp-Achterom: momenteel overleg met AM
over ontwikkeling
* Koninginneweg-Schoolstraat: op een deel van deze locatie is
inmiddels besloten de nieuwe Tagrijn te realiseren. Het andere
deel is beschikbaar voor woningbouw. Hierover is nog geen overleg
met AM.
* Langgewenst: is momenteel overleg met AM over.
* locatie naast Gooiland: er is besloten dat hier een bioscoop moet
komen. Teneinde te voorkomen dat enige schadevergoeding betaald
dient te worden is eerder besloten AM een alternatieve locatie ter
ontwikkeling aan te bieden. Daarbij is gekozen voor de locatie aan
de Kapittelweg (voormalig sporthal).
Vraag 9
Het college is van mening dat de raamovereenkomst met AM voldoende
mogelijkheden biedt om een zo gunstig mogelijke (financiële) uitkomst
te bewerkstelligen met betrekking tot de ontwikkeling van de
binnenstad.
Hilversum, 12 september 2006
Burgemeester en wethouders van Hilversum
De secretaris de burgemeester
J.H. van der Vegt E.C. Bakker
Gemeente Hilversum