Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
18 september 2006
Nr. 06/139
Arbeidsinspectie: verdubbeling controles illegale arbeid via
uitzendbureaus
De Arbeidsinspectie heeft vorig jaar het aantal controles op illegale
arbeid via uitzendbureaus en loonbedrijven verdubbeld. Daarbij maakt
de Arbeidsinspectie een scherpere risico-analyse waardoor de pakkans
is vergroot. Hierdoor schreven de inspecteurs ruim het dubbele aantal
boetes uit ten opzichte van 2004. Een op de vijf gecontroleerde
bedrijven maakte zich schuldig aan illegale arbeid, ofwel 20 procent.
Bij controles in 2004 lag het percentage bedrijven dat in de fout ging
nog op 15 procent.
Dit staat in het verslag Inspectie naleving Wet arbeid vreemdelingen
door intermediairs in 2005. Staatssecretaris Van Hoof van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid heeft het rapport naar de Tweede Kamer
gestuurd.
In 2005 controleerde de Arbeidsinspectie ruim 550 uitzendbureaus en
loonbedrijven, waarbij het zwaartepunt lag op uitzendbureaus die niet
zijn aangesloten bij overkoepelende brancheorganisaties. Van deze
niet-gecertificeerde bureaus overtrad 21 procent de regels (in 2004 19
procent). Bij de bureaus die wel beschikken over het
branchecertificaat constateerden de inspecteurs bij 11 procent
overtredingen. De certificering is door de branche zelf in het leven
geroepen om illegale arbeid tegen te gaan. Aangesloten ondernemingen
worden regelmatig doorgelicht op de naleving van wetten en regels rond
belastingen, premies en illegaal werk.
De inspecteurs bezochten verder 400 bedrijven waar uitzendkrachten aan
het werk waren. Bij 22 procent van deze bedrijven troffen de
inspecteurs uitzendkrachten aan voor wie de benodigde werkvergunning
ontbrak. Door waar nodig ook de bedrijven die uitzendkrachten inlenen
stevig aan te pakken, verwacht de Arbeidsinspectie dat de animo
vermindert om in zee te gaan met malafide uitzendbureaus of
loonbedrijven.
In 150 gevallen klopte er iets niet in de administraties van de
gecontroleerde bedrijven. Een kopie van het identiteitsbewijs ontbrak,
de geldigheid ervan was verstreken of de identiteitspapieren waren
vals. Ook waren niet altijd sofi-nummers bekend van de
uitzendkrachten. Deze gevallen heeft de Arbeidsinspectie doorgegeven
aan de Belastingdienst en uitkeringsorganisatie UWV. Zes zaken heeft
de Arbeidsinspectie verder overgedragen aan de Sociale Inlichtingen-
en Opsporingsdienst omdat het vermoeden bestond van grootschalige
georganiseerde illegale arbeid.
Volgens Van Hoof hoort het zwaartepunt van de inspecties van de
Arbeidsinspectie bij de niet-georganiseerde uitzendbureaus te blijven
liggen. De dienst zal echter ook de vinger aan de pols houden bij de
gecertificeerde bureaus.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid