MINBZ: Meer Nederlands geld voor onderwijs in arme landen

Ministerie buza

http://www.minbuza.nl

Steeds meer jongens en vooral ook meisjes in ontwikkelingslanden gaan naar school. Ondanks deze positieve ontwikkeling, krijgen 42 miljoen jongens en 58 miljoen meisjes nog steeds geen onderwijs. En van de kinderen die de basisschool afronden, gaat slechts een klein deel vervolgens naar het beroepsonderwijs of hoger onderwijs. Om te zorgen dat voor 2015 alle kinderen goed basisonderwijs krijgen, draagt Nederland dit jaar 100 miljoen euro extra bij. Dat heeft Minister Van Ardenne (Ontwikkelings-samenwerking) tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank in Singapore bekend gemaakt. Voor meer en beter beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden zal Nederland de bijdrage verhogen van 60 miljoen euro naar 110 miljoen euro vanaf 2007.

Het aantal kinderen dat naar school toe gaat neemt gestaag toe. Echter, de kwaliteit van het onderwijs is nog onder de maat. Meer aandacht en investeringen zijn nodig voor beter lesmateriaal, een uitdagende leeromgeving, goed opgeleide leerkrachten en fatsoenlijke salarissen. Minister Van Ardenne heeft in het bijzonder de G8 landen opgeroepen het Nederlandse voorbeeld te volgen en voor de komende jaren meer geld beschikbaar te stellen voor het basisonderwijs in ontwikkelingslanden. 'Samen kunnen we het verschil maken. Zodat de kinderen in Afrika niet nog een halve eeuw hoeven te wachten om naar school te gaan', aldus minister Van Ardenne.

De positieve trend als het gaat om deelname aan het basisonderwijs in ontwikkelingslanden staat in schril contrast met de ontwikkeling van het beroeps- en hoger onderwijs. Slechts een beperkt aantal kinderen, veelal uit de rijkere families, volgt vervolgonderwijs. Uit het World Development Report 2007 'Development and Next Generation' blijkt dat van de 1,5 miljard jongeren tussen 12 en 24 jaar er nu 1,3 miljard leven in ontwikkelingslanden. Naar verwachting zal in de meeste ontwikkelingslanden het aantal jongeren in de komende 10 jaar pieken. Van Ardenne: 'Willen we deze volgende generatie inzetten voor de ontwikkeling van hun eigen land, dan zullen we nu moeten investeren in hun scholing, van het basisonderwijs tot en met het vervolgonderwijs'. Nederland zal aan dat vervolgonderwijs extra bijdragen en hoopt dat ook andere rijke landen extra geld in willen zetten voor het beroeps- en hogeronderwijs in ontwikkelinglanden.




Ministerie van Buitenlandse Zaken