De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : IZ. 2006/1673
datum : 08-09-2006
onderwerp : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 18 september
2006 en informele Landbouwraad 24-26 september 2006
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Op 18 september a.s. vindt in Brussel de volgende vergadering plaats
van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese
Unie. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de
agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij. Het is mogelijk dat er
onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld
tot een volgende vergadering.
De Raad zal voor de tweede keer spreken over de mededeling van de
Commissie over de hervorming van de marktordening voor wijn en zal
voor het eerst van gedachten wisselen over het voorstel voor
aanpassing van de marktordening voor bananen. Ook staat een voorstel
voor het op de markt plaatsen van gewasbeschermingsmiddelen op de
agenda en twee voorstellen over het duurzaam gebruik van pesticiden.
Onder diversen verstrekt de Commissie zoals gebruikelijk actuele
informatie over aviaire influenza en mogelijk zal de Raad worden
gevraagd een besluit te nemen over de markttoelating van enkele
genetische gemodificeerde koolzaadlijnen.
Tevens informeer ik u over de informele Landbouwraad, die van 24 tot
en met 26 september a.s. in Oulu (Finland) plaatsvindt. Het thema van
deze door het Finse voorzitterschap georganiseerde informele
Landbouwraad is The European Model of Agriculture - Challenges Ahead.
Hervorming wijnmarkt
(Beleidsdebat)
De Raad heeft op 18 juli voor het eerst gesproken over de mededeling
van de Commissie over de toekomst van de Europese wijnsector. Er is
toen in vrij algemene termen over de voorstellen van de Commissie
gesproken. Ik heb in dat debat mijn algemene steun uitgesproken voor
het voornemen van de Commissie om de marktordening fundamenteel te
hervormen. Aangenomen mag worden dat het voorzitterschap deze tweede
discussie in de Raad zal aangrijpen om specifieker op de voorstellen
in te gaan.
Op dit moment is echter nog niet duidelijk om welke elementen dat
gaat. De Tweede Kamer is op 17 augustus jl. via een BNC-fiche
geïnformeerd over de inhoud van het voorstel en de inzet van het
kabinet in deze hervormingsdiscussie (Tweede Kamer, 2005-2006, 22 112,
nr. 460).
(evt.) Hervorming bananenmarkt
(Presentatie)
Mogelijk staat ook de hervorming van de marktordening voor bananen op
de agenda. Het invoerregime voor bananen is met ingang van 1 januari
jl. vereenvoudigd. De vervolgstap is een herziening van het systeem
voor interne steun die aan communautaire producenten wordt toegekend.
De Commissie presenteert hierover binnenkort een voorstel, dat op dit
moment nog niet beschikbaar is. Commissaris Fischer Boel zal het
voorstel waarschijnlijk in de Raad toelichten, maar een inhoudelijke
discussie is niet voorzien. De Kamer zal op korte termijn langs de
gebruikelijke weg van een BNC-fiche over de kabinetsinzet worden
geïnformeerd.
Gewasbeschermingsmiddelen
(Presentatie)
De Commissie zal een voorstel presenteren dat de huidige
gewasbeschermingsrichtlijn moet vervangen. Een inhoudelijke discussie
is niet voorzien. De huidige richtlijn stelt regels vast voor een
Europese beoordeling van werkzame stoffen en voor het op de markt
brengen van gewasbeschermingsmiddelen in de lidstaten. Die
markttoelating moet gebaseerd zijn op basis van communautair
goedgekeurde werkzame stoffen, maar is een nationale aangelegenheid.
De Commissie wil met het nieuwe voorstel de Europese regelgeving
harmoniseren en de administratieve lastendruk verlagen. Nederland is
hier op zich voorstander van, maar meent dat het Commissievoorstel op
een aantal punten moet worden verbeterd. Zo biedt de door de Commissie
voorgestelde 'zonale' toelating onvoldoende ruimte voor arbeids- en
milieubeschermende maatregelen en nationale specifieke omstandigheden,
zoals agrarische en ecologische omstandigheden. Dit gaat ook ten koste
van het pakket aan beschikbare gewasbeschermingsmiddelen. Over verdere
details van de kabinetsinzet zal de Kamer op korte termijn langs de
gebruikelijke weg van een BNC-fiche worden geïnformeerd.
Duurzaam pesticidengebruik
(Presentatie)
De Commissie zal een presentatie geven van de thematische strategie
duurzaam pesticidengebruik. Een inhoudelijke discussie is niet
voorzien.
Deze strategie vloeit voort uit het zesde actieprogramma voor milieu
waarin de Commissie een aantal thematische strategieën heeft
aangekondigd, waaronder één voor duurzaam gebruik van pesticiden (een
verzamelterm voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden). Na
presentatie in de Landbouw- en Visserijraad wordt het voorstel verder
behandeld in de Milieuraad.
Op dit moment zijn er wel Europese regels voor de markttoelating van
gewasbeschermingsmiddelen en voor het omgaan met residuen, maar er
zijn geen regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Met
deze strategie wil de Commissie deze leemte opvullen. De nadruk zal
komen te liggen op aspecten van registratie van gebruik,
opleidingsvereisten en juist gebruik. Veel van de voorgestelde
maatregelen zijn in Nederland reeds van kracht zoals een nationaal
actieplan, de inspectie van spuitapparatuur en een systeem van
spuitlicenties. Nederland heeft de afgelopen jaren een vooraanstaande
rol gespeeld bij de totstandkoming van deze strategie en verwelkomt
deze dan ook. Nederland zal in ieder geval waakzaam zijn op de
gevolgen ervan voor administratieve lasten. De Kamer zal op korte
termijn langs de gebruikelijke weg van een BNC-fiche over de
kabinetsinzet worden geïnformeerd.
(evt.) Toelating ggo-koolzaad
(Aanname)
Waarschijnlijk wordt de Raad gevraagd een besluit te nemen over het in
de handel brengen van een aantal nieuwe genetisch gemodificeerde
koolzaadproducten, Brassica napus L., lijnen Ms8, Rf3 en Ms8xRf3. Deze
beschikking wordt aan de Raad voorgelegd omdat in het relevante comité
geen gekwalificeerde meerderheid voor of tegen de beschikking kon
worden gevormd. Naar verwachting lukt dit in de Raad evenmin.
In dat geval zal de Commissie de beschikking zelfstandig vaststellen
op grond van de comitologieprocedure. Deze procedure is door het
Europees Parlement en de lidstaten overeengekomen en vastgelegd in
Raadsbesluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de
uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.
Nederland kan instemmen met de ontwerpbeschikking tot toelating van
deze koolzaadsoorten.
Diversen
A. Aviaire influenza
Informatie van de Commissie
Commissaris Kyprianou zal zoals gebruikelijk de Raad informeren
over de laatste ontwikkelingen op het gebied van aviaire
influenza.
Informele Landbouwraad in Oulu: Toekomst van het GLB
Van 24 tot en met 26 september zal in Oulu (Finland) de halfjaarlijkse
informele Landbouwraad plaatsvinden, die als thema The European Model
of Agriculture - Challenges Ahead heeft meegekregen. Om de discussie
richting te geven heeft het Finse voorzitterschap zoals gebruikelijk
een werkdocument opgesteld. Met het oog op de Europese beleidsagenda
van de komende drie jaar is de keuze voor dit thema niet
verwonderlijk. In 2008 heeft de Commissie de zogenaamde health check
van de hervormingen uit 2003 gepland en in 2008/9 zal de Commissie een
rapport uitbrengen waarin alle aspecten van de Europese uitgaven en
inkomsten tegen het licht worden gehouden. Aan de uitgavenkant is
daarbij een expliciete rol weggelegd voor het GLB.
In het werkdocument wordt ingegaan op de ontwikkeling van het GLB in
de afgelopen decennia. De opeenvolgende hervormingen, zo stelt het
voorzitterschap, konden op maatschappelijke steun rekenen, omdat de
diverse prijsverlagingen werden gecompenseerd met ontkoppelde directe
inkomenssteun en door gebiedsspecifieke maatregelen (zoals het
gedeeltelijk gekoppeld houden van steun). Daarmee heeft deze
hervormingsaanpak niet alleen gezorgd voor een meer marktgeoriënteerde
en concurrerende landbouwsector, maar is tevens de leegloop van
plattelandsgebieden tegengegaan.
Cruciaal hierbij achten de Finnen het 'Europese landbouwmodel' (voor
het eerst opgetekend in de conclusies van de Europese Raad van
december 1997), dat als vertrekpunt heeft dat landbouw
multifunctioneel van aard is. Naast voedsel, vezels en energie
produceert zij namelijk ook een aantal maatschappelijke goederen,
zoals landschap, biodiversiteit, een leefbaar platteland en hoge
voedselveiligheids- en dierenwelzijnsnormen. Deze multifunctionele rol
rechtvaardigt volgens het voorzitterschap een passende beloning uit
publieke fondsen. Een ander belangrijk element van het 'Europese
landbouwmodel' is dat landbouw overal in de EU bestaansrecht moet
hebben, ook in gebieden met natuurlijke handicaps.
In een doorkijk naar de nabije toekomst signaleert het voorzitterschap
een aantal uitdagingen. In de eerste plaats de verdere
handelsliberalisering en de effecten van een eventueel WTO-akkoord.
Daarnaast zal de eventuele verdere uitbreiding van de EU met landen
van de Westelijke Balkan en met name van Turkije een effect hebben op
het functioneren van de interne markt. Bovendien zal de structuur van
landbouwbedrijven in Europa nog diverser worden. Tot slot constateert
het voorzitterschap dat in 2008/9 een evaluatie van de Europese
meerjarenbegroting plaatsvindt. Tegen de achtergrond van deze
uitdagingen wil de Finse minister met zijn collega's van gedachten
wisselen over de vraag of het 'Europese landbouwmodel' een relevante
en waardevolle vertaling is van de gemeenschappelijke waarden van de
Europese landbouw. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de
vraag of het GLB in zijn huidige vorm voldoende is toegerust voor
toekomstige uitdagingen. Ik steun het voorzitterschap in zijn streven
om in deze fase de discussie over de toekomst van het GLB te starten.
Het is daarbij duidelijk dat er een samenhang is tussen de health
check en de evaluatie van de Europese meerjarenbegroting.
Het landbouwbeleid heeft de afgelopen jaren een heel ander gezicht
gekregen. Het is marktgerichter, minder handelsverstorend, duurzamer
en in toenemende mate op maatschappelijke doelen geënt. Deze
verschuiving van doelen is een reflectie van veranderende
maatschappelijke wensen. Anders dan in de jaren vijftig en zestig is
het zekerstellen van voldoende productie niet langer de grootste
maatschappelijke zorg. In toenemende mate zijn natuur, milieu,
landschap, dierenwelzijn en voedselveiligheid de factoren waar het GLB
om draait. In dat opzicht onderschrijf ik ook de waarde van het
'Europese landbouwmodel'. Tegelijkertijd is het duidelijk dat de
transitie van het landbouwbeleid in die richting nog niet geheel is
voltooid. Niet alleen de doelen, maar ook de beleidsinstrumenten
kunnen beter worden afgestemd op de eigentijdse maatschappelijke
wensen. Overigens is hier met de introductie van cross compliance al
een begin mee gemaakt. De health check en de begrotingsevaluatie
bieden een goede gelegenheid om bestaande en nieuwe
beleidsinstrumenten kritisch tegen het licht te houden.
Ten aanzien van de vraag of het GLB in huidige vorm voldoende is
toegerust op de toekomst denk ik dat we reëel moeten zijn. Het proces
van handelsliberalisering zal - ondanks de tijdelijke opschorting van
de Doha Ontwikkelingsronde - verder gaan en het is dan ook belangrijk
om sterker in te zetten op marktoriëntatie en concurrentievermogen.
Zoals ik in Kiezen voor landbouw (Tweede Kamer, 2005-2006, 30252, nr.
1) al heb geschreven, moeten ondernemers er voor de lange termijn
rekening mee houden dat het totale budget voor landbouwbeleid sterk
zal dalen. Daarbij zal Nederland zich wel inzetten om de ondersteuning
te versterken in gebieden waar de landbouw weliswaar niet concurrerend
is, maar wel een wezenlijke rol speelt in het in stand houden van het
cultuurlandschap en andere maatschappelijke waarden.
SER-advies cofinanciering GLB
Voorts kan ik meedelen dat ik voornemens ben om u nog deze maand een
kabinetsreactie te doen toekomen op het in uw opdracht opgestelde
SER-advies over de cofinanciering van het GLB. Momenteel vindt
daarover nog interdepartementale afstemming plaats. Het onderwerp
cofinanciering zal overigens tijdens de informele Raad in Oulu nog
niet aan de orde komen. De bijeenkomst staat immers in het teken van
de beleidsmatige invulling van het toekomstig GLB en niet in het teken
van de financiering ervan.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit