Vreemdelingen aan het werk
Onderzoek naar de afgifte van tewerkstellingsvergunningen
Vreemdelingen aan het werk
Onderzoek naar de afgifte van tewerkstellingsvergunningen
Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
R06/17, september 2006
ISSN 1383-8733
ISBN-10: 90-5079-162-X
ISBN-13: 978-90-5079-162-5
2 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
Voorwoord
De Wet arbeid vreemdelingen (Wav) is ingesteld om tewerkstelling van vreemdelingen in
Nederland op beperkte schaal en onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken. Hiertoe
wordt door CWI beoordeeld of een aanvraag tot een tewerkstellingsvergunning ingewilligd kan
worden. De laatste jaren is een trend te zien dat het beleid ten aanzien van de tewerkstelling
van vreemdelingen steeds meer wordt versoepeld. Zo hoeven dienstverleners uit de EU geen
tewerkstellingsvergunningen meer aan te vragen voor hun werknemers en geldt voor hen
slechts een notificatieplicht. Ook voor kennismigranten is geen tewerkstellingsvergunning meer
nodig. Het huidige Kabinet is voornemens in 2007 de grenzen open te stellen voor werknemers
uit de Midden- en Oost-Europese landen, wat betekent dat voor een groot deel van de vreem-
delingen waarvoor nu nog wel een vergunning moet worden aangevraagd, geen vergunning
meer nodig is.
Het blijft van groot belang dat de betrokken instanties bij de verlening van tewerkstellingsver-
gunningen en de handhaving van het systeem van de Wav steeds verder investeren in een kwali-
tatief goede uitvoering en in de preventieve en repressieve aanpak van fraude(risico's). Dit is
één van de redenen van de inspectie geweest om een onderzoek uit te voeren naar de afgifte
van tewerkstellingsvergunningen en de samenwerking tussen betrokken organisaties bij signalen
van onregelmatigheden.
Mr. L.H.J. Kokhuis
Inspecteur-generaal
3 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
4 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
Inhoud
1 Inleiding 7
2 CWI voert regeling goed uit maar laat ook mogelijk-
heden liggen 9
2.1 CWI voert verplichte controles goed uit 9
2.2 Voor fraudepreventie en handhaving is meer nodig 10
2.3 Samenwerking bij fraudebestrijding kan verbeterd worden 12
3 Oordeel 13
4 Reactie Centrale organisatie werk en inkomen 15
Lijst van afkortingen 16
Bijlage: Reactie Centrale organisatie werk en inkomen 17
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 21
5 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
6 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
1 Inleiding
Nederlandse werkgevers mogen alleen werknemers afkomstig van buiten de Europese Econo-
mische Ruimte (EER) in dienst nemen als er een tewerkstellingsvergunning is verleend op grond
van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Dit geldt niet voor werknemers die beschikken over
een geldige Nederlandse verblijfsvergunning en/of een bewijs van de Vreemdelingendienst dan
wel van de gemeente waarop staat vermeld: `Arbeid vrij toegestaan. Tewerkstellingsvergunning
niet vereist'. De EER bestaat uit landen van de Europese Unie (EU) aangevuld met IJsland,
Liechtenstein en Noorwegen. In mei 2004 werden Polen, Slowakije, Tsjechië, Estland, Letland,
Litouwen, Hongarije en Slovenië (de zogenoemde MOE-landen) lid van de EU. Nederland laat
vrij verkeer van werknemers uit deze nieuwe lidstaten nog niet toe. Voor werknemers uit die
landen is dus nog een tewerkstellingsvergunning nodig.
Het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de
Wav. CWI verstrekt de tewerkstellingsvergunningen aan werkgevers. De inspectie heeft onder-
zocht of CWI dat op een goede manier doet. Ze moet erop letten of de vreemdeling het juiste
loon ontvangt, of de woonomstandigheden goed zijn, of de vreemdeling beschikt over de juiste
verblijfsstatus en of er voldoende arbeidsaanbod uit de EER aanwezig is. Onterechte vergun-
ningverlening en oneigenlijk gebruik van tewerkstellingsvergunningen moeten daarbij zoveel
mogelijk worden voorkomen. Bij de uitvoering van het beleid voor tewerkstelling van vreemde-
lingen is ook een aantal andere organisaties betrokken. Samenwerking met hen is daarom van
belang.
De Arbeidsinspectie (AI) controleert of werkgevers met vreemdelingen op de werkplek
beschikken over een tewerkstellingsvergunning en of de werkzaamheden die worden verricht
overeenkomen met de werkzaamheden waarvoor de tewerkstellingsvergunning is afgegeven.
Daarnaast houdt de AI toezicht op administratieve verplichtingen in de Wav, op grond waarvan
werkgevers verplicht zijn een registratie bij te houden van de identiteit van de vreemdelingen
wanneer er meerdere werkgevers zijn, bijvoorbeeld bij uitzendarbeid.
De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) bestrijdt grote en complexe arbeidsmarkt-
fraude en fraude in de sociale zekerheid. Daarbij richt ze zich op identiteitsfraude, werk-
nemersfraude, subsidiefraude en uitbuiting. SIOD werkt nauw samen met de AI.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het
vreemdelingenbeleid. Eén van de taken is het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunnin-
gen voor wonen en werken in Nederland. Een vreemdeling, die in Nederland komt werken,
moet in de meeste gevallen beschikken over een geldige verblijfsvergunning of over een aan-
vraag hiertoe.
De gemeenten zijn op grond van de Wet op de ruimtelijke ordening en de Woningwet verant-
woordelijk voor het toezicht op huisvesting. Handhaving in geval van gebrekkige, onveilige en/of
onwettige huisvesting van werknemers uit het buitenland is dus een taak van de gemeenten.
De laatste twee jaar werden er ongeveer 55.000 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen
op jaarbasis bij CWI ingediend en zijn er ongeveer 45.000 tewerkstellingsvergunningen afgege-
ven. Werkgevers vragen het meest tewerkstellingsvergunningen voor Polen aan. In 2005 zijn
voor deze groep 26.076 tewerkstellingsvergunningen afgegeven. De tweede grote groep waar
veel tewerkstellingsvergunningen voor worden afgegeven, zijn werknemers uit China (2.494 in
2005). In het eerste kwartaal van 2006 hebben werkgevers 11.929 aanvragen ingediend.
De inspectie heeft in dit onderzoek de vraag beantwoord of er sprake is van rechtmatige afgifte
van tewerkstellingsvergunningen door CWI en benoemt daarbij verbeterpunten. De inspectie
heeft hiervoor gekeken naar de manier waarop CWI aanvragen voor een tewerkstellingsver-
gunning behandelt, wat de bijdrage van samenwerking met andere partijen is aan de rechtmatige
afgifte van tewerkstellingsvergunningen en hoe CWI optreedt als zij signalen ontvangt over
oneigenlijk gebruik van tewerkstellingsvergunningen. De inspectie heeft interviews gehouden
met medewerkers van CWI, AI, SIOD, IND en gemeenten. Ter onderbouwing van de informa-
tie die is verkregen uit de interviews, heeft dossieronderzoek bij CWI plaatsgevonden. Tevens
heeft de inspectie een literatuurstudie uitgevoerd.
7 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
Er is een streven om per 1 januari 2007 over te gaan op vrij verkeer van werknemers uit de
MOE-landen, waardoor voor hen dan geen tewerkstellingsvergunning meer nodig is. Naar
schatting blijven er dan op jaarbasis nog ongeveer 25.000 aanvragen voor tewerkstellingsver-
gunnningen over. Vooruitlopend op het volledig vrije verkeer van werknemers wil het kabinet al
dit jaar de vergunningen in verschillende sectoren soepeler afgeven. Voor het verkrijgen van
een vergunning in bepaalde sectoren hoeft bijvoorbeeld niet meer te worden voldaan aan het
criterium dat er geen arbeidsaanbod uit de EER beschikbaar is. Wel moet er nog voor worden
gezorgd dat de huisvesting in orde is en dat een marktconform loon wordt betaald. Vanwege de
politieke belangstelling voor de huisvesting en arbeidsvoorwaarden hebben die onderwerpen in
dit onderzoek extra aandacht gekregen.
8 Inspectie Werk en Inkomen Vreemdelingen aan het werk
2 CWI voert regeling goed uit maar laat
ook mogelijkheden liggen
CWI beoordeelt op jaarbasis ongeveer 55.000 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen.
Deze beoordeling van aanvragen betreft een preventieve toets die ertoe dient, verdringings-
effecten op de Nederlandse arbeidsmarkt en oneigenlijk gebruik van tewerkstellingsvergunnin-
gen te voorkomen.
CWI heeft op basis van wet- en regelgeving ruimte om zelf beslissingen te nemen. Zo zijn er
verplichte en facultatieve gronden om een tewerkstellingsvergunning te weigeren. De faculta-
tieve weigeringsgronden houden in dat CWI op basis van die gronden een tewerkstellingsver-
gunning kan weigeren. Hierin zit de speelruimte voor CWI. Zo kan CWI een tewerkstellings-
vergunning weigeren als er sprake is van onvoldoende wervingsinspanningen, het niet bieden
van marktconforme beloning, niet passende huisvesting of als een werkgever onherroepelijk is
veroordeeld vanwege illegale tewerkstelling.
Samenwerking met AI, SIOD en IND kan onterechte afgifte van vergunningen, oneigenlijk
gebruik van tewerkstellingsvergunningen en uitbuiting van vreemdelingen verminderen. Deze
instanties kunnen signalen doorgeven aan CWI over onderbetaling door werkgevers, slechte
huisvesting, werk dat in strijd met de tewerkstellingsvergunning wordt gedaan, valse documen-
ten of een onjuiste verblijfsstatus. CWI kan een tewerkstellingsvergunning in dit soort gevallen
intrekken met inachtneming van wet- en regelgeving.
2.1 CWI voert verplichte controles goed uit
In de wet- en regelgeving is opgenomen wat bij de aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen
beoordeeld moet worden. Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat dit door CWI goed
wordt uitgevoerd. CWI controleert zowel op volledigheid als op juistheid van de gegevens.
CWI controleert goed op de volledigheid van de voor de behandeling van de aanvraag beno-
digde documenten. Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen als de werkgever niet alle
benodigde documenten heeft ingediend bij CWI.
CWI controleert volgens haar wettelijke taak tevens naar behoren op de juistheid van de gege-
vens. Hiertoe worden de ingezonden gegevens gecontroleerd met andere gegevens zoals uit-
treksels van de Kamer van koophandel, (concept)arbeidscontracten en diploma's van de vreem-
deling. Een voorbeeld van een goede controle op juistheid van gegevens is de controle op (een
aanvraag tot) een verblijfsvergunning. Hiertoe wisselt CWI regelmatig informatie uit met de
IND over aangevraagde verblijfsvergunningen, waardoor voorkomen wordt dat tewerkstellings-
vergunningen worden afgegeven aan personen zonder geldige verblijfsvergunning.
Deze verplichte controles van CWI leiden op jaarbasis tot ongeveer 6.400 weigeringen van aan-
vragen voor tewerkstellingsvergunningen. De belangrijkste reden van weigering is dat er vol-
doende arbeidsaanbod uit de EER aanwezig is. In 2005 zijn ongeveer 5.100 aanvragen om deze
reden door CWI geweigerd. Hiermee worden verdringingseffecten op de Nederlandse arbeids-
markt voorkomen.
CWI slaagt er tevens in om, ondanks de grote aantallen aanvragen, deze tijdig aan de werkgever
te verlenen. CWI heeft hierover afspraken gemaakt met het ministerie van SZW. Zo geldt in
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid