Antwoorden op kamervragen van Smits en Van Heteren over het doorspelen van
privacygevoelige informatie van budgethouders
Kamerstuk, 18-9-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/K/U-2711601
18 september 2006
Antwoorden van staatssecretaris Ross op Kamervragen van de Kamerleden
Smits en Van Heteren over het doorspelen van privacygevoelige
informatie van budgethouders. (2050617990)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 1) dat onder het mom van
fraudebestrijding de Sociale Verzekeringsbank privacygevoelige
gegevens van budgethouders heeft doorgespeeld aan Zorgverzekeraars
Nederland (ZN)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie van de directeur van Per Saldo dat de
betrokkenheid van ZN in deze gegevensuitwisseling juridische grondslag
ontbeert?
Antwoord 2
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft de Sociale
Verzekeringsbank (SVB) gecontracteerd als facilitaire organisatie bij
de uitvoering van de regeling voor het persoonsgebonden budget (PGB).
Het SVB servicecentrum PGB verzorgt de salarisadministratie voor
17.000 budgethouders. Daarbij ontstaat incidenteel bij de SVB het
vermoeden dat een budgethouder in strijd met de PGB-regeling handelt.
De SVB brengt dat vermoeden dan onder de aandacht van het betrokken
zorgkantoor. Het zorgkantoor kan vervolgens nader onderzoek instellen.
Het gaat om ongeveer 12 meldingen per jaar.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) kent een zogenaamd fraudeplatform,
waarin de fraudefunctionarissen van de zorgkantoren met elkaar
overleggen. Om te bevorderen dat een melding direct terecht komt bij
de fraudefunctionaris van het betrokken zorgkantoor, wordt het door de
SVB gesignaleerde vermoeden van fraude doorgegeven aan de bij ZN
werkzame medewerker die het fraudeplatform ondersteunt. Deze
medewerker geeft de melding door aan de fraudefunctionaris van het
betrokken zorgkantoor. Anders dan in het artikel in Zorgvisie wordt
gesuggereerd heeft ZN hierbij uitsluitend een `postbus'-functie. ZN
leidt dergelijke meldingen enkel door naar de betrokken zorgkantoren.
Voor deze procedurele betrokkenheid van ZN bestaat geen juridische
grondslag.
Vraag 3
Welke acties worden ondernomen om de vermeend 'stroeve' contacten met
de zorgkantoren, die nu als rechtvaardiging dienen voor de
doorsluizing van privacygevoelige gegevens naar ZN, te verbeteren?
Antwoord 3
Het CVZ heeft mij meegedeeld dat de in het antwoord op vraag 2
beschreven werkwijze is gewijzigd. In het vervolg vraagt de SVB bij
een vermoeden van fraude bij ZN de contactgegevens op van de
fraudefunctionaris van het betreffende zorgkantoor. Omdat op basis van
de postcode van de budgethouder duidelijk is welk zorgkantoor het
betreft, hoeven de SVB en ZN daarvoor geen gegevens van de
budgethouder uit te wisselen. De SVB meldt het vermoeden van fraude
vervolgens rechtstreeks aan de betrokken fraudefunctionaris. De SVB
neemt deze nieuwe werkwijze op in de algemene voorwaarden die de basis
vormen voor de dienstverlening van de SVB.
1) Zorgvisie, 22 augustus 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport