14 sep 2006
Onderdeel: Wageningen UR
De mens ziet zichzelf als koning van de aarde. Als hij zich al met
dieren bezighoudt, dan kiest hij zoogdieren of vogels. Wageningse
entomologen leggen zich daar niet bij neer. Het motto voor hun
festival City of Insects luidt: âGeen leven zonder insectenâ. Zijn
insecten inderdaad zulke belangrijke bewoners van onze planeet?
âWat het aantal soorten betreft, vallen alle andere diergroepen
volledig in niet bij wormen, insecten en andere kriebelbeestjesâ,
stelt drs. Peter Koomen, conservator van het Natuurmuseum Fryslân in
Leeuwarden. Hij is een van de auteurs van het boek âBiodiversiteit in
Nederlandâ dat een paar jaar geleden verscheen.
Koomen benadrukt dat slechts 2,2 procent van alle diersoorten in
Nederland behoort tot de gewervelde dieren: vogels (1 procent),
zoogdieren (0,4) en vissen, reptielen en amfibieën (samen 0,8). De
insecten alleen leveren ruim 70 procent van de Nederlandse
diersoorten. âAls je voor het gemak de spinachtigen en wormen er bij
optelt, beslaan de kleine diertjes bijna 90 procent van de totale
Nederlandse biodiversiteit.â En op wereldschaal liggen die
verhoudingen niet veel anders.
De soortenrijkdom bij insecten heeft te maken met de kleine afmetingen
van de dieren. Hierdoor kunnen ze hun levenscyclus voltooien op een
klein plekje. Een struik levert immers voldoende voedsel voor
honderden insecten, maar niet genoeg voor één hert. Ook de
âouderdomâ van de insecten is een belangrijke factor, vertelt Koomen.
Insecten leven al miljoenen jaren langer op aarde dan gewervelde
dieren. Ze hebben een korte generatieduur en door de snelle opvolging
van generaties is de invloed van natuurlijke selectie groot.
Insectensoorten evolueren sneller en passen zich in korte tijd aan een
veranderende omgeving aan. Ze komen dan ook op de meest onverwachte
plaatsen voor: in hete geisers, koude gletsjers en zelfs in kurken van
wijnflessen. Eigenlijk is alleen de zee insectarm. Er lopen een paar
wantsen overheen, maar verder leven daar geen insecten, zegt Koomen.
Op de gehele aarde leven waarschijnlijk ongeveer tien miljoen soorten,
schat de conservator, waarvan we er slechts één miljoen kennen.
Deze grote soortenrijkdom en verspreiding vertalen zich niet in
aandacht van de mens. âDe kriebelbeestjes en ander grut worden vaak
als stoffering gezienâ, vindt Koomen.
Terwijl veel kleine dieren in de natuur juist een hoofdrol vervullen:
als voedselbron, begrazers, afvalopruimers, bestuivers of
zaadverspreiders. âLaten we ons wel realiseren dat zonder al die
kleine beestjes vrijwel alle biologische kringlopen tot stilstand
komen.â
Insecten zitten in de basis van de voedselpiramide en knappen het
vuile werk op voor de top van de piramide, de vogels en zoogdieren. Ze
zorgen voor de afbraak van plantaardig materiaal en allerlei andere
processen waarvan de hogere dieren de vruchten plukken. Maar bij
natuurbeschermingsprojecten krijgen toch juist de vogels en zoogdieren
de meeste aandacht. Het aan elkaar koppelen van natuurgebieden in de
Ecologische Hoofdstructuur is zoân voorbeeld van zoogdierdenken, vindt
Koomen. âKleine geïsoleerde gebiedjes kunnen een uitstekende
broedplaats zijn voor specifieke insectensoorten. Maar zulke kleine
terreinen worden vaak vogelvrij verklaard.â
Uit de inventarisatie âBiodiversiteit in Nederlandâ blijkt ook dat de
wetenschappelijke aandacht voor de verschillende diergroepen oneerlijk
verdeeld is. Verreweg de meeste specialisten werken aan vogels en
andere gewervelde dieren. Op afstand volgen de kreeftachtigen, wormen
en insecten. Het aantal specialisten voor een groep binnen Nederland
is ruwweg omgekeerd evenredig met het aantal soorten binnen die groep,
concluderen de onderzoekers.
Maar hebben insecten die impopulariteit niet aan zichzelf te danken?
Ze steken, verspreiden enge ziekten zoals de pest en malaria en
richten schade aan in de landbouw. Dan vraag je om een slechte naam,
toch? Nee, dat is een vertekend beeld, zegt de Wageningse hoogleraar
Entomologie prof. Joop van Lenteren, een van de grondleggers van de
biologische bestrijding van insecten. De nare soorten vormen volgens
hem maar een fractie van het totaal, om precies te zijn 0,5 procent
(5000 plaagsoorten op een miljoen bekende soorten insecten).
Plagen ontstonden volgens Van Lenteren toen de mens tienduizend jaar
geleden gewassen ging verbouwen. âIn de natuur treden plagen zelden
op. De vegetariërs onder de insecten vreten in natuurlijke
ecosystemen maar een paar procent van de planten. In de landbouw loopt
die vraat soms op tot honderd procent.â De mens roept dat over zich
af, meent de entomoloog. âOp boerenbedrijven is de biodiversiteit heel
laag: er is vooral veel van hetzelfde. Voor een vegetarisch insect is
dat fantastisch. Het bevindt zich in luilekkerland: overal eten
beschikbaar en ook nog eens in topconditie.â De planten zijn immers
geselecteerd op voedingskwaliteit, krijgen water en kunstmest. Daarbij
vormen ze ook nog een saaie, onprettige omgeving voor natuurlijke
vijanden. Zo organiseert de mens volgens Van Lenteren âeen gigantische
picknick voor vegetarische insectenâ.
Ook voor de lastige huis-, tuin- en keukeninsecten geldt dat we ze
voor een belangrijk deel zelf hebben uitgenodigd. Kleerluizen,
bedwantsen, tapijtkevers, kabinetskevers, kamervliegen en ovenvisjes;
we hebben ze bijna letterlijk zelf in ons huishouden gehaald en
vertroeteld, stelt Van Lenteren.
Veel wetenschappers hebben zich al afgevraagd of de schade en het nut
van insecten te wegen zijn. Zo berekenden Amerikaanse onderzoekers dit
voorjaar dat wilde insecten jaarlijks bijna 45 miljard bijdragen aan
de Amerikaanse economie. Voor Thailand wordt de commerciële waarde
van eetbare sprinkhanen geschat op bijna vijf miljoen euro. In een
andere berekening kwamen onderzoekers voor één groep nuttige
insecten, de natuurlijke vijanden van plagen, uit op een bedrag van
360 miljard euro per jaar. Aan de andere kant van de medaille verliest
alleen Afrika naar schatting jaarlijks bijna vier miljard euro door
malaria, en een gemiddeld Afrikaanse huishouden tien procent aan
inkomsten.
Een totaalplaatje voor de wereld valt niet zo maar te maken. Duidelijk
is wel dat het om gigantische bedragen gaat. En om veel menselijk
leed. Elke dertig seconden sterft ergens in de wereld een kind aan
malaria.
Duidelijk is ook dat insecten invloed hebben gehad op de
wereldgeschiedenis. Zo zou de veldtocht van Napoleon naar Moskou in
1812 niet zo desastreus zijn verlopen zonder tussenkomst van de
kleerluis. Op weg naar Rusland liepen de Fransen soldaten tyfus op,
een dodelijke ziekte die wordt overgedragen door kleerluizen. Doordat
de soldaten dicht op elkaar sliepen en jassen van overleden makkers
overnamen, werd het leger gedecimeerd, Uiteindelijk keerden er van de
500 duizend soldaten maar vierduizend naar Frankrijk terug.
De ecologische, economische en historische argumenten rechtvaardigen
alvast de conclusie dat insecten een hoofdrol spelen op aarde en
daarom onze aandacht verdienen. Maar prof. Marcel Dicke, hoofd van de
leerstoelgroep Entomologie en mede-initiatiefnemer van de City of
Insect, levert nóg een argument: insecten zijn leuk, vertonen grappig
gedrag en zijn vrijwel in ieders omgeving te vinden.
Dicke: âMensen betalen flinke sommen om in Afrika leeuwen te zien, of
tijgers in Azië. Maar de insecten in en om het huis zijn veel
exotischer dan de gewervelde dieren die de toeristen op safari te zien
krijgen. Als je met de juiste vergroting kijkt om de details goed te
kunnen zien, vind je de meest bijzondere verschijnselen direct bij je
thuis. Wie in de eigen achtertuin of in het bos in de buurt gaat
kijken kan taferelen waarnemen die vergelijkbaar zijn met die op de
steppen van Serengeti.â
Gert van Maanen
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het wordt u
aangeboden door de afdeling Corporate Communicatie. Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@cereales.nl. Zie archief van voorloper Wb op
http://www.wb-online.nl.
Wageningen Universiteit