Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Extra geld voor veiligheidsbeleid op scholen werpt zijn vruchten af

Persbericht | 14-09-2006

Het overgrote deel van de leerlingen en het onderwijspersoneel voelt zich veilig op school. Bijna driekwart van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs hebben één of meer reboundvoorzieningen ingericht. In deze voorzieningen volgen leerlingen tijdelijk en buiten de school - niet alleen onderwijs, maar wordt er ook gewerkt aan het gedrag van de leerling. In het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het aantal zorgadviesteams fors gestegen.

Dit staat in de notitie `Stand van zaken uitvoering plan van aanpak veiligheid en de opvang van risicoleerlingen' die minister Van der Hoeven samen met de eerste Veiligheidsmonitor van het Instituut Toegepaste Sociale wetenschappen (ITS) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Minister Van der Hoeven heeft in 2004 90 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de aanpak van veiligheid op scholen. Uit de veiligheidsmonitor van het ITS blijkt dat het overgrote deel van de leerlingen en personeel (meer dan 90 procent) zich veilig voelt in en rond de school. Gemiddeld zegt bijna vier procent van de leerlingen wel eens drugs en vijf procent van de leerlingen wel eens een wapen mee naar school te nemen. Leraren en leerlingen voelen zich het meest slachtoffer van verbaal geweld. De resultaten van dit onderzoek geven aanleiding om op de ingeslagen weg door te gaan. In het reguliere toezicht van de Onderwijsinspectie heeft het thema veiligheid een duidelijke plek. De Onderwijsinspectie beoordeelt of de scholen zich voldoende inzetten voor een veilig schoolklimaat.

Uit de notitie `Stand van zaken uitvoering plan van aanpak veiligheid en de opvang van risicoleerlingen' blijkt dat het aantal zorgadviesteams in de basisscholen is gestegen van 20 procent in 2003 naar 63 procent in 2005, in het voortgezet onderwijs van 89 procent in 2004 naar 91 procent in 2005 en in het middelbaar beroepsonderwijs van 43 procent in 2004 naar 65 procent in 2005. In het zorgadviesteam werkt de school samen met de leerplichtambtenaar, het (school)maatschappelijk werk, bureau Jeugdzorg, de Jeugdgezondheidszorg en de politie om kinderen met een probleem snel en adequaat te helpen.
Ongeveer 70 procent van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs hebben één of meer reboundvoorzieningen gerealiseerd. De overige samenwerkingsverbanden zijn nog bezig met de voorbereiding. De meeste reboundvoorzieningen werken samen met regionale expertise centra en de gemeenten. De samenwerkingsverbanden beschikken nu over minimaal 850 plekken waar op jaarbasis ruim 2700 leerlingen gebruik van kunnen maken. Uiteindelijk kunnen 4500 leerlingen per jaar gebruik maken van een reboundvoorziening.
Vanaf 2005 kregen scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen 1000 extra plaatsen. Deze plekken zijn bedoeld voor die leerlingen die ernstige gedragsproblemen vertonen en niet meer te handhaven zijn binnen het reguliere onderwijs. Deze leerlingen kunnen worden ingeschreven ook al voldoen ze niet aan de criteria die gelden voor dit type onderwijs. Er zijn tot nu toe 400 plaatsen gerealiseerd en de verwachting is dat nog dit jaar alle 1000 plaatsen worden benut. In de praktijk is gebleken dat de afstemming en het maken van afspraken meer tijd kost dan voorzien. Ook bleek het soms lastig om huisvesting te organiseren.
Meer informatie:

* brief Tweede Kamer over stand van zaken uitvoering plan van aanpak veiligheid en de opvang van risicoleerlingen
* Eerste veiligheidsmonitor van het ITS

Laatst bijgewerkt 14-09-2006 pijl naar boven

---

Ministerie van OCW | Rijnstraat 50 | Postbus 16375 | 2500 BJ Den Haag

T: 070 412 34 56 | F: 070 412 34 50 | E: ocwinfo@postbus51.nl