D66
Inbreng voor het verslag over Wet basisvoorziening kinderopvang en
ontwikkelingsstimulering; initiatief Hamer
Datum: 14 september 2006
De leden van D66 hebben met zeer veel interesse kennis genomen van het
voorstel van wet van het lid Hamer houdende regels met betrekking tot
een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang en waarborging van de
kwaliteit van kinderopvang. De leden van D66 zijn verheugd te
constateren dat de PvdA het belang van een betere toegankelijkheid van
kinderopvang en goede ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen met D66
deelt. De leden van D66 zien dit voorstel van wet dan ook als een
goede mogelijkheid om handen en voeten te geven aan doelen, waarop de
leden van D66 ook zelf een initiatief hebben lopen en waarvoor zij ook
veelvuldig aandacht hebben gevraagd in debatten en bijdragen. Zij zien
dit wetsvoorstel als een mogelijkheid tot: betere arbeidsparticipatie,
betere combinatiemogelijkheden van arbeid en zorg, vergrote
economische zelfstandigheid van vrouwen, verbeterde integratie van
kinderen met verschillende achtergronden, verbeterde mogelijkheden
voor brede scholen en niet in het minst verminderde administratieve
rompslomp rondom de financiering van kinderopvang.
Uit onderzoek blijkt dat veel ouders thans niet optimaal vertrouwen op
de kwaliteit van de kinderopvang. De leden van D66 zijn het daarom met
de indiener eens dat de overheid hier de taak heeft bij te dragen aan
een verbetering van de kwaliteit en garanties te bieden voor een goede
controle hierop. In het initiatiefvoorstel worden vijf onderwerpen
voor kwaliteitseisen vastgelegd, nl huisvesting, veiligheid,
opleidingseisen van beroepskrachten, pedagogische aanpak en
informatie. Kan de indiener meer inhoud geven aan hoe zij de kwaliteit
wil waarborgen? Welke rol hebben ouders bij het beoordelen van de
kwaliteit op deze punten? Hebben ouders inzicht in de kwaliteit van
een kinderopvanginstelling? Hoe denkt de indiener over een verplichte
kwaliteitskaart overeenkomstig met die in het onderwijs?
De leden van D66 zijn blij dat eerder dit jaar, mede dankzij haar
continue inbrengen, de door hen zo lang gekoesterde wens van een
verplichte werkgeversbijdrage aan de kinderopvangkosten geregeld is.
Zij omhelzen dan ook op hoofdlijnen dit voorstel dat voorziet in een
soortgelijke financieringsstructuur. Ouders zijn ook in dit voorstel
gelukkig niet meer afhankelijk van de vrijwillige werkgeversbijdrage.
Er is echter wel een verschil. Onderhavig voorstel gaat uit van een
recht op een kinderopvangtoeslag naar draagkracht aan alle ouders. De
leden van D66 vragen zich af of een recht op kinderopvangtoeslag aan
alle ouders niet het doel van arbeidsparticipatie in de weg staat.
Uiteraard moeten ook kinderen van niet werkende ouders toegang kunnen
hebben tot ontwikkelingsstimulering, maar geeft een recht op toeslag
aan alle ouders niet juist een prikkel om thuis te blijven?
Bovendien, is het niet bevoogdend om te denken dat kinderen van ouders
die er niet voor kiezen om hun kinderen te laten opvangen,
ontwikkelingsstimulering nodig hebben?
De leden van D66 streven ook naar een verlaging van de kosten van
kinderopvang. Onderhavig voorstel betekent in ieder geval een
verlaging van de eigen bijdrage van ouders. De leden van D66 zien
echter ook graag prikkels, hetzij vanuit ouders dan wel vanuit de
overheid, naar de kinderopvangbranche toe om de kosten zo laag
mogelijk te houden. De leden van D66 zien met het wegvallen van de
werkgeversrol in de kinderopvang wel een gevaar. Kan de indiener
aangeven welke prikkel er voor de kinderopvangbranche bestaat om de
kosten zo laag mogelijk te houden?
14-9-2006 15:25