Speech Annemiek Roessen (directeur Stad & Regio DG Wonen), ter
vervanging van minister Dekker, op het Symposium Rentré Wonen,
Deventer, 14 September 2006
Directeur Teuben, dames en heren,
Ik ben Annemiek Roessen, directeur Stad & Regio van het
Directoraat-Generaal Wonen van het ministerie van VROM. Als voormalig
inspecteur volkshuisvesting in Overijssel sta ik hier op vertrouwd
terrein.
U had natuurlijk verwacht minister Dekker te zullen zien. En de
minister van haar kant had gehoopt hier te kunnen spreken. Echter, as
we speak, woont de minister in Den Haag de startbijeenkomst bij van
'Nieuwe coalities voor de wijk'. Net als wethouder Adema trouwens.
Leden van het kabinet gaan zich persoonlijk bezighouden met dertien
wijken waar we met regulier beleid sommige problemen niet opgelost
krijgen. De Rivierenwijk in Deventer is er één van. Ik kan u dus
verzekeren dat vandaag zowel Deventer als de sociale rol van
corporaties hoog op de agenda van de minister staan.
Dames en heren,
Zojuist heeft u kunnen zien hoe de minister het visiedocument van
Rentré Wonen in ontvangst nam. Een document dat nut en noodzaak van
maatschappelijk ondernemende corporaties tegen het licht houdt. De
discussie daarover is natuurlijk volop aan de gang.
Afgelopen maand heeft de minister de Tweede Kamer beloofd voor 1
november in een brief de open einden van haar beleidsvisie op
woningcorporaties in te vullen.
Vooruitlopend daarop neem ik met u de hoofdlijnen van het beleid ten
aanzien van woningcorporaties door. De precieze inkadering van de
opdracht en speelruimte die corporaties zullen hebben, zal langs deze
hoofdlijnen verlopen.
Het Nederlandse corporatiestelsel is van oudsher vitaal en effectief.
Ook de komende decennia blijft de rol van corporaties in zowel de
volkshuisvesting als de sociale en fysieke woonkwaliteit van onze
steden en dorpen onverminderd groot.
Hoe die rol wordt ingevuld is een tweede. Sommige corporaties zijn
ware voortrekkers. Denk maar aan de gastheer van dit symposium. Maar
de sector als geheel kan en moet beter. De financiële ruimte is er in
ieder geval.
Het komt nu aan op het zoeken naar balans. Tussen prestaties enerzijds
en financiële criteria anderzijds. Uiteraard is duidelijkheid geboden,
zoals Rentré stelt in het Visiedocument. Zowel corporaties en
stakeholders als de overheid moeten helder benoemen waar corporaties
over gaan - wat ze moeten doen en wat ze moeten laten. En, minstens
even belangrijk, hoe.
Goed presteren is een must - het te allen tijde kunnen zekerstellen
van die prestaties heeft hoge prioriteit. Maar tegelijkertijd hebben
andere partijen recht op een gelijk speelveld op de woningmarkt.
Hoe geven we dit vorm? In de eerste plaats moet het toezichtstelsel
doelmatig zijn, en effectief. Daarnaast moet de sector zelf meer
initiatief en daadkracht tonen. Onafhankelijke visitaties moeten
worden uitgevoerd, benchmarks kunnen helpen van elkaar te leren.
Dames en heren,
De missie van corporaties is breed. De brede zorg voor het wonen is
meer dan een kwestie van stenen stapelen. De bewoners, de
woonomgeving, de woning zelf - het hangt allemaal met elkaar samen.
Daarom komt er ook zoveel op het bordje van corporaties terecht. Ik
noem een paar elementen.
Goede huisvesting, de zorg voor aandachtswijken, een evenwichtige
woningsamenstelling. Het bedienen van mensen met specifieke
woonbehoeften en een zwakke positie op de woningmarkt. Het behoud van
hogere inkomens voor oude stadswijken willen blijven wonen, de verkoop
van huurwoningen.
Waar het om gaat, is dat mensen in gemengde en vitale wijken kunnen
wonen. Dat vergt een combinatie van fysieke én sociale maatregelen.
Binnen de huidige kaders kunnen corporaties al heel veel doen. Het
gaat er nú om de prestaties te verbeteren.
Ook het kabinet ziet de noodzaak van een stap extra. Daarom heeft het
besloten de krachten te bundelen in een nieuwe aanpak: 'Nieuwe
coalities voor de wijk'. In de afgelopen jaren is al veel bereikt: de
woningbouw zit in de lift, de 56 wijken-aanpak levert resultaat. Maar
er kan en moet nog veel meer gebeuren.
Met de reguliere aanpak is op veel plaatsen het 'laaghangend fruit'
geplukt. Maar om verder te komen is meer nodig. Daarom zijn
voor dertien wijken uit elf steden ambassadeurstrio's gevormd: een
minister, een directeur-generaal en een onafhankelijke derde. Zij gaan
vragen te lijf als: ontbreken belangrijke partijen aan tafel, passen
de oplossingen bij de culturele identiteit van de wijk? Is er wel
genoeg ruimte om vanuit wonen, zorg, onderwijs en veiligheid door te
pakken in gezamenlijke oplossingen?
Ik ben ervan overtuigd dat met de frisse blik van een onafhankelijk
deskundige, de korte lijnen met de ministeries via de DG's en het
enthousiasme van de wethouders veel te bereiken is. Oók binnen de
huidige kaders van wet- en regelgeving. Maar als het nodig is zullen
we de trio's faciliteren door soepelheid te betrachten en vooral het
doel van dit project centraal te stellen: Nieuwe coalities smeden voor
sterke wijken waar wonen, leren, zorgen en werken samengaan. Voor een
buurt waar je bij wilt horen, voor een buurt die jou er graag bij
heeft.
Tot mijn grote vreugde is ook Deventer van de partij. In de
Rivierenwijk heeft Rentré het voortouw genomen in de hele
herstructureringsoperatie. De bouw van een centrum met
wijkvoorzieningen maakt hier deel van uit.
In dit verband is het voorstel van Rentré voor leefregels interessant.
Niet knellende spelregels, maar de effecten van beleid voor bewoners
en buurten staan hierin centraal. Als leefregels een innovatieve en
inventieve aanpak mogelijk helpen maken, dan wijs ik dit voorstel niet
op voorhand af.
Het voorstel geeft aan dat Rentré verder gaat - in de woningbouw, de
herstructurering en het breed maatschappelijke engagement. En met het
Visiedocument ook qua gedachtevorming.
In die breedte schuilt echter ook een gevaar. VROM en Rentré staan
soms - zij het zonder 'hard feelings' - tegenover elkaar. Als het gaat
om de aanleg van glasvezelkabels bijvoorbeeld. Als ik een ongevraagd
advies mag geven, zou dat dan ook zijn: concentreer je op je 'core
business'. Zet daar nog een stapje extra.
Sturen op prestaties
Dames en heren,
De sturing op de prestaties van corporaties is natuurlijk al langer
een punt van zorg. De beleidsvisie van VROM zet duidelijke lijnen uit.
Landelijke doelstellingen worden gespecificeerd naar provincie of
regio. De gemeentelijke woonvisie kwantificeert de opgave, waarna
corporaties een bod doen. Dit alles neergelegd in een afrekenbare
investeringsdoelstelling en met de mogelijkheid tot 'mediation' als
het overleg stroef verloopt.
Dat laatste - mediation - is, wat de minister betreft, een kwestie van
het nemen van verantwoordelijkheid. De afspraken die via mediation
zijn gemaakt, zijn bindend en de tijdsduur ervan is begrensd.
Investeringsdoelstelling
Soms zal ook mediation geen soelaas bieden. Daarom stelt de minister
een nieuw instrument voor. Dit beoordeelt of de woningcorporatie
voldoende doet, gegeven haar financiële situatie. Een objectieve
maatstaf dus, die inspanning relateert aan capaciteit. Het CFV werkt
deze investeringsdoelstelling nader uit.
Daarnaast stelt de Commissie-De Boer dat meer concurrentie tussen
woningcorporaties kan helpen de lokaal noodzakelijke investeringen van
de grond te krijgen. Lokale verankering blijft natuurlijk belangrijk.
Wel staat dit toelatingssysteem soms goede initiatieven in de weg.
Landelijke toelating voor álle corporaties zou dan een oplossing
kunnen zijn.
Doelgroep
De zorg voor de zwakkeren op de woningmarkt moeite is van oudsher een
corporatietaak. De gereguleerde huurwoningvoorraad is er primair voor
de ontvangers van huurtoeslag, maar ook voor huishoudens met een iets
hoger inkomen.
De minister heeft de Kamer beloofd snel duidelijkheid te scheppen over
de inkomensgrens van 33.000 euro. Klaarheid over Europese regels en
over de mogelijkheid van regionale verschillen hoort daar natuurlijk
bij.
De scheiding tussen de sociale en commerciële activiteiten van
corporaties blijft een heikel punt. Oneigenlijke concurrentie moet
worden voorkomen. Een juridische scheiding biedt, wat VROM betreft,
uitkomst. Een nadere uitwerking volgt nadat de Autoriteit Financiële
Markten zich hierover gebogen heeft.
Governance en visitatie
In een sector waar zoveel geld omgaat en waar zulke grote belangen op
het spel staan, moet de governance goed op orde zijn. U bent u daar
ook van bewust. Bestuur, beheer en toezicht moeten goed geregeld zijn.
Het is nu aan de sector om tot actie over te gaan.
Los daarvan zal ook de regelgeving moeten worden aangepast - met
waarborgen voor een goede 'governance'. Bijvoorbeeld waar het om de
'treasury' of de administratieve organisatie gaat.
Door een stelsel van onafhankelijke visitatie in te richten, waarvan
zowel de resultaten als de reactie daarop, van de Raad van Toezicht,
openbaar zijn.
Dames en heren,
Een nieuw arrangement tussen woningcorporaties en Rijk is nabij. De
kaders voor de sector zullen duidelijk zijn. Het is voorbij met de
huidige vrijblijvendheid.
Uitgangspunt van het nieuwe arrangement is dat 'het spel lokaal
gespeeld wordt'. Kernbegrippen zijn: transparantie naar de
stakeholders, benchmarks, visitatie en professioneel intern toezicht.
Maar, belangrijkst van al, het bepalen en uitvoeren van de lokale
maatschappelijk opgave moet in samenspraak met lokale spelers worden
bepaald
In het Visiedocument beschrijft Rentré Wonen de grote rol die bewoners
spelen in dit proces. Al in het beginstadium praten zij volwaardig
mee. Dat schept een groter draagvlak dan het vissen naar bevestiging
en steun achteraf.
Voor 1 november zal het totale systeem, inclusief de uitwerking van
het externe toezicht, aan de Tweede Kamer uiteengezet worden. Zodat
corporaties nog beter invulling kunnen geven aan hun sociaal
ondernemerschap.
En ik geloof dat Rentré bewijst dat daar voor veel anderen nog een
wereld te winnen valt.
Ik dank U wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer